Eenzaamheid en begaafdheid (2)

Recent deelde ik een post over begaafdheid en eenzaamheid.

Wie altijd gewend is de slimste in de groep te zijn, kan zich verwarrend bedreigd voelen wanneer dit niet (meer) het geval is. Als de ander die uitzonderlijk mee kan denken en doen ook uitnodigt tot vriendschap, kan de ervaring van bedreiging des te complexer zijn. Kan dit samengaan? Wantrouwen wordt op de proef gesteld. De eenzaamheid, die ook veiligheid is gaan betekenen, kan conditioneringen aansterken die een verbinding met ruimte en respect in de weg zitten. De persoon ligt wellicht in strijd om het geconditioneerde ego in stand te houden.

(de gehele post lees je op deze link).

Eén van de conditioneringen kan liggen in het duiden van eenzaamheid als een existentieel deel van leven. Niet per se onwaar. Ik denk aan het werk van Irvin Yalom. In onderstaand citaat komt het sprekende verschil tussen "aloneness" (meer feitelijk alleen zijn, of zonder hulp of referentie naar een ander) en "loneliness" (eenzaam in alleen zijn, al dan niet in directe aanwezigheid van anderen) aan bod.

If we cannot embrace our own aloneness, we will simply use the other as a shield against isolation.

Yalom

Waarom noem ik deze existentiële blik een mogelijke conditionering (die de emotionele reikwijdte wellicht beperkt, onvrijer maakt)? Yalom maakt onmiskenbaar een belangrijk punt voelbaar. De menselijke neiging om eigenaarschap van lijden te projecteren op de ander opdat het minder direct zelf gedragen hoeft te worden, de ander er zelfs verantwoordelijk voor wordt gehouden, is berucht groot. Het doet een andermens geen recht om hem, hen of haar als schild tegen isolatie te gebruiken (ai).

Yalom's citaat zou ook herschreven kunnen worden als:

If we cannot embrace our loneliness, we will smartly use our aloneness as a shield against others.

Wat gebeurt er dan? Bijvoorbeeld, niet toevallig: een uitzonderlijk begaafd persoon vindt een identiteit in alleen-zijn. Alleen-zijn maakt deel uit van een existentieel pad dat plek lijkt te geven, recht doet aan het alleen-zijn. Zij het een vorm van leiderschap, behoorlijk teruggetrokken leven, creatief aan de maatschappelijke rand. Niet gezegd dat deze verhouding tot anderen per se ongewenst, ongezond of onverstandig is. Het kan een manier van leven omvatten dat enorm inspirerend is en precies past bij de persoon, zelfs belangrijke, persoonlijke integriteit mogelijk maakt.

Waar ik weliswaar sensitief attent op wil zijn, is in hoeverre een (naar duiding) gekozen gemarginaliseerde positie een verdonkeremaning van toch gedeelde kwetsbaarheid van mens-zijn impliceert. Of het nu een gekwetst connectieproces of vastgelopen hechtingsdynamiek of beide is, ook eenzaamheid als gevoelservaring mag er helemaal zijn, herkend door te erkennen dat je het wellicht niet gemakkelijk vindt om alleen te zijn en misschien ook wel verlangt naar menselijke verbinding in díe vertrouwde existentiële, 'allenige' diepte.

Waarom ik hier waarde aan hecht?

Het heeft mij nochtans 39 jaar gevraagd om de poreusheid van de existentieel gerechtvaardigde eenzaamheidservaring toe te staan om op te leven in de aanraking van om het even wie, ongeacht diens belichaming van mijn geprojecteerde ideaalbeelden van alleen-zijn.*

Personen om degene heen die 'aloneness' belichaamt "boven" eenzaamheid vinden mogelijk soelaas in het existentiële voorbeeld van de benoemde leider. In de mogelijke idealisatie schieten beide wellicht emotioneel tekort, ontvangen ze naar mijn visie beide niet wat emotioneel mag stromen. Kwetsbaarheid an sich wordt geïsoleerd. En ik beeld me in, ook op basis van projectie, dat dit een impact heeft op welzijn, floreren, de kwaliteit van leiderschap en de creativiteit of het bereik van het pad dat ermee verbonden is.

Wie durft de leider die zo goed alleen kan zijn te vragen naar diens mogelijke gevoelens van eenzaamheid? En dan te luisteren voorbij het ideaal, dat zonder meer van en vol waarden is. Dit wederkerig - zoekend en strompelend, fervent serieus en luchtig licht - verbinden is volgens mij(n ideaal :)) een belangrijke toetssteen van psychologische gezondheid.

Iedereen is kwetsbaar, boven en onder aan de verbeelde, existentiële bergtoppen.

If we can not fully embrace our loneliness, we will shield our deepest sadness with the aloneness of others.

Zo blijven we zelfs eenzaam in het sámen alleen zijn. Dat voelt innig verdrietig. Dat roept bereidheid tot zachte zorg in mij op. In afstemming op de verbinding. Misschien is er niet anders nodig dan aanwezigheid. Dat is prima en een nauwkeurige oefening. Aanwezigheid van de relatie, onthecht van een dominant emotioneel patroon. De relatie centraal stellend. De relatie als leider in eenzaamheid, alleen-zijn en samen-zijn. Om samen te zijn met tranen die misschien nooit tot een gesproken woord geraken, maar wel de basis van relationele integriteit borgen, als ze stromen.

En, hoe leeft dit nu bij mij?

In een training in aanwezigheid leerde ik om bewuster te zijn van een neiging om vóór de ander te zorgen. Dat was bevrijdend. Een emotionele preoccupatie met andermans emotioneel welzijn is langdurig nodig geweest in mijn leven, maar schoot ook tekort voor het hier-en-nu verbinden. Alsof het de dynamiek in de relatie telkens schreef trok en emotionele blessures bracht die levensplezier deden lekken. Toen ik dat zorgen-vóór steeds minder begon te doen, begon ik meer helder waar te nemen waar en wanneer ik het níet-zorgen ook als afweer inzette om kwetsbaar voelende intimiteit uit de weg te gaan. Dat kon ik existentieel goed 'rechtvaardigen', maar klopte emotioneel niet (meer). Ik leer nu om vragen te stellen die ik uit de wegga. Aan mezelf en aan de ander. Bijvoorbeeld over eenzaamheid, de projectie ervan bewust attenderend in de vraag. Met dit proces opent er ruimte voor nieuw soort verbindingen. Verbindingen die ik eerder uit de weg zou gaan, die helpend, creatief en onverwachts (of beangstigend voorspelbaar) vergaand zijn. Eigenlijk, stiekem dan, was ik zuinig op, gehecht aan het verdriet dat eenzaamheid was. Aan de existentiële, serieuze ondertoon waar ik meer op durfde te vertrouwen dan op de directe, beweeglijke, impactvolle ander. Tijd om een gestold zelfbeeld 'op te lossen', om meer onzekerheid (voelbare afhankelijkheid) deel uit te laten maken van 'intelligentie'. De expansie van community klopt op de deur. Spannend!

Wat leeft er bij het lezen van dit artikel bij jou op? Welke gedachten en gevoelens merk je op? (hoe) Speelt eenzaamheid een rol in jouw leven? Wat denk je dat er nodig is om zowel aanwezig te zijn bij elkaar als zorg te bieden in vormen en uitreikingen die geen autonomie ondermijnen en geen levensenergie doen lekken?

Previous
Previous

Internationale vriendschapsdag

Next
Next

Vriendschap en begaafdheid