Existentieel redigeren

"Ik moet schrijven!"

Ik kon het mij niet voorstellen. Welk plezier het kijken naar thrillers, het lezen van misdaadboeken of het luisteren naar grove, agressieve muziek nu toch bood...

Lelijk, dat was mijn esthetisch oordeel.

Ware het niet dat mijn beperkte voorstellingsvermogen een weergave was van onderdrukte emoties. De verhalen die ik mezelf niet vertelde, maar wel mijn leven betroffen.

Het lelijke van mijn leven. De feitelijke afwezigheid van afgestemde aanwezigheid. De afwezigheid van zorg en aandacht, dat ik maar bleef vullen met verhalen over mijn waarden en wat er allemaal wél was. Maar níet dus. De opvulling van een emotioneel gat, de gitzwarte afgrond die ik niet eens lelijk had durven noemen want dan was de aanwezigheid ervan door mijn bewustzijn heen gebroken. Dan had ik mijn verhalen niet alleen moeten aanpassen, maar ook drastisch moeten inkorten. Dan waren ze niet lyrisch. Dan schreef ik misschien wel een misdaadroman.

Ik spring in de afgrond zodra ik mijn verhalen inkort tot het punt waar ze werkelijk over gaan. Niet meer, maar ook niet mínder deel dan wat er was - dan hoe ik de wereld heb leren zien. Zodra ik de afwezigheid van andere karakters precies beschrijf zoals het is. Lelijk. Zoals mijn uit coping geboren schrijfstijl ook lelijk was, omdat het onwaar was.

Compassie. Voor de strijd om mijn leven anders te beschrijven. Om mijn voorstellingsvermogen aan te spreken en in een andere versie van mijn leven te vertoeven. Een parallel universum diende zich aan, altijd mooier dan in het hier en nu, om dat waar ik toch nog in wilde geloven, tenminste aan paper toe te vertrouwen. Zodat íets van integriteit overeind bleef.

"Het lijkt wel of je onbegrepen wilt worden."

Deze woorden van een begeleider vond ik hard. Ik zocht naar verdediging, schoot creativiteit tekort. Het was niet waar wat hij zei, maar het was ook niet helemaal onwaar.

Bij gemis aan verbinding, spiegeling en structuur deed ik wat een kind kan doen. De gaten opvullen met vergoelijkende woorden. 'Vergoelijkend' is een ingewikkeld woord. Tegen de tijd dat ik aan het einde van het woord ben, zijn mijn bittere emoties zeker onzichtbaar...Via literatuur las en schreef ik me, met vele zinnige omwegen, een weg terug naar mijn realiteit. Mijn zinnen werden minder lang. Wat ingewikkeld leek, bleek simpel. En lelijk. En hoe lelijker - eerlijker - ik begon te schrijven, hoe beter mijn boodschap aankwam. En hoe eerlijker, hoe intenser de schoonheid van het spreken en schrijven.

Dat ik meer dan 25 jaar geleden intens ervoer schrijver te willen worden staat mij nog zo voor de geest. Te midden van een desolate eenzaamheid was dat een mentale keuze om de verpletterende afgrond op te vullen. Een stem te hebben. Iets van authenticiteit te midden van ontzienende hechting. Ik wilde wel schrijven over wie ik was en wat ik belangrijk vond, maar niet over hoe dezelfde 'ik' verwaarloosd werd. Alleen het Mooie, Ware en Goede vond een weg naar het papier, inclusief de verdedigingsstructuur van een dolend ego.

Maar het was niet helemaal een wíllen. Toen. "Ik wíl schrijven" was toen een "ik móet schrijven". En ik koos niet voor de omstandigheden, ik was er afhankelijk van.

Dus nee, het is niet zo dat ik niet begrepen wíl worden. Ik ging er al die tijd vanuit dat ik sowieso nooit begrepen zal worden, omdat ik niet had ervaren dat iemand, ergens, ooit, de poging deed om mij te begrepen.

Nu. Nu pas kan ik volmondig zeggen: ik wil schrijven. Ik ben een schrijver. Een schrijver die de verhalen op pent die mij of een ander anders ontgaan. Verhalen maken is wel degelijk en nog steeds een prachtig én nodig beroep. Voor mij een roeping uit een groot, diep, zwart gat.

En nu? Nu blijkt dat ik wel begrepen wil worden en ook dat verbaast mijn voorstellingsvermogen. En het dan eenvoudigweg een knuffel is die ik vragen wil. Dat ik vrágen mag.

Het beste verhaal heeft een open einde.

PS: Spreekt schrijven je aan als creatief proces dat je emotionele en existentiële ontwikkeling inbedt? Wees welkom via lotte@alotofcomplexity.com om samen te ontdekken hoe dit vorm te geven.

Previous
Previous

Verwilderde zin

Next
Next

Hoe ben ik een goede docent?