Lotte van Lith Lotte van Lith

Naar binnen, de directe weg

Een onverwoestbare liefde in mezelf, voor alles en niets.

"Elke dag word ik dichter naarbinnen geroepen. En bij elke beweging die "kant" op, ga ik door lagen emoties die vrijlating zoeken. Ik probeer te spreken en ik probeer te schrijven en dan jaag ik op schaduwen.

Alle vormen van zelfverlating worden in dit proces ontwricht. Soms weet ik het even niet meer in mezelf te vinden en zoek ik steun en spiegeling bij anderen, en dan al gauw merk ik dat ik toch weer naarbinnen dien te bewegen met mijn aandacht. En dat kan ook samen, dat kan ook ín verbinding, naar niet zonder dat ene oog ook direct binnenin gericht. Is dat wel zo?

Het is zo simpel en zo intens. En soms is het dat tegelijkertijd, dan is het in mij onvoorstelbaar simpel en levendig.

Vaak zijn er ook verkrampingen, onrust, druk, een zeurende keel, een stekend hart, mijn handen die elkaar plotsklaps grijpen, een 'pfffffft', een zucht uit de krochten van de aarde, tintelingen en schokjes.

Als ik helemaal toegeef aan de impulsen, dan dans ik ineens met mijn handen, mijn heupen, dan beweegt mijn lichaam onwaarschijnlijk intuïtief en ontvouwt een klein theater, schoonheid alom. Dan ben ik zowel danser als kijker die in verwondering is over de instantaan ontstane choreografie die wel en niet in mijn handen ligt.

Het is alsof alles in mij maar één ding verlangt en dat is onvoorwaardelijke authenticiteit. En om dat te zijn, te belichamen, val ik door alle weerstand en de daarmee verbonden ideeën en projecties. Ik neem de ruimte voor al deze processen, dat is gewoon nodig. Ik moet en zal vliegen als ik val.

Het is als een rouwproces, ik neem afscheid van wie ik was en ontdek wie ik veel dieper vanbinnen, in een diepte die mij altijd wel gegidst heeft, maar nooit vól in aanwezigheid van de ander - en dus van mezelf - tot uitdrukking kwam.

Ik kies volhartig voor dit rouwen. En tussendoor zullen de emoties soms tot fixaties leiden, en soms zullen gedachten het proces veel kleiner maken dan het eigenlijk is, en tussendoor zal ik steun vragen, aan geliefden en bovenal aan dat wat ik net noem:

een onverwoestbare liefde in mezelf, voor alles en niets. Want dát is wie ik ben."

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Vrede zij met alles van u

Alleen het hart weet het antwoord.

"We nestelden ons op de bank, onze wangen warmend aan de doorbrekende lente zon.

Het was een koude en warme dag, zo éen vol beloftes en vol stilte.

Na een grondende en verwelkomende meditatie ontsloten we onze ogen en brak het daglicht door ons fysiek geconditioneerde bewustzijn heen. Wat is er nu?

Het schijnbaar tevreden, in vrede zijnde gezicht op het venster trok de aandacht. Alsof het dé ongedwongen samenbundeling van aandacht was: aanwezigheid.

Een mensengezicht dat ons zo vertrouwd is en tegelijkertijd alleen geanimeerd wordt door onze blik. Steen, diepvoelend steen.

Leve de projecties. Leve verbinding.

Al rap kwam er een stroom aan beleving op gang. Wat roept dit beeld bij je op?

Fascinatie. Alsof het hoofd door de twee handen wordt gedragen. Zo lijkt het best zwaar allemaal, maar hoe komt het dan dat ze in vrede is?

Ze?

Verder voelend leek het alsof het hoofd er bijna af zou vallen. Alsof het ondersteund moest worden door de handen.

Een andere associatie was dat de handen het keelgebied beschermden, bijna afhielden, misschien zelfs gevoelsmatig dichtknepen.

Het was alsof het lichaam het hoofd droeg, het hoofd dat op het punt stond eraf te vallen, ongeacht - of dankzij? - de blik van vrede.

We lachten luidruchtig om de resonerende associaties. Weldra, wonderlijk, hoe we de wereld om ons heen waarnemen vanuit gevoel. Sterker nog, hoe de wereld als gevoel vorm vat.

Zo'n niets en alles zeggende blik als van het beeld trekt onze aandacht:

Wie zijn wij in het licht van andermans vrede?

Alleen het hart weet het antwoord."

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Voorbij ontwikkeling

Voorbij ontwikkeling, met ontplooiende grenzen, Zijn.

We chain ourselves

To free ourselves

Drown ourselves

To crown ourselves

Reveal ourselves

To be ourselves

We lose ourselves

To find ourselves

Aren't you meant to fly?

Sing your song and touch the sky

Aren't you meant to fly?

Or do you want to wait until you die?

The Wanderer

“Wat we 'ontwikkeling' noemen is niet zelden het verzamelen van overtuigingen die ons hele wezen tekortdoen. Van thuis uit, op school, uit de dominante cultuur, als overlevering van trauma, omwille van onze diep fysiologische conditionering.....leven we beperkt. We hebben gedachten over wie we wel en niet mogen zijn, maar vergeten te vragen, vergeten te beleven, wie we in de eerste plaats zijn.

Soms zien we de woordspeling 'ont-wikkeling' voorbijkomen. Wat we hebben verzameld aan poses en ideeën, wat we uitleven in ons dagelijkse leven, blijkt meer níet dan wél te zijn wie we zijn. Iets roept ons op om los te laten wie we niet zijn. En om volledig te omarmen wat er wel allemaal door ons heen stroomt en de momenten van DÍT-ben-ik ten volle en voeten uit constitueert.

We kunnen dit stromen nergens vasthouden, maar we kunnen wel (opnieuw) leren om ons hart te kennen. Dat doen we door open te staan voor resonantie. Wat leeft er, wat roept het gevoel van levendigheid ten diepste in je op?

Dan gaat het er ook hier niet om dat je op basis hiervan precies weet hoe de raadgeving uit je hart tot uiting komt in de praktijk. De toekomst staat als oneindige onzekerheid geschreven in glinsterende, niet vast te grijpen sterren. Bovendien leef je samen, alle overgave is een gezamenlijke dans.

Je kunt leren om je geest helder te (onder)houden, om de schijnbare irrationaliteit van je kloppende hart en alles wat het leven daarin aan menselijke ervaring borgt, bedding te bieden in de tijdloze aanwezigheid van bewustzijn. Hier schuilt een scherpe wijsheid die je diepste liefde wel dragen kan, ongeacht de uitdaging, alledaags of anderszins.

We zijn mensen. En we denken dat we niet kunnen vliegen, maar dat is niet helemaal waar. Als we ons helemaal openstellen voor hoe het leven ín ons is, als gevoel, zweven we. Op aarde. Een onwaarschijnlijk draagkrachtige aarde, natuur die in ons is en ons insluit, méér nog dan we gevoelsmatig zwevend voorstellen kunnen.

Laten we samen vliegen en daarmee landen in wie we geaard zijn. Voorbij ontwikkeling,

met ontplooiende grenzen,

Zijn.”

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Vroegkinderlijk vertrouwen

Dit gaat over, dit gaat over, dit gaat over - en komt zo tot bloei.

"Al zingend verzacht ik mijn lichaam in dit proces dat om ruimte en aanwezigheid vraagt. De onzekerheid lijkt onverdraagzaam, maar is juist vol mogelijkheden.

Zo leer ik levensveel. Wat vertraging lijkt is wellicht bedekte versnelling.

Snelheid meten we vanaf ieders perspectief en is dus niet absoluut te bepalen. Dat is een gegeven waar ik elke dag nog mee oefen. Noem het geduld als deugd. Al is het eerder een vorm van afstemmen, en wat geduld wordt genoemd is misschien wel bedekte transformatie. En wat ongedurigheid wordt genoemd is misschien wel uiterste aanwezigheid en afstemming op wat er ís. En ook dat zijn perspectieven die elkaar in essentie opheffen.

Het is alsof ik het ritme van natuur toch steeds weer leer leven. Iets dat ik in essentie al doe, gewoon door mezelf te zijn. Door te voelen.

Och wat zou het toch mooi zijn als we alle menskinderen dit van jongs af aan leren. Om te vertrouwen op deze sensitiviteit en aanwezigheid. Op henzelf. Op de verbinding. Wat zou het mooi zijn als we dit hen niet afleren.

Met wat verdriet en hernieuwde frisheid en vitaliteit kijk ik terug op mijn leven. Er borrelen beelden op die gekoppeld zijn aan emoties die ik onderdrukt heb. Beelden van momenten die een diepe indruk maakte en mij ter plekke een ander mens, eigenlijk precies mezelf, maakte.

Ik maak lange wandelingen. De beelden vergezellen mij onderweg, elke sensorische versiering, van deinend riet tot ijskoud grassprietje, blijkt perfect samen te vallen met de golf aan herinneringen.

De lentezon lonkt al, de winter wacht standvastig. In deze liminale staat voel ik mij als het ware zwanger. Mijn wangen kleuren rood, ik zak steeds dieper in mijn lichaam.

Het is alsof mijn bekkenbodem de aarde direct raakt terwijl ik de aanraking van mijn voetstappen op haar wezen als éen met mezelf voel.

Soms loop ik steeds langzamer, tot ik natuurlijkerwijs tot stilstand kom. Ik denk dat dit authentieke beweging genoemd kan worden. Dan kijk ik uit over het meer en ben ik ook éen met een vogel die vrij voorbij vliegt.

In verbeelding zie ik hoe mijn hand en haar aanraken éen en al tederheid is geworden en koestert op een manier die alleen in dromen mogelijk lijkt. Ik blijk mijn eigen hand vast te houden.

Mijn lichaam valt achterover in het gras. Hier lig ik in de grote gele cirkel te baden en zak ik langzaam in een staat waar herinneringen noch richting of zin huizen.

Tranen rollen zachtjes over mijn wangen omdat ik voel dat ik werkelijk héél dicht bij mij ben. En dan bij alles. En dat alle associaties, alle intensiteit en complexiteit, dan wonderlijk lijkt te kloppen. En dat er een vertrouwen op komt dat haar gelijk wellicht alleen in de vroegste kinderjaren kent, of misschien zelfs toen niet.

Dit gaat nog veel dieper dan geduld. Nog dieper dan tijd, dan ruimte. Dit gaat over, dit gaat over, dit gaat over - en komt zo tot bloei."

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Ongrijpbaar begrijpbaar

Samenzijn in deze opmerkzame dans.

"Wat ik "ik" noem is ongrijpbaar. Ik wil er volledig eigenaarschap van nemen, maar zodra ik dat volledig doe, valt "ik" uit elkaar. Wat ik namelijk "ik" noem, bestaat uit oneindig veel delen. Ik ben een bonte, bewegende verzameling processen. Op elk niveau van complexiteit, van organellen naar organen, van het gezin naar alle andere gemeenschappen waarbinnen we genesteld zijn, we zijn éen-in-verschillen. Bij elke poging om iets steno vast te leggen, ontglipt het mij in essentie weer. Dat is an sich heel vrij. Het is wel zoeken hoe dit in verbinding te leven. Of eigenlijk: hoe te kijken naar wat dit in verbinding is. Dat is geen zoeken, het is overgave.

Eindeloos van gezicht veranderend, weet ik in essentie niet wie ik ben.

Liefde is vrijheid, en het begint te dagen hoe vergaand dit is. Waarschijnlijk verder gaand dan ik nu neig te claimen, ha. Elk moment van inzicht is een verzameling blinde vlekken.

Het voelt wat radicaal om helemaal te staan in deze onzekerheid. Invoelbaar roept dit vanalles op, in mij en anderen. Gevoelens die we als onveilig of onvoorspelbaar duiden, want als ik niet kan zeggen wie ik ben en als dit een soort "shapeshifting" is dat geen eindpunt kent, valt hier dan wel op te bouwen?

Ik voel openheid om met deze vragen en bijkomende gevoelens te zijn, maar als ik daarin praktisch de impuls volg om sterk te gaan zorgen voor een ander, ga ik wellicht een ruimte invullen op een manier die vervolgens niet vrij is. Voor mij niet, voor de ander niet. Dan word ik meer de conditionering, dat wie ik eerder geleerd heb te mogen zijn in een groep, zoals "degene die open en zorgzaam is".

Dus...wat te doen?

Tuurlijk. Ademen, bewegen, rusten...Creëren, onderzoeken, liefhebben. Begrenzen en wensen. Misschien vertrouwen dat juist de onzekerheid zichzelf de weg wijst wanneer het van de wijs is...

Samenzijn in deze opmerkzame dans. Misschien is dit, al klinkt dat niet helemaal zo, ook héél praktisch van aard."

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Geduld is een kwestie van vertrouwen

Liefde is een zacht en helder weten waarmee we in een wijsheid verkeren die nooit volledig door iemand verwoord kan worden. Als ongeboren.

"Geduld, dat had ik niet zo. Mijn vader zag dat goed. Natuurlijk had en heb ik mijn eigen weg nodig om dit te belichamen, dat is juist de kern van de boodschap. Natuurlijk nam ik dat niet in woorden aan, al bleef het rondcirkelen in mijn reflecties. De woorden droegen een energie, droegen een betekenis die nu anders voelbaar is, in mij. Ze brengen mij daarom ook bij onthechting.

Geduld is een beleving, het is samengebalde levenservaring, het is het ontdekken en het herontdekken van vertrouwen.

Geduld staat nu voor een grenzeloos vertrouwen. Het is terugkijken en ervaren hoe onmetelijk dat vertrouwen vanaf den beginne af aan is. Het is een soort vertrouwen dat als een tijdloos bewustzijn is. Altijd aanwezig, niet achteruitkijkend of vooruitlopend.

Het is niet te reduceren tot het soort zelfvertrouwen dat je uit ervaren competenties, complimenten of toekenningen haalt. Het is zo ruim dat iedere nood om het te benadrukken op den duur, beeld ik me in, oplost.

Wanneer angst opkomt, neemt geduld af. Neemt vertrouwen af. Althans, zodra ik ga fixeren vanuit en óp de angst. Het is oké dat angst er is, als signaal en uiting van leven. Wat heeft het te vertellen?

Vertrouwen is ook luísteren. Toe maar angst, laat je gaan. Laat je gaan....

Angst kan heel fijnzinnig aanwezig zijn. Dan merken we het minder snel op, we hebben een extra sensitief bewustzijn nodig om deze angst te belichten. Te detecteren. We zien niet dat er angst speelt, noemen het wellicht onzekerheid of gevoeligheid, of zelfs attentheid of liefde, maar dan missen we scherpte in ons zicht op gevoelszaken.

Soms is angst in erupties aanwezig. Dan is het direct herkenbaar als doodangst. We raken in paniek. Wie zijn we nu, wat hebben we nu nodig? Ademhaling. Soms raast het en is dat het. Luisteren kan dan heel moeilijk worden. Luisteren is juist dan, merkbaar, puur en onmiddelijk bewustzijn. Je kunt misschien niets doen voor degene die raast, alleen de grenzen belichamen waarbinnen dit razen doorleefd kan worden, in verbinding ís en als bewustzijn tot de stilste stilstand ooit komt.

Uitgeraasd. Wat is er nu?

'Jantje lacht, jantje huilt' was de spiegel die ik weleens voor kreeg. Levensenergie in al haar vormen dansten ook toen door mij heen. Nu weet ik dat geduld te midden van al deze bewegingen neerkomt op het ook vereenzelvigen van mezelf met de spiegel. Ik ben in de wereld en de wereld is in mij.

Ik denk aan toen ik zwanger was en hoe alles gevoelsmatig klopte. Onaanwijsbaar diep verzonken in dit lichaam in bloei, was ik sereen.

Dit brengt mij bij liefde. Liefde is als geduld in verbinding met doodsangst. De angst smelt weg, de dood is begin noch aanwijsbaar eind, onze gedachten vloeien weg in een oceaan aan aanwezigheid die elk onderscheid in zich opneemt en laat golven tot haar grote, uitdijende zelf: als een versmelting tussen twee mensen, op afstand of dichtbij.

Liefde is een zacht en helder weten waarmee we in een wijsheid verkeren die nooit volledig door iemand verwoord kan worden. Als ongeboren. Tuurlijk is dat hetzelfde als tijdloos geduld. Wat kan het anders zijn?

Liefde zegt: er hoeft niets en alles is er. Liefde lééft het."

De foto is gemaakt door Karlijn Goossens

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Moge waarheid zijn

Hoe is een onderzoek naar waarheid mogelijk?

"Waarheid is een groot woord dat mijn hart harder laat kloppen. Alsof alleen het woord al mij abrupt wakker maakt. Wat is mijn waarheid?

Een culturele conditionering zegt dat er niet zoiets als de waarheid bestaat, alleen waarheden. Zoiets wordt onwaar zodra ik het gebruik als rechtvaardiging om mijn perspectieven te ontkennen, of juist te claimen.

Hoe is een onderzoek naar waarheid mogelijk?

Om goed onderzoek te doen hebben we ook goede instrumenten nodig. Afgestemde sensitiviteit. Waarheid is precies. En in beweging. Ha, voel je het al wringen?

Sensitiviteit wordt gaandeweg ons leven misschien stoffig. Door ideeën. Door gefixeerde verbeelding. Dan leven we geen waarheid, maar illusie. We leren af om volledig te zijn met er aan energie in beweging aanwezig is in een situatie, in een verbinding. We identificeren ons met normen, rollen of juist met dat wat we in onze fantasie van spannend gevoel maken. In essentie vallen ze samen.

Het woord waarheid roept in mij op dat ik in elk moment ervaar in hoeverre ik poseer, wegvlucht, iets negeer of juist vastpak. In hoeverre ik eigenlijk een schaduw in stand houd door mijn lichaam, mijn denken, mijn doen, mijn relateren zo te vervormen dat ik minder bewegingsvrijheid ben en leef. Vaak bewegen we zo door het leven dat we dit hardop of heimelijk, onbewust ook anderen opleggen.

Met een goed getraind instrument lijkt het alsof ik in ervaring meer waarheid onthul. Dat instrument is aandacht. Nee, nog meer dan aandacht, want dat is al gericht, is het aanwezigheid. Wat blijft er over als alle illusies wegvallen?

Dat is een moment. Vluchtig, verheven, verkrampt of vurig, het kan allemaal. Alle waarheid is opgenomen in het moment.

Oefenen om zo sensitief aanwezig te zijn is niet rozengeur en manenschijn. Het maakt steeds meer merkbaar wat er aan onwaarheden in en om mij heen geleefd worden. Ik zie hoe ik neig in verbeelding te leven, hoe ik anderen en mezelf daarmee tekort doe. Ik zie hoe anderen iets van mij verwachten. Ik ben geen verwachting. En om dáár dan in te verblijven, niet te grijpen noch niet níet te grijpen. De verbeelding laten stromen en er toch niet zo mee verwikkeld te raken dat je losgetrokken raakt van realiteitszin. Van bewustzijn.

Meer sensitiviteit maakt ook voelbaar hoeveel waanzin er in en om ons heen is. Verdriet kan zo peilloos worden dat het nog slechts waarheid kent als doordringende, onbedwingbare stilte.

Dit sensitieve lichaam werkt nauwgezet samen met onze geest, is onze geest. Beide vrijmaken van geïnternaliseerde neigingen, dat is geloof ik mijn verlangen. Dan kom ik elke keer weer uit bij een innerlijke weidsheid die niet te beschrijven is en de grens van mijn huid gevoelsmatig doorschijnt. Die evengoed knetter intiem is. Toewijding hieraan schuurt en wrikt, ontlaadt en lucht op, kermt en ratelt, zucht en verzacht.

En zelfs de toewijding wordt al gauw een pose. Ik doe ook maar wat. Kan het extatisch en bescheiden in éen zijn?

Sensitiviteit toont zich continu. Een ongedwongen blik naar de persoon naast je in een restaurant, een 'hummetje' aan de telefoon met een vriendin, een kopje koffie aan bed, een vraag, een aangeschoven stoel, woede over onrecht, het besluit iemand te laten om ruimte te schenken, een aai over je bol, ontroering over de schoonheid van een traan, van een bloem, van tragiek. Juist in de verbeelding van wie iemand kán zijn, wat je met elkaar zou kunnen delen. Pure perceptie, intens mens zijn, geduldig vertrouwen. Met deze lijst sluit ik zoveel uit. Elk wel en elk niet gekozen voorbeeld opent en dicht werelden van inzicht, van zicht.

Moge waarheid binnen bereik van mijn verlangen blijven, maar het verlangen mij niet blinderen om te zien wat er nu is."

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Hoe mens ik

Hoe mens ik? Intens.

Er bruist een dynamische energie in mij, wie weet breekt de lente ook fysiek door. Er is veel in beweging. De plek net onder mijn ribben en enkele vingers boven mijn navel leeft voor twee.

Creativiteit golft, ik zie waar ik naartoe wens te bewegen en er verschijnen spontaan passende vormen. Er is herkenning van eerder ook levendige intuïties. Deze intensiteit verlangt ruimte, is voelbaar als stress - frustratie, gefragmenteerdheid - als ik er geen ruimte voor maak.

Intens mens.

'Jantje lacht, jantje huilt', kreeg ik vroeger vaak te horen. Maar ik ben Jantje, ik ben mijn lichaam niet. Dus ik ben met de intensiteit, herken het lokaal in mij en hoe het door het leven heen cyclisch terugkeert, nieuwe paden smeed. Het is net alsof een identificatie met de intensiteit oplost, waarna het hoogstwaarschijnlijk weer verschijnt.

Hoe mens ik (vrij naar Alan Watts)? Mens is ook een vorm.

Vorig jaar stond ik tijdens een hevige desintegratie oog-in-oog met wat ik wellicht vanuit een haperend begrippenkader 'bewustzijn' noemde*. Te midden - of wáár dan ook - van de storm aan sensaties, herbelevingen, fysieke impulsen en pogingen van mijn geest om grip te krijgen, was er een onaanwijsbaar soort stilte.

Alsóf het stilte was, maar dat was het dus ook niet. Iets dat ik nergens kan lokaliseren, niet eens íets. Het had geen grip op mij en ik had ook geen grip op 'dat' en tegelijkertijd waren we volledig éen. Uitleggen klinkt al gauw onwerkelijk esoterisch, de ervaring was daarentegen zeer concreet terwijl het nu niet in te pakken is met woorden en beelden. Als zien in het donker, zo beschreef ik het eerder.

Het was alsof dat het enige, maar dan ook alles omvattende was dat doorheen de beweeglijke waanzin doordrenkt van zin was. Is.

Als ik het nader invoel, kan het voelen alsof het mij roept. Alsof het me oproept om mij niet af te laten leiden, niet meegetrokken te worden door golfslagen emoties en gefixeerde gedachten noch het niet-meegetrokken worden an sich vast te zetten. Om van de roep geen verhaal te maken, geen gewichtige roeping, geen verheven lyriek. En ook dát is oké, ook dat is een golf in de kaderloze ruimte die er dwars doorheen alles is.

Het was alsof de ervaring toonde wie ik werkelijk ben. En de grap wil dat dat niet vast te zetten in identiteit is. Intens mens. Mens. Intens.

Terug met mijn beide voeten op de aarde, de dynamiek van de seizoenen belevend, mijn lichaam dat veranderingen ondergaat waar ik niet tegenin kan noch wil bewegen en onder de dirigentschap van de tijd en het geaderde geduld dat mij immer lijkt uit te dagen, is er het aardse verlangen om dat wat ik 'toen' zag als referentie-loze richting voor acties te kiezen. Om iets te stabiliseren wellicht. Dit doen brengt me bij een herijking van autonomie.

Door mij niet te laten (af)leiden door projecties richting een geïdealiseerde ander, is er een beweging om van binnenuit in de richting van existentiële tradities te gaan die textuur bieden aan dagelijkse oefening. Voor nu zijn dat met name meditaties. Gegidst door een innerlijke leerkracht met een dankbaarheid voor de wijsheid die door de eeuwen heen beoefend, gedeeld en doorleefd is en wordt. Wat een schoonheid.

Momenteel voel ik de contouren van mijn lichaam scherper aan, ingebed in de aanwezigheid van onze community, dragende vriendschap waarin verschillen uitdijen. Onze eigen wijze van mens zijn ontdekken brengt me bij het vol omarmen van de intensiteit van de desintegratie vorig jaar en zonder twijfel te gaan voor de waarheden die dit proces toont, voor mij. Een proces dat, ik lach er nu maar even om, vooraleer laat zien wat níet waar is. Ai! Ia! Ja!

Dynamisch.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Beklemmende versnelling

Sprekende trillingen.

"The great tragedy of speed as an answer to the complexities and responsibilities of existence is that very soon we cannot recognize anything or anyone who is not traveling at the same velocity as we are. We see only those moving in the same whirling orbit and only those moving with the same urgency. Soon we begin to suffer a form of amnesia, caused by the blurred vision of velocity itself, where those germane to our humanity are dropped from our minds one by one. We start to lose sight of any colleagues who are moving at a slower pace, and we start to lose sight of the bigger, slower cycles that underlie our work. We especially lose sight of the big, unfolding wave form passing through our lives that is indicative of our central character.

On the personal side, as slaves to speed, we start to lose sight of family members, especially children, or those who are ill or infirm, who are not flying through the world as quickly and determinedly as we are. Just as seriously, we begin to leave behind the parts of our own selves that limp a little, the vulnerabilities that actually give us color and character. We forget that our sanity is dependent on a relationship with longer, more patient cycles extending beyond the urgencies and madness of the office."

The Great Tragedy of Speed, David Whyte

BRON

De zinnen lees ik herhaaldelijk, alsof ik met herhaling de zin uitdiep. Het raakt een weten aan dat, middels vertraging, eerder een beleven is.

Ik denk aan hoe ik opgekruld op de schoot van een dierbare lag en met open mond en hoorbaar ademde. Ontspanning werd gaandeweg één met schijnbaar plotse schrokjes van ontladen spanning. De trillingen van mijn benen spraken over 'dingen te doen' en 'woorden te zeggen'. Laat maar gebeuren, klonk een 'stem', fluisterend wellicht, niet puntig te plaatsen in de stroom die we als tijd determineren. Alertheid erodeerde langzaamaan tot wat misschien vrede genoemd kan worden. Een herinnering aan een vanzelf afgestemd innerlijk kompas, dat vrede ontegenzeggelijk ook precies mij treft. Ontladingen van angst, van druk, van zorgen vóór, van vluchten van leegte, van paraatheid. Opwarmende ogen, geladen met een mengsel van ontroering en ruimer voelende rouw, kwamen met een frissere blik, alsof ik de wereld opnieuw voor het eerst zag. Een opening waarin tijd oplost in plaats van het geconstrueerde probleem is.

Pfffieeuw, al schrijvend schieten met sneltreinvaart stilstaande beelden van mijn leven voorbij, van beklemmende versnelling. Alsof de zin van vertraging weer ietsje levendiger voelbaar is, een toewijdend verlangen opwekkend.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Ben ik er wel, ben ik er niet?

Kiekeboe, dít ben ik (niet).

"Dit ingenieuze kleine organisme op deze planeet is wat door het hele spektakel wordt gecreëerd zodat het zich zijn eigen aanwezigheid kan realiseren."

Alan Watts

Is dát het dan? Is dát de hele menselijke show, de reutemeteut, drekkig gezeur, wonderlijk theater, de ups en de downs, de pijnen en het piekende plezier, de overgave, de bejubelde liefde, het ernstige echte, het ongeloofwaardige lichte, het gedonder, gedoe, laat stáán al het onrecht? Zodat we onze eigen aanwezigheid kunnen realiseren? Is dít het dan? Het hele spektakel (een woord dat ik blijkbaar met moeite - emotie - na-typ, alsof ik daarmee iets kostbaars, bijna bibberend uit handen geef) is 'vanzelfsprekend'.

Elders in zijn boek schrijft Watts:

"De ervaring die je nu hebt - die je normaal, alledaags bewustzijn zou kunnen noemen, is het."

Toen ik dit las, begon ik van onder mijn deken (waar ik graag in de avond onder kruip om met gedimd licht nog wat te lezen), te grinniken.

In herinnering kwam een intens meditatief moment waarop ik in sneltreinvaart allerlei beelden van mensen en andere diersoorten in strijd en lijden zag. Het begon te duizelen, "aaarrggghhhh" voelde ik mijn lijf roepen. "Nééé, dát niet, dat echt niet", kermde mijn 'mind'. En het bleef doorstromen en kolken, ik ervoer krampoproepende, veelal vermeden, onderdrukte verbindingen tussen mij en wat ik tot dan toe van onze werelden aan vormen van lijden meende te hebben gezien en gekend tot de draaikolk ineens schrikbarend snel stopte. Het leek bijna ondraagbaar piepend stil. En ineens voelde ik iets subtiels wat ik dan maar als een soort já zou beschrijven, al wist en weet ik niet tegen wie of wat ik dat precies zei zonder woorden, al weet ik niet of het gericht of ongericht was. Alsof het tegen alles en niets tegelijkertijd gezegd en per ommegaande gehoord werd. Bijna ontgoocheld knipperde ik met mijn oogleden. En toen kwam de glimlach oproepende vraag: is dít het? Dít?

Schrijvend erover poog ik deze intense ervaring te bemachtigen. Met woorden dek ik het eigenlijk weer toe, komt er een soort omhulsel omheen. DIT. Alsof ik mezelf weer onder de deken positioneer, het avondlijke uitsluiten van licht toedicht aan 'mijn eigen keuze' en het daaronder technische dimlicht aanzie als 'Verlichting'. Zo eigen ik een wonderlijk spreker als Watts bijna verstikkend toe als vertrouwde vriend, snakkend naar gelijkgestemdheid. Hij weet het, ik weet het! Ha!

Is het een competitie? Heb ik behoefte aan bevestiging?

Valkuilen alom. Is er iets te weten? Zo ja, dan 'weet' iedereen het weldra ik het weet, en vice versa. Dit voelt wel intens verantwoordelijk....

Watts roept het sprekende beeld van het spel 'verstoppertje' op. Kiekeboe. Bijna romantisch aanvoelend stelt hij dat kleine kinderen dit spel meteen snappen, parafraseer ik wellicht wat grofmazig.

'Snap', pun intended.

We representeren onszelf als iets-anders dan onszelf. Maskers is het woord dat we dan vaak gebruiken. Het grappige en ongemakkelijke is dat we (absoluut gezien) eindeloos veel 'anders' zijn, omdat we met alles verbonden zijn. 'Zelf' is diep intiem en verstrekkend, omvattend, verreikend. Dit diep intieme maakt het ook intens 'relatief', als in: betrekkelijk. Dat het ene zich tot het andere betrekt, dat er altijd sprake is van intensiteiten van betrekkingen. Relaties. Vóelbare verschillen.

'Bij jou kan ik echt mezelf zijn', zeggen we misschien. Wat zeggen we dan? Spelen we geen verstoppertje meer? En wie blijft er over als we ons van alle maskers ontdaan hebben? Is er een ondeelbaar klein deeltje?

In precies deze hele context, inclusief alles wat er hier en overal is, vallen 'zelf' en 'ander' weg. Dít is het, nú vallen 'verstoppertje' en 'onthullen' samen.

Misschien komt het woord 'gewoon' op. Dit voelt 'gewoon'. Wonderlijk gewoon. Ik ben er, ik ben er niet.

Ik herinner me dat het woord 'gewoon' genoemd werd in een context (relatie) stampensvol intense gevoelens (betrekkingen) die ik al gauw zou verbijzonderen, waar ik verhalen en verbeeldingen bij had, waarbij ik welig over 'dankbaarheid' zou vertellen. Gewoon?! En weer voelde ik vanbinnen die grinnik. Stilte.

Gewoon knetterbijzonder, duizelingwekkend afwijkend gewoon. Dat 'ik' er ben en dan weer niet. Kiekeboe.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Samen vallen

We waren ook de mist waar we doorheen reden.

"Precies zo staat het bestaan van een individuele persoon in verband met zijn context. [...] Ik zou zelfs kunnen beweren dat als een bepaalde ster ver weg in het universum niet bestond, je anders zou zijn dan wie je nu bent. Ik zou niet kunnen zeggen dat je níet zou bestaan, maar wel dat je anders zou bestaan. De verbindingslijn tussen jou en de ster is zeer, zeer gecompliceerd, en je zou kunnen zeggen dat de verbinding zwak of onbelangrijk is - maar ze is wel belangrijk. Dat je er niet over nadenkt of het niet beseft, betekent niet dat ze niet belangrijk is. Je loopt elke dag op aarde zonder te hoeven peinzen over hoe ze je ondersteunt, maar dat doet ze."

Alan Watts, Weg van het Denken

Miraculeus, dat en hoe alles met elkaar verbonden is.

Onbeschrijfelijk. En ik blijf verwikkeld in de aantrekking het tóch te proberen, schrijven. Zoals de meest prachtige muziek ook juist de stilte hoorbaar maakt (en geluid en stilte intrinsiek verweven zijn in wat wij muziek noemen), zo probeer ik mét woorden te beschrijven wat er tussen woorden 'gebeurt'.

Zoals Watts in hetzelfde boek benadrukt: bestaan is relatie. Woorden krijgen betekenis binnen (een) zin. We raken nooit - of per direct - uitgeschreven, als we op zoek zijn naar de ultieme zin.

Wonderlijk is het hoeveel we níet hoeven te weten en toch, hoe dan ook, volledig verweven zijn in dit grote, gonzende organisme met de nietige naamgeving Leven.

We hoeven zelfs niet te herinneren dat volgens een zekere indeling de zon ook een ster is - en het dan ineens, volgens het ene of het andere wereldbeeld, knetterlogisch of mythisch in te leven is dat we volledig afhankelijk van een verre ster zijn.

Onderwijl ik onze dochter vanochtend naar school bracht, passeren verschillende wereldbeelden en gevoelens.

Het was de eerste keer na een vrij heftig fietsongeluk dat we weer 's ochtends naar school fietsten. We zijn een paar weken geleden flink gevallen, samen.

Gisteravond bereidden we de fiets goed voor en lazen we de weersvoorspellingen. In de ochtend deden we nog een check. Wat is de grondtemperatuur? We hebben een handig en knapgemaakt programma waarin de temperatuur van zowel de wegen dichtbij huis als van de weg waar we eerder op zijn gevallen van wordt aangegeven.

Ik merkte vanochtend dat de spanning in mijn gezicht, rondom mijn ogen (bijna tegen de slaap aan waar ik flink op ben gevallen), samenging met mentaal zoeken. Welke weg zal ik rijden? Heb ik voldoende licht op de fiets met deze dikke mist? Hoe weten we zeker dat er geen ijzel ligt? Mis ik iets?

Oké, dacht ik voordat ik de deur van het veilig-voelende huis op slot deed, we hebben praktisch gedaan wat we kunnen doen, dít is een kwestie van opnieuw ervaren.

We maakten ons klaar om op de fiets te stappen. Gestructureerd nam ik door dat alles in orde was met de fiets en voor 'de start' van de reis. Helmen op, alle riemen vast, lichten aan, versnelling laag, aandrijving ook. Oké, oké, dank mechanisch wereldbeeld. Adem in en uít.

Dikke, zachte kus op de wang van onze dochter en een vrolijke, verbazingopwekkende "Daar gaan we!" Alsof ik met mijn moed ook de fiets zou laten vliegen. Zachtjes brabbelde ik wat over 'oefenen', alsof er ondertussen weer wat wereldbeeld(en) (over maakbaarheid, over fantasie als antwoord op onzekerheid) lichtjes ontspanden.

Al fietsend liet mijn lichaam nog wat schrik via spanningen en traanvocht los. We naderden de bochten waar we gevallen waren, ik reed wat rustiger, zag daarna ineens dat het een heel mooie ochtend was, dat de omgeving mythisch mistig mooi was en ik deelde mijn vreugde over de herwonnen bewegingsvrijheid, mobiliteit.

Ondertussen was de wereld nog zoveel complexer.

Vele vragen over vogels kwamen voorbij. Ik voelde verwondering over haar verwondering, beeld ik me in, over de wereld. We spraken over soorten vogels, hoe ze leven en hoe hun levens verweven zijn met de levens van andere vogels en diersoorten.

Dit ritje ging niet alleen of specifiek over het overwinnen van gebalde spanning na een ongeluk.

We waren ook de mist waar we doorheen reden, onze harten die doorklopten, de stromende vragen, het onderzoeken van mogelijke antwoorden en het vertrouwen van het niet-zeker-weten, de vele bomen langs de weg, de stenen - en de asfaltweg, het tot onze verbeelding sprekende vliegen van vogels, de telefoon in mijn zak die ik later zou gebruiken om kort en hartig te laten weten dat we goed zijn aangekomen, (de band met) de lieve vrienden die ons al wekenlang ondersteunen bij het wegbrengen en ophalen, het ontbijt dat verwerkt werd in een miraculeus levendig lichaam, de fiets, de techniek, de haven achter ons huis, de vele huizen waar we langsreden, het nieuwsbericht dat ik gisteren las en dat als opluchting en verschrikking doorleeft in mijn buik, de stille, krachtige sluizen, een gek wit, plastic ding op de weg waar mijn dochters oog opviel, de nawerking van de zorg die we in het ziekenhuis kregen, mijn bijna geheelde, nu wat schreefjes staande ellenboog, het voelbare geluk bij het ongeluk, de tegenliggers die knikten en zij die elders waren met hun gedachten. En zoveel meer waar ik nooit en te nimmer bewust bij stil sta, kan staan en dat ik uberhaupt nooit weten zal.

We waren de volgens mijn spanningsrijke gezicht precies op tijd opkomende zon. Rara, wie zijn we?

We waren dat allemaal, omdat het miraculeus - en pijnlijk - samenviel, precies waar, wanneer, hoe, wie en wat. Omdat het samenvalt.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

De realiteit, ze ziet mij

De realiteit zien zoals ze is. Ik hoor het mezelf herhalen.

De realiteit zien zoals ze is. Ik hoor het mezelf herhalen. Tranen stromen over mijn wangen. Ik voel en zie wíe ik wanneer, op de een of andere wijze, heb afgewezen.

Omdat ze mij op een voor mij op dat moment ondoordringbare, niet doorleefbare realiteit wezen. Hun zijn in mijn zijn werd afgewezen pijn. Ik zag hén niet, moest en zou onvrij zijn van de emotionele waarheid die hun aanwezigheid in mijn uitdijende cirkels van voelen weerspiegelde. Hoe pijnlijk ook, want op dát moment niet ontvangen; een gift. Emotionele waarheid die in elke relationele dans duizend-en-éen kansen krijgt zich(t) te tonen als een geometrisch magnifiek geconstrueerde spiegel.

De energetische lading komt los. En losser. De realiteit is ongeëvenaard mooi en pijnlijk tegelijkertijd. Terwijl weerstand oplost, voel ik waar en hoe pijn en plezier samenkomen, als een 'uitholling' van mijn lichaam vol geabsorbeerde emoties, poses en pogingen.

Bijna gretig, soms als kleine schreeuwtjes van wanhoop zoek ik naar de juiste muziek. Muziek die door me heen trilt, alles er laat zijn, niets meer benadrukt, niets minder toont, in totaliteit ontvangt en laat gaan, van de liefde geen sentiment of bypass maakt en in dankbaarheid radicaal ja zingt met ongemakken, levensgekrakel, of als bijna ondetectbaar gefluister mijn aandacht hyperfocust.

Ja tegen de rouw, het afscheid nemen van de verbeelding, het ja zeggen tegen hoe het ís. Waar woede en overdonderende liefde waanzinnig gelijkaardig in energetische lading kunnen zijn, waar een ondoordringbare donkerte vanochtend het eerste ochtendlicht bereikte en waar ik, shit nog aan toe man, huil tot het voelt dat mijn huid stukje bij beetje uit elkaar valt, erodeert, en ik vleselijk naakt doorvoel hoe intiem leven met dood en liefde met laten verweven zijn.

De muziek stopt, in de stilte kolkt de vaatwasser, de dagdagelijksheid draait even spiritueel voort als voor en na de piek en val van emoties, en er is alle tijd van de wereld, éen grote zonnewende, om te zijn met wat er is. Ik ben nog niet klaar met deze pijn, weet ook niet of er zoiets als een einde aan te raken is. Waar ik ben, is zij. De realiteit.

Welkom, doe alsof je thuis bent.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Bekentenissen

Tot waar ‘ik’ verga

Wat is er toch veel waanzin in deze, onze wereld. Wat voor nachtmerries maken we werkelijkheid door de oneindigheid te limiteren tot overtuigingen die we oorlog en vrede noemen. Uitleven.

Hoe belangrijk is het dat we blijven dromen, dromen over wakker worden. Wakker worden in een wereld die in essentie niets en niemand anders geworden is, nog altijd zintuiglijk magnifiek verstrengeld en transformatief zonder de wil van de mens als ultieme wet. Wakker worden en een wereld dromen die door in - & uitademen alleen al vol van waarden en onuitspreekbare zinnige subtiliteit is.

Hoe wroegend makkelijk is het, zo lijkt het toch, om de verbinding die we zíjn te verblinden.

Hoe pijnlijk de immer voortgaande vraag wie er waarom op welk moment en met welk recht, tot en met welke laatste ademtocht, gelijk heeft. Hoe plezierig toch de stroom aan fascinerende samenwerking die niet alleen mensdieren, maar heel het heelal tot spiegeling terugbrengt.

Kon ik maar met woorden, die mij zo vertrouwd lijken, wegnemen wat aan daden niet in woorden uit te drukken is. Kon ik maar met daden de woorden verstillen die tot het soort ontdaan-zijn leiden waar we kermend uit geboren worden.

Kon ik maar zijn, precies zoals ik ben. In extase, ieder huilend en vereenzaamd hart koesterend door net dat Ene moment, net dat Ene mens

ten diepste lief te hebben

en in het uitdijende heelal

volledig loslaten

'jou' laten vallen

tot waar 'ik' verga

in Leven.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Uit wanhoop geboren

Uit wanhoop geboren levensenergie.

Oud en Nieuw heb ik mogen vieren met onze beste vrienden, als een familie die welhaast gekozen voelt, maar net zo organisch is gegroeid als een kind in de buik van een moedermens. Daarbij werden we omringd door stuk voor stuk liefhebbende, open, ieder unieke, onderzoekende en met elkaar genietende vrienden. Rijkdom kreeg in deze context weer een nieuwe jaarring aan betekenis. Rijkdom als met elkaar zijn zonder het grijpen naar elkaars ervaring alsof het iets zou zijn dat je je kunt toe eigenen of determineren. Openheid op de contactgrens met een ander mens, daar waar bewustzijn vuurt.

Oud en nieuw was een viering van de angstaanjagende tijdelijkheid van het gedeelde leven onderwijl mijn tijdsbesef tot nagenoeg niets evolueerde.

Van moment tot moment terugblikken op wat er was dit jaar voelde telkens als een uitnodiging om in het hier en nu onbevreesd de toekomst te verwelkomen. Als vuurwerk dat prachtig en onvoorstelbaar tegelijkertijd kan zijn.

Het was een duizelingwekkend jaar. Naast de psychose was er ook het fietsongeluk waarbij ik frontaal op mijn gezicht viel. We zijn verhuisd naar een nieuwe stad, maakten de keuze om dichtbij de mensen te zijn die ons volmenselijk vermogen tot ‘houden van’ in onze harten opkloppen. We hebben onze dochter zien opgroeien tot haar alsmaar uitdijende Zelf, elke keer weer verwonderd door de sensitiviteit waar we in haar gezelschap bewust van zijn. En er waren voor mij bijzondere mensen dichtbij en vrij abrupt veraf die allen een tedere plek in mijn hart wisten te raken, nog steeds voelbaar als golvende rouw.

Terug naar de afgelopen dagen, het prille begin van de menselijk geconstrueerde tijd die we 365 dagen lang 2025 noemen. Na het feestelijke samenzijn tijdens de symbolische overgang tussen 31 december en 1 januari volgden er nog dagen vervuld met intieme gesprekken. Een stroom aan wonderlijke afstemming op wat er in ieder van ons leefde, leeft.

Op enig moment deelde mijn liefste levenspartner zijn nieuwste muziekstuk, een neoklassieke compositie. Hij droeg dit stuk op aan zijn levenslange vriend, een voor mij ook dierbaar mens.*

Deze vriend zag afgelopen jaar geen andere keuze dan zelfdoding. Ik schreef er eerder over. Dit kun je lezen in het artikel Als licht is hij gegaan.

Het was prachtig om alle vrienden aandachtig naar de doordringende existentiële verklanking te zien en voelen luisteren, om samen één te zijn in deze muzikaal doorleefde herinnering en ode. Het was prachtig te weten dat dezelfde vriend mijn partner als eerste inspireerde om muziek te maken. Het was ontroerend dat de hart-taal van mijn partner, muziek, zo ontvangen werd. Dat er op deze wijze ook echt naar hem en zijn artistieke, vrije en gevoelige potentieel geluisterd werd, via ieders gespitste zintuigen onze verbinding verdiepend en verlevendigend. En het was alsof we zo het verloren leven van onze vriend opnieuw, via trilling, via de essentie van voelen en van muziek, het leven inluisterden.

Het was ook diep triest om vol emotie en erkenning van tragiek en eenzaamheid zo dichtbij de persoon te zijn die nu alleen nog in ons hart leeft. Om te doorleven hoe bruut zijn einde geweest is en hoe immens zijn lijden moet zijn geweest. Hebben we hem wel écht verstaan? Liet hij echt van zich horen? Verloren we zijn grondtoon?

Ik merkte dat ik veel verdriet voelde. Mijn keelspieren trokken intens, als een zeer lokale, zeer onprettige verzuring, alsof het ingehouden misselijkheid betrof. Vervolgens was ik wat aan het dwalen, mijn blik afwendend van de groep. Maar in een community waarin sensitieve afstemming de primaire taal is, werd mijn wegbewegen gespiegeld. Bovendien voelde ik in mezelf waarden stromen, mijn borststreek prikkelde tot spreken, mijn buik werd zwaar. Ik voelde een fundamentele levenswaarde, de waarden van leven, die alleen met dwingende, knijpende onderdrukking nagenoeg onzichtbaar wordt. Het wat het moment om te delen wat ik voelde en om niet uit verbinding te gaan.

Er volgde een uiterst subtiel verbonden uitwisseling over het verdriet dat er in mij leeft. Leven-schenkend water sijpelde als tranen over mijn wangen. Mijn buik kon het denk - en voelproces weer zonder signalerend ongemak aan de rest van mijn lichaam toevertrouwen.

Wat naar boven kwam, wat indaalde, was de wanhoop die ik als tiener heb gekend en die er in allerlei overlevingsvormen indirect, maar in essentie nooit direct uitgekomen is. Wanhoop kwam er in overlevingspogingen uit in de vorm van eetstoornissen (naar binnen gerichte boosheid uit protest tegen levensbedreigende wanhoop), verslaving (proberen minder of anders te leven dan er in mij ís, de leegte ten alle tijden opvullen), en in de onderdrukte, hemelzijdank vitaliserende woede die soms tijdens de psychose veilig tot uiting kwam. De donkerte die er in de psychose terugkerend en omvattend was, met momenten waarop ik er paniekoproepend overtuigd was dood te gaan.

Tijdens de uitwisseling met twee aandachtig luisterende, voor mij zielskoesterende mannen, en dankzij de muzikale ode aan de overleden vriend, kreeg ik toegang tot de wanhoop. Vrijheid, want het was gedragen overgave aan de donkerte die ik zo vaak heb willen ontvluchten.

Dat ook ik ooit heb gedacht dat zelfdoding een oplossend antwoord op mijn radeloosheid was. Maar het was geen antwoord, het was de expressie van een levensvraag waar ik sprakeloos alleen in leefde en een verlossend uitroepteken voor zocht, wanhopig als ik in afstemming op een wegkijkende omgeving was.

Dat ik ooit dacht, omdat ik mij zo ontregelend en ontgrondend eenzaam voelde, dat zelfdoding een laatste poging zou zijn om mijn aanwezigheid in het leven - en zelfs mijn bestaansrecht - als gemis te doen voelen, misschien te bewijzen bij dierbaren. Hoe diep moet mijn ontreddering zijn geweest?

Ik heb het niet gedaan, ik heb niet gekozen voor zelfdoding als antwoord op ultieme wanhoop. Ik heb wel veel grenzen overschreden in de zorg voor mezelf, onbegeleid in wat goede zorg voor mezelf is en immer zoekend naar manieren om iets van mijn 'zelf' zowel te verhullen als intact proberen te houden, desondanks en dankzij de traumatische gebeurtenissen.

Het gaat er voor mij niet om dat mijn keuze om geen einde aan mijn leven te maken een getuigenis zou zijn van een bijzondere kracht, of dat ik iets overwonnen heb. In de keuze voor zelfdoding kan ook autonomie erkend worden, het kan een welhaast onverdraagzame reflectie zijn van hoe de persoon ervaart wat het leven waard maakt om te leven. Een snakkende zoektocht naar de poëzie van het leven, naar wat waarheid is en wat draaglijk is voor een individu, de constructie van een mensbeeld dat onze diep relationele aard ontaardt. Het kan een protest zijn tegen de waanzin die er in onze werelden is. Of zelfs een overgave aan grove tegenstelling tussen leven en dood. Vanuit dat licht kan ik het niet losplaatsen van het gepaard gaande lijden dat vaak een fundamentele rol speelt in de keuze voor zelfdoding.

Mensen ervaren waardigheid, deze waardigheid ís ervaring, dat wat ons telkens weer belichaamd herinnert aan hoe en wat samenleven is. Hoe dieper deze ervaring ons vervult, hoe intenser de inherente leegte - de rauwheid, de onbepaaldheid, de kwetsbaarheid - ervan voelbaar is.

Ook wanhoop is waardig. Misschien wel de diepste roep om het leven dat we zijn ten einde raad te erkennen.

Tegelijkertijd wil ik mijn eigen levenskracht (en de momenten van zorg die er ook voor mij waren) niet bagatelliseren of onbelicht laten. Als er iets is dat mij geholpen heeft, door de jaren heen, dan is het wel een wijsheid die ik al vroeg heb beleefd, dat al vroeg door me heen bewoog, en ten diepste niet aan mezelf is toe te schrijven: dat 'zelf' een constructie is. Dat 'ik' meer ben dan wat impactvolle of zelfs vluchtige gebeurtenissen aan gedrags - en denkconditioneringen voortbrengen. Dat ik het recht heb te voelen dat het leven dat ik leidde en waarin ik werd begeleid, niet het leven was dat ik als waardig voelde. En dat ik maar bleef zoeken, meer onbewust dan bewust. Zoeken naar de gevoelens die ik geleerd had te onderdrukken en nooit geleerd had lief te hebben als kenmerk van mijn integriteit. Van waarde(n). Dat ik dwars door alle onderdrukking heen bleef zoeken naar radicale acceptatie van de wanhoop en waanzin die ook in het leven zijn, naar de mensen met wie ik in ontmoeting en community een vanzelfsprekende waardigheid zou leven. En in essentie naar het leven dat ikzelf ontegenzeggelijk ben, onvoorwaardelijk.

Een zoektocht die vergaand geworteld was en is in de fysiek doorleefde indruk dat we als mensen fundamenteel niet weten hoe complex het leven is, dat we 'er' maar gewoon zijn en dat daar geen schaamte onderhoudend 'mogen' aan vooraf hoeft te gaan. Vroeg er ooit iemand aan de "big bang" of dat wonderlijke begin van dit mysterieuze leven mócht bestaan? Het enige antwoord op deze verlangensvolle vraag naar orde, contact en geborgenheid is onvermijdelijk diep spiritueel, zo fascinerend als de vragen van theoretische fysici of begeesterde dichters. Het is in essentie een pure ervaring, zoals onze geboorte, die we, geloof ik, nooit en te nimmer in woorden of wetenschap herbeleven.

Ja, ik ben immens blij dat deze levensintuïties dichtbij zijn gebleven en met de jaren verfijnd raakten, dieper inzakten, zelfs tot het stoppen van zoeken aan toe. En ik ben heel verdrietig dat het zo'n zoektocht is geweest, soms zo'n strijd, een strijd waar ook dierbaren onder geleden hebben. En ik ben hemelreikend dankbaar voor de vrienden die samen met mij ‘een wijze van aanwezigheid zijn’ om dan eindelijk, alsof ik metaforisch aan het einde van mijn leven kom, mezelf kan overgeven. En dan tuimel in de bijna verstikkende ervaring van alompresente hopeloosheid. Want ook dát was en is er in mij.

Wanneer onze beleving omwille van tragische, verscheurende en ontheemdende gebeurtenissen doordrenkt is van hopeloosheid, krijgt het woord ‘realiteit’ met alle recht een absolute dimensie. We geven alle hoop op, we zijn precies waar we zijn, op een desolate plek waarin er geen troostende verhalen meer over zijn en relationele verstrengelingen geen tijdelijk vangnet meer vormen. En daar gaat het over de absolute gezondheid van onze ervaring, de graadmeter van integriteit. Het gevoel te leven. Realiteit te zíjn. Hier gaat het over menselijke ervaring en spirituele verbinding als vorm van ultieme bescherming en als expressie van ongelooflijk veerkrachtige levensvatbaarheid. Noem het verlichting; noch een staat noch een inzicht noch iets wat wij hoeven toe te voegen aan het leven. Eigenlijk, gek genoeg, precies waar alle lagen conditionering die zogezegd óver onze ervaring heen ons bewustzijn dimmen, wegvallen.

Hier zijn we los van identificatie, excluderende ideologie of maatschappelijk conventionele manieren om de wanhoop – als ware het de dood zelf - koste wat kost te vermijden. Het is de plek waar we geboren worden als de mens die we altijd al waren, waar het grote mysterie dat we leven noemen alle hoop overtreft die we ooit met ons denken, doen en verbeelden kunnen evenaren, onderwijl we dat – het is ongelooflijk – elke dag toch pogen, allemachtig aan toe. Dag en nacht, met een in onze ogen eeuwigdurende zon als stralende, brandende, veelbelovende getuige, zelfs als wat wij menen te zien ondoordringbare donkerte is.

Moge ieder mens die dit jaar de energetische lading van wanhoop nadert en ergens, misschien ver weg, lijfelijk om redding voelt roepen.....omringd worden door een cirkel, klein of groot, nabij of op afstand verbonden, van niets-eisende, synchroon ademende medewezens.

Wanhoop maar, lieve vriend, dat is wat we óók zijn, en leun dan radicaal in de absolute integriteit van jouw unieke verschijning als schitterend gedimd leven. Niet oneindig, maar open eindig.

Liefs en....

Wees warm welkom de muzikale kunst van Pijke, mijn partner, te luisteren. Je kunt dit doen door op deze link te klikken. We horen graag wat jij erin hoort en voelt. Neem gerust contact op via lotte@alotofcomplexity.com.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Sprekend lichtpunt

Lichamen die elkaar vinden.

De afgelopen weken ontving ik berichten van ouders van kinderen die psychotische episodes hebben (gehad). Of van vrienden, andere familieleden. Ze gaven aan dat het lezen van mijn berichten hen begrip en steun bood. Fijn. Ontroerend ook.

Tegelijkertijd merkte ik kritische vragen in mezelf op. Het plaatsen van de posts ging samen met een oudvertrouwde neiging om op zoek te gaan naar goedkeuring. Ook merkte ik op dat ik me soms bezighield met de constructie van een identiteit, met verhaal maken, met soms een staat of een inzicht benadrukken en minder een proces waarvan het einde open is te laten ontvouwen.

Vervolgens vroeg ik me af of het idee van een stigma doorbreken (vrij letterlijk) zelf-onderhoudend was. Maatschappelijk heeft het waarde processen van stigmatisering bespreekbaar te maken. Vanuit ervaringsperspectief herken ik geen stigmatisering, eerder een voortgaande stroom aan gevoelens, gedachten, sensaties en meer, geen te herleiden tot éen zelf. Ook de ervaring van psychose maakt niet wie ik ben.

Zo denkend kwam er een mix van verdriet en verlangen op. Een verlangen naar een wijze van leven dat volledig samenvalt met ervaren. Hoe zou ik dan schrijven? Is dit überhaupt iets om naar te stréven?

Het verdriet kwam met herinneringen. Gedachten aan vriendschap en aan verlies. En een herinnering, een herlijving, van een existentieel proces waarin hoe het is om mij te zijn centraal staat, niet wie of wat ik representeer.

Het verdriet zocht ontlading. Ik voelde het bijna drukken tegen mijn huid. Ik kreeg het warm, mijn huid was geprikkeld, ademhaling voelde drukkend, even leek het alsof de huidproblemen die ik eerder dit jaar had weer terugkwamen.

Deels vond verdriet expressie tijdens een wandeling op de pier die zich achter ons huis bevindt. De mist weerspiegelde mijn binnenleven. Ik vertraagde, stond een tijd met mijn ogen dicht stil, herkende mijn ervaring in de roep van de meeuwen.

Toen ik merkte dat er ook iets in verbinding met een ander doorleefd wilde worden, heb ik het in gesprek gedeeld met twee vrienden. Verlangen en verdriet waren tegelijkertijd aanwezig en ik merkte hoe mijn lichaam tot rust kwam en er een soort lichtheid in me oprees.

Gisterochtend was er een sprekend lichtpunt. Na vier weken herstel van een ellenboogbreuk kon ik onze dochter weer optillen. Het voelde alsof onze lichamen elkaar weer stevig vonden en ik werd een gemis gewaar waar we alle tijd niet heel bewust bij stilstonden. Grootkleingeluk.

Voor 2025 heb ik weinig concrete plannen. Het voelt meer als een onderzoek. In hoe ik leef, verbind, creëer en aanwezig ben. Samen.

Ik wens jou en alle dierbaren meer dan goeds; grootkleingeluk,

Lotte

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Ons vasthouden

Bewustzijn, overgave.

Ik kreeg de vraag wat ik geleerd heb uit mijn ervaring met psychose. Een vraag waar ik nog op kauw, een proces dat (misschien wel altijd) gaande is. Een poging:

Het belang van community. We gingen sámen door dit proces. Vrienden wisselden hun aanwezigheid af, zo was ik grotendeels van de tijd verbonden met een dierbare. Familie snelde toe om in de buurt te zijn. Er was onderling veel contact en steun. En terwijl communiceren op een gebruikelijke wijze met mij onderbroken was, was er toch verbinding. Via de afhankelijkheid, via oogcontact, kleine momenten van afstemming, fysieke steun, via zorgverleners, beschermende begrenzing, zorg voor onze dochter en gaandeweg herkenning van emotionele symboliek en momenten van humor. Het was een gezamenlijk leerproces om ook in verwarring af te stemmen op hoe het is om (met elkaar) te zijn. Het was een gezamenlijk proces van hulp vragen en vertrouwen.

Verder ervoer ik tijdens mijn psychose, gedurende momenten van helderheid, dat dwars door alle ontregeling heen, bewustzijn een anker is. Dat bewustzijn óók de ervaring van gedragenheid is, zelfs in een ervaring die op momenten uiterst eenzaam voelt. Een oog in de storm. Stilte. Zien in het donker.

In momenten van helderheid heb ik ervaren wat overgave is. Ik begreep niet wat er allemaal gebeurde, ervoer machteloosheid en gaf me over aan niet-begrijpen. Tussen de intense emoties (inclusief verzet) door is dit bijgebleven. Bewustzijn, overgave. Ook zo werd eenzaamheid een ervaring van eenheid.

Het proces heeft verwondering opgeroepen. Ik bewoog van euforie naar terreurgevoelens en weer terug. Mijn gedrag was zeer ongewoon, de ervaring ongebreideld, als oneindig. 'Intens' is een understatement. Het spectrum van ervaren bleek breder, de spiraal van menselijk ervaren bleek dieper. Ik zag hoe een mens, ik, van alles aangrijpt om ordening te herkennen. En hoe gelaagd betekenisgeving is. We zijn een en al verband, associatie. Sindsdien ervaar ik een grote(re) openheid én intimiteit. De ervaring laat zien dat we als mensen zo enorm, meer dan ik geconditioneerd was te geloven, verweven zijn in ons proces van zingeving. Al het leven is ook in ons. Ver uitstrekkend en uiterst subtiel.

Na de psychose echode vanbinnen 'Ach, meissie'. Ik zag hoe de extremiteit van de ervaring verwikkeld was met innerlijke conflicten. Ik voelde dieper hoe het is om mij te zijn. Hoe het proces is (geweest) voor dierbaren. Hoe onderdrukking werkt. Hoe compassie voelt.

Ook heb ik grenzen ervaren. Ik heb voorafgaand aan de psychose stress ervaren. Fysiek, emotioneel. Het leerproces gaat dus ook over hoe te leven en zorg te dragen. Wat is wijs, wat níet. Ironisch genoeg brengt dit realiteitszin. Ik voel grenzen, communiceer dit in gedrag, keuzes en soms woorden. Dit brengt meer eenvoud. Het is (als) oefenen.

Het is geen proces dat ik graag nog eens doorga. De kwetsbaarheid en heftigheid (voor mij en anderen) staat hierbij voorop. Misschien heb ik meer ontleerd dan geleerd. Daarbij weet ik niet wat de toekomst brengt:

Laten we ons vasthouden.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Ontmoetingen met oneindigheid

Misschien is stilte de verteller.

“It seemed to be a necessary ritual that he should prepare himself for sleep by meditating under the solemnity of the night sky... a mysterious transaction between the infinity of the soul and the infinity of the universe.”

Victor Hugo

Favoriete herinneringen uit mijn jeugd zijn de nachten die ik op ons terras doorbracht. Onder de fameuze sterren. Ik herinner me éen keer waarop ik meegevoerd werd door de weidsheid en de diepste donkerte van de sterrenhemel. Misschien was ik 11 of 12. Mijn lichaam werd in die tijd levendiger en levendiger, ik absorbeerde de beleving daar op het terras. Het was een spiritueel intense ervaring. Ontroering kreeg de boventoon in een onmeetbare innerlijke stilte, die mij ook kortdurend, maar heftig angst inboezemde. Ik weet nog dat ik er woorden aan wilde geven, de ervaring wilde delen met vriendinnen, met mijn zussen, maar dat ik geen idee had hóe.

De indruk van de ervaring heeft altijd met me mee gereisd, bewust of onbewust. De expansie van mijn abstract denkvermogen, de verlevendigende intimiteit van mijn ontwikkelende lichaam en de relaties in mijn leven en de oneindigheid van het universum vielen samen.

Bijna twee jaar geleden wenkte een dierbaar medemens, of ik mee naar buiten ging, de sterren aanschouwen. Ik stond op het punt om bewust te worden van een stroom aan uitdijende liefde, we stonden aan het begin van een existentiële reis waarvan het einde ongemakkelijk ópen was en in deze hoedanigheid keken we tegelijkertijd naar een hemel waarvan we de uiterste contouren nooit zouden waarnemen.

Even keek ik opzij, keken we echt naar hetzelfde? Ik wist wederom niets te zeggen, voelde mijn bekkenbodem.

De indruk van de ervaring bleef. Hier werd alles gezegd dat gezegd moest worden en het maakte niet uit aan wie of wat het gericht zou zijn.

Een jaar geleden ongeveer, tijdens deze intensieve existentiële zoektocht, sliep ik wederom op een terras. Ik vond het initieel heerlijk om daar te liggen, voelde me vertrouwd nietig en tegelijkertijd omarmd door alles om me heen. Geen bed fijner dan deze openheid op een comfortabel ondoordringbaar voelend beton.

We lagen te keten daar op het terras, een door de open hemel gestimuleerde Monty Python achtige humor werd vervolgens vanzelfsprekend deel van een openhartig gesprek over seksuele intimiteit. Maar toen gedurfde vragen aan mij gericht werden, voelde de nietigheid steeds ongemakkelijker en de weidsheid om me heen bedreigend groot. Ik wist niets te zeggen, bemerkte ook een sterke grens. Even voelde het alsof ik faalde.

De indruk van de ervaring bleef. Het was alsof woorden sowieso te kort zouden schieten als antwoord op de vragen over intimiteit. Later berustte ik in het gevoel dat dat klopt, dat waar het over ging in dat gesprek voor mij geen resonantie in woorden kon vinden. Waar was mijn kosmische lach?

Telkens was hier een ontmoeting met oneindigheid. In de weidsheid, in de liefde, in betekenisgeving. Momenten waarop ik mezelf niet meer aan het aanschouwen was, waarop ‘zelf’ verdween in een onbenoembare uitdijende uitgestrektheid. Iets waar ik met geen wil of wet woordelijke noch zintuiglijke ordening in kon vinden.

Afgelopen jaar, een jaar waarin gevoelsmatig verlies van liefde – nee: rouw als uiting van liefde – door mij heen bewoog, was er ook zo’n indrukwekkende ontmoeting met oneindigheid. In een intens spirituele ervaring was er een bewustwording waar ik nog niet klaar voor was om dit met een zekere rust en aarding te verweven met mijn ‘gewone’, nietige zijn. Mijn denken en voelen werden ongebruikelijk opgeschud. Wat betekent leven vanuit dit ongeankerde, in essentie perspectiefloze perspectief?

Een onbegrijpelijke ervaring. Leven is.

Misschien vind ik er nooit de precieze woorden voor. Misschien is er kunst, geloof en schoonheid in de wetenschappen om er een communiceerbare glimp van te ervaren. Wat mij gerust stelt, is te weten dat oneindigheid toont dat er alleen een beginnersgeest is. In elk proces, zo ook de liefde, die viering van intimiteit.

Misschien is stilte de verteller. Grinnik.

“If the doors of perception were cleansed everything would appear to man as it is, infinite.”

William Blake

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Onszelf: zelfbedding

Zelfafwijzing is een vorm van innerlijke, vaak ook verinnerlijkte onderdrukking.

Al op jonge leeftijd kan zelfafwijzing een gewoonte worden. Zelfafwijzing is een vorm van innerlijke, vaak ook verinnerlijkte onderdrukking. We onderdrukken aspecten van onze manieren van menszijn uit angst voor sociale uitstoting. We geven dan vaak iets van onszelf op, of leren het streng te veroordelen, om deel van de groep uit te blijven maken.

De zorg van de groep is voor een jong kind van levensbelang. De kwetsbaarheid van het kind wordt omringd door machtsstructuren die tegelijkertijd ook de bedding voor het opgroeien zijn: gewoontes, normen, conditioneringen. Een kind kan al vroeg schaamte beleven. De vraag is of de bedding biedende groep het kind (dan) uitnodigt tot het experimenten met haar manieren van menszijn opdat de schaamte niet ontwikkeld tot minderwaardigheid en het geweten niet ingekleed wordt door de belangen (en de ideologie) van (ge)machtigden in de groep. Zijn de gewoontes een uitnodiging tot vrije verbinding?

Zelfafwijzing kan ook geconceptualiseerd worden als deel van een rijpend geweten waarmee bepaalde impulsen worden afgeremd. Negatie van uitgeleefde agressie zouden we wellicht als lovenswaardig beschrijven. Of als emotioneel volwassen.

Dit (impliciet) loven en cultiveren van deze vorm van zelfafwijzing, een vorm van inhibitie (remming), is een precair gebied waarin bewustzijn van verregaande culturele conditioneringen nodig is om vrijheid van individualiteit in verbinding te borgen.

Onze culturen gaan onze geboorte vooraf en voorbij in het aanleren van ideeën, rituelen en gewoontes waaruit het geconstrueerde onderscheid tussen goed en kwaad blijkt. Deze ideeën kunnen ons doen, denken, voelen en creëren beperken en ze houden bestaande machtsstructuren vaak ook in stand.

We leren al vroeg aan dat het uitleven van agressie niet oké is, maar we lijven de energie mogelijk niet in. Zo kan dit een vorm van zelfafwijzing worden dat lijkt te getuigen van een ontwikkeld of zorgzaam geweten, maar onder de emotionele oppervlakte samengaat met verinnerlijkte agressie. Agressie gericht op sommige processen van het zelf. Er ontstaan schaduwkanten. Deze schaduwkant zien we niet (meer) en dan lopen we via zelfafwijzing de kans om onze eigen levensenergie (in de vorm van bijvoorbeeld agressie) op een ander te projecteren, die we vervolgens waarschijnlijk ook afwijzen. De agressie is niet zozeer ingelijfd en doorleefd in waarneming als wel via een omweg op een ander gericht. Er is dan een kans dat we niet hebben geleerd welke uitingsvormen onze eigen agressie allemaal kan hebben, we herkennen het niet in onze geconditioneerde manieren van menszijn.

Het kan ook zijn dat we bij afwijzing van onze eigen agressie niet leren (aanvoelen) hoe grenzen te stellen en communiceren. De ervaring van agressie in ons lijf kan communiceren dat er een grens overgegaan wordt. De vraag is of de bedding biedende groep een kind de ruimte biedt om de levensenergie en gepaard gaande perceptie van agressie te doorvoelen, uiten en belichamen vanuit eigenaarschap. Speelt de groep met het kind, haar uitdagend om zichzelf in al haar levensenergie te uiten, leren kennen en vormen onderwijl het haar met aanwezigheid en sensitiviteit begeleidt door een veelzijdige wereld?

Pas wanneer we het emotionele en existentiële landschap waarin het kind zich beweegt vrij én aanwezig (verbonden) exploreren, kan een kind uitproberen hoe het is om zichzelf te zijn. Wat we een 'zelf' noemen blijkt dan veelal veelzijdig en beweeglijk, relationeel en complex. Het blijkt méér beweeglijk dan de ideeën - gedachten - die we hier vaak over bezigen, die we hebben aangeleerd en die we vanuit verinnerlijking ook uitleven.

Binnen verbonden vrijheid kan blijken dat wie je dácht te zijn niet is wie je (aan het worden) bent. 'Zelf' wordt dan meer en meer een (soms heel handig) construct dat aanleiding geeft om te ontdekken welke limiterende overtuigingen aangeleerd zijn. En om daar misschien eens, binnen verbinding, tegenin te bewegen of juist ongeremd uiting aan te geven. Om zodoende 'het andere' of 'het onderdrukte' in jezelf te herkennen, je menszijn hiermee uit te proberen en verder expressie te leren geven aan wie je (aan het worden) bent. Wanneer we dit doen, creëren we een cultuur waarin diversiteit en verbondenheid elkaar verrijken en expanderen. We vertrekken vanuit verwevenheid als principe van leven en beleven vanuit deze belichaamde verbinding hoe het is om ‘onszelf’ te zijn.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Ben je een ‘dachter’?

Begrijpen is een vorm van houvast in een leven vol complexiteit, verandering en onzekerheid.

'Wat is een overtuiging? Dat is denken dat tot stilstand is gekomen.'

Milan Kundera

Tot stilstand gekomen denken. Dat klinkt even zalig als zorgwekkend. Zalig omdat het kan gaan over een toestand van mentale rust, vrede wellicht. Zorgwekkend omdat gemis aan denken kan betekenen dat de nuance, begrip en dialoog ver weg zijn.

Misschien is tot stilstand gekomen denken hetzelfde als wat David Bohm 'gedachten' noemt. Een herhaling van patronen, het verleden dat het heden vult met al bewandelde en veelal versleten paden. Hier stuiten we ook op overtuigingen. Overtuigingen zijn niet zelden stoffig.

Helder, fris denken vaart wel bij het tot stilstand komen van gedachten. Dit tot stilstand komen, of laten we het 'verstillen' noemen, kan ondersteund worden door vormen van meditatie. Door zulke oefeningen raken we minder geïdentificeerd met gedachten, overtuigingen kleven minder. We oefenen het onderhouden van een mentale ruimte waarin denken vrijer, speelser, scherper, associatiever of juist meer overwogen vorm krijgt.

Helder, fris denken wordt ook ondersteund door eigen geloofssystemen te toetsen en uit te dagen. Dit kan bijvoorbeeld door contact te hebben met personen met andersoortige overtuigingen en denkwijzen, door je open te stellen voor hun belevings - en betekeniswereld.

Kun je tijdelijk als de ander denken, anders-denken?

Soms breekt helder en fris denken bij onszelf door nadat we onszelf, gekozen of niet, in een situatie hebben bevonden die nieuw of ontregelend is geweest. Even raakten we onze aannames kwijt, spitsten de zintuigen opnieuw en worden we ten tijde en nadien geprikkeld om zin te zien en geven aan de opgedane ervaring.

Al een geruime tijd lees ik vaak teksten of hoor ik uitspraken waarin ons denken tegenover het voelen of tegenover de innerlijke stilte wordt geplaatst. Geïnspireerd door spirituele stromingen waarin mindfulness wordt voorgedragen, wordt de nadruk gelegd op een 'nu' waarin er geen rusteloos denken aanwezig is en we niet belast worden met lijden dat gepaard gaat met denken over het verleden of de toekomst.

Ook ik heb me in tijden intensief verdiept in deze stromingen en ik heb baat bij sommige oefeningen.

Zo heb ik een neiging om veel nadruk te leggen op begrip(svorming). Begrijpen is een vorm van houvast in een leven vol complexiteit, verandering en onzekerheid.

Ik ontleen ook veel plezier aan begrijpen: het exploreren van een cognitief landschap is diep vervullend. Met de tijd zijn rationaliseren en intellectualiseren soms echter verdedigingsmechanismen geworden waarmee ik dezelfde openheid die de grondslag voor het begrijpen vormt, inperkte. Het begrijpen werd een vorm van grijpen, denken werd 'dachten' en overtuigingen stolden in mijn leefwereld. Oefenen met mindfulness, het losserkomen van de gedachtenfixatie, was en is bewustzijnsverruimend.

Een recente ervaring van psychologische desintegratie, waarin de wereld tijdelijk onbegrijpelijk voor mij was, heeft me verder doen beseffen hoe sterk onze mentale leefwereld bestaat uit constructies. Deze constructies vormen al gauw overtuigingen die een dieper soort begrip, het denken, in de weg staan.

Overtuigingen laten vaak uit zicht dat het leven nog steeds een mysterie is, ondermijnen de kracht van de herkenning van het niet-weten en vullen bewustzijn en onze relaties met projecties en oordelen.

Tijdens de desintegratie ervoer ik echter ook hoe heftig het is als je even helemaal geen structurerende gedachtewereld meer ervaart. Mijn geest deed dan ook verwoede pogingen om alsnog een voorspelbare wereld waar te nemen.

Uit de ervaring weet ik dat we soms gedachteneilanden nodig hebben om niet te verdrinken in de oceaan vol golven aan associaties die ons bewustzijn potentieel rijk is. Deze eilanden kunnen ook gevormd worden door sociale verbinding. Toen ik zelf even niet meer kon structureren en construeren werd ik opgevangen door dierbaren om mij heen. Dit vangnet, deze betekenisweb om en door mij heen, deed het denkwerk dat ik tijdelijk niet kon doen.

De ervaring zelf blijft ten diepste onbegrijpelijk, zoals het leven dat uiteindelijk ook is. Door de goede zorg kan ik terugkijken op de ervaring en het onbegrijpelijke een plek in mijn begrip bieden. Ik kan ook meer vanuit sociaal vertrouwen leven en minder op mijn gedachten leunen als vorm van controle. Mijn geloofssysteem is er wat door veranderd. Dit proces wordt ondersteund door pogingen tot kritisch denken over wat er is gebeurd. Denken heeft hierin een scheppende rol. Regelmatig stuit ik dan weer op gedachten, oude wijze van denken die ik soms bevraag en soms hanteer als eiland in een oceaan aan betekenis, of eenvoudigweg een 'verband' dat nieuwe inzichten verweeft met reeds bestaande.

Het is mooi om jezelf uit te dagen frisser te denken. Het is waardevol om je rusteloze gedachten tot stilstand te brengen. 'Daartussen' is het prettig een bepaalde mate van voorspelbaarheid, overtuigingen, constructies en gedachten, te bezigen zonder dat helemaal in vraag te stellen. Deze ervaring van voorspelbaarheid, het niet in vraag stellen van ons eigen bestaan, verinnerlijken we idealiter, is mijn overtuiging, als jong kind door te bouwen op een attente sociale omgeving. We geloven in onszelf en elkaar als basis, we zijn van en vol waarde(n).

Onze geloofssystemen kunnen veranderen, maar als we ze heel sterk onder druk zetten, dan is er mogelijk geen sprake van transformatie, maar van een negatieve desintegratie, een zogezegd totaal verlies van betekenis en samenhang. Als dat gebeurt, kunnen we ons proces van betekenisgeving ook niet meer delen (dat is beangstigend onverbonden) en voelen we ons waarschijnlijk ook zeer bedreigd (het kan voelen alsof we onszelf helemaal verliezen, als een soort doodgaan).

Wat hebben we nodig om zowel open te staan voor fris-denken als een basis ervaring van voorspelbaarheid te kennen? Wat is het midden tussen vernieuwing en behoud, tussen entropie en onze organiserende weerstand hiertegen? Kan ik in het mysterie zwemmen?

Deze vragen fascineren mij, mede omdat we samenlevend te maken hebben met veel verschillende vormen van dachten en denken. We hebben verschillende wereldbeelden en kennen andere vormen van zingeving. Daarbinnen kennen we andere waarden en andere waardencombinaties. Samenleven vraagt dus ook het samenwerken tussen deze waardencombinaties en dat is op z'n zachts gezegd vaak uitdagend. We zien in de wereld hoe intens overtuigingen kunnen schuren.

Deze tijd focus ik mij op begripsvorming van de processen waarmee we ons eigen en andermans 'dachten' en denken kunnen herkennen, verdiepen, soms ontleden, met elkaar verbinden en samen laten werken.

Denken en voelen zijn geen tegenovergestelde, ze zijn diep verbonden. Met denken creëren we voelen, voelen stimuleert de vorming van gedachten. Voelen kán ons tot denken nopen wanneer we de emoties ontladen en de gedachten wederom tot voelen, associaties en zintuiglijke waarneming ontleden: dan denken we fris.

Innerlijke stilte is vruchtbare inspiratie voor een intensieve dialoog. Overtuigingen zijn er en aandacht is nodig om ze te begrijpen en ons eigen denken mee te verrijken, aan te scherpen en uit te diepen. Openstaan voor elkaars overtuigingen kan soms onoverbrugbaar ingewikkeld voelen - dan lijkt de belevings - en betekeniswereld van de ander onbegrijpelijk. Uit ervaring weet ik dat verbinding ook dan (mogelijk) is.

Ik geloof dat we verbondenheid als principe van leven nodig hebben (als een soort existentiële verankering) om van daaruit elkaar uit te nodigen tot vrijer denken. Een wijze van vrijer denken waarin taal ook fijnzinnige tast is en taal geen gedachten dicteert of dwingend, subtiel of niet, oplegt.

'A great many people think they are thinking when they are merely

rearranging their prejudices.'

David Bohm

Identificeer jij jezelf als een denker? En wanneer ben je een 'dachter'?

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Met de kennis van Nul

Met dit spel hopen we haar beleefwereld op te tillen.

'Weten baby's helemaal niets, weten baby's nul?'

We spreken over de kennis die in het lichaam aanwezig is. Over voelen. En dat er verschillende vormen van weten zijn.

'Maar weet een baby dan wat een bloem is?'

We spreken over een bloem zien, ruiken, voelen. En over het concept, het woord bloem. En over hoe verwoording en zíen (perceptie) vaak samengaan.

'Wat is bloem in het Engels?'

We komen te spreken over klanken die de baby in de buik hoort. Dat de mama, papa, opa of oma - of andere kinderen, vult ze aan - bijvoorbeeld Nederlands spreken en dat de baby dan in de buik al Nederlandse klanken meekrijgt. Of Spaanse. Of Engelse, vult ze wederom aan.

Ze stelt fundamentele vragen. Hier wordt een wereldbeeld gebouwd. Ik sprokkel kennis bij eén om mee te bouwen. Het meebouwen zelf is een fijne ervaring van betrokken verbondenheid. Tegelijkertijd hoop ik brokstukjes kennis mee te geven die van het bouwwerk een verweven web maken.

'Het leven is geen nulsomspel: door middel van symbiose hebben soorten gezamenlijk ecosystemen gecreëerd waarin het geheel veel groter is dan de som der delen.'

Jeremy Lent

Gisteren spraken we over het getal nul. Ze vroeg zich af of dit getal eigenlijk wel 'meetelt'. Zo was ze al filosoferend bezig met de bijzondere eigenschappen van dit symbool. Één vraag naar 'niets' impliceert een vanalles-betrekkende interesse naar de wijze waarop we betekenisgeven. Nul is een startpunt om het over wiskunde, natuurkunde, geneeskunde, informatica of toekomstvoorspellingen te hebben.

Haar vraag over de kennis van baby's raakt ten diepste wie we menen te zijn als mens en welke principes van leven we honoreren in hoe we met elkaar en met de wijdere wereld omgaan. Het is nu misschien onvoorstelbaar, maar eens dachten we dat baby's geen pijn kenden.

Het voelt nog wat vroeg om over intergenerationeel leren of celgeheugen te beginnen. Wow, dat zelfs - of bij uitstek - cellen hun eigen manieren hebben om patronen te herkennen (https://www.nature.com/articles/s41467-024-53922-x). Ik heb nog geen pakkende metafoor paraat, maar belangrijker nog: haar 'prompt', haar relevante vragen, volgen nog wel. Wanneer we een open ruimte voor een duizendtal vragen creëren, chatten we samen een eind op weg, de uiterste en meest intieme regionen van het heelal in.

Over een tijdje laat ik eens heel andere talen horen. We ontdekken wel hoe dat weerklinkt in haar opbloeiende denken. Met dit spel hopen we haar beleefwereld op te tillen, zodat ze net voorbij onze kruin een toekomst kan zien die ons omwille van onze eigen conditioneringen nu eenmaal ontgaat. We gaan verder dan de nulmeting.

Read More