Lotte van Lith Lotte van Lith

Weef een horizon

Een ineenstorting doorkomen vraagt de verbondenheid die het leven eigen is.

De zon kwam langzaam op, bracht een nieuwe dag belicht door oud licht. Ik stond meteen aan, mijn telefoon ook. Vlak voor de meditatie las ik de eerste nieuwsberichten en de Amerikaanse verkiezingsuitslag leek me al beslist.

Tijdens de meditatie viel ik bijna in slaap. Was het symptomatisch?

We leven in een wereld vol grote existentiële dreigingen. Dominante culturele systemen lopen tegen hun failliet aan. De ineenstorting van ecosystemen gaat hand-in-hand met de ineenstorting van economische en politieke systemen. Frequent ontpoppen er initiatieven om andere vormen van samenleven uit te proberen, maar er leeft ook een hang naar een geprojecteerd verleden. Er leven verschillende vormen van zingeving op, verhalen en toekomstbeelden waarmee alle gevoelde en geleefde onzekerheid toch binnen een groep bedding vindt.

Ik ging recent door een hevige desintegratie. Het was zo hevig, dat ik er tussendoor, eventjes, scherp getuige van was wat het ego doet om een ineenstorting koste wat kost te voorkomen. Als het moet vindt het overleving in wanen. Iets in mij had in de gaten dat ik vooral verward was en ik gooide mijn handen uit machteloosheid omhoog. Een gebaar waarmee ik de begeleiding van anderen accepteerde. Zij weefden een web van relaties om mij heen. Wat ik niet voor mezelf noch voor mijn dierbaarste dierbaren kon zijn, waren zij. Zo kon ik relatief veilig door deze ineenstorting komen, als een klein kind toevertrouwd aan haar stam.

Van jongs af aan voel ik verbondenheid aan als principe van leven.

Gaandeweg raakte ik deels afgesneden van deze verbondenheid.

Hechtingsconflicten, culturele narratieven waarin het individu en diens doen en doelen centraal staan, gemis aan stam en rituelen, mijn eigen vormen van anders-zijn en wat dat met mij heeft gedaan: het droeg allemaal bij aan een beperkt levensbeeld. Ik leerde hoe mijn zelfbeeld – de gouden ticket voor aanpassing en acceptatie, status en erkenning - te laten overleven. Zo bezigde ik een idee over mens-zijn waarbij ik ‘de mens’ neeg te reduceren tot het zelfbeeld dat mij vertrouwd was, dat ik verdedigde.

Mijn zelfbeeld lag tijdens de recente desintegratie in diggelen. Ik had niet meer de cognitieve vermogens om de wereld te voorspellen. Om te construeren. De verhalenverteller in mij was zoek en ‘ik’ ontglipte mijn bewustzijn. ‘Ik’ was datgene wat mijzelf ontging, wat alleen in de relatie bestond en waar ik vol op diende te vertrouwen, ook toen ik impulsief tegen anderen in wilde bewegen en psychologische schaduwen hun weg naar het daglicht vonden.

Na dit proces ervoer ik ten diepste niemand-te-zijn. Ik ervoer een intensieve stilte na een intense storm. Wie ben ik nu? En hoe wil ik nu leven? Ben ik dezelfde als de persoon vóór de desintegratie?

Wat is het ‘zelf’? Tot waar reikt het 'zelf'? Welke verbindingen staat een geconditioneerde nadruk op het zogeheten zelf toe om te herkennen en erkennen?

Thich Nhat Hanh leerde ons dat we inter-zijn. Hij kon met grote eenvoud deze omvattende complexiteit tonen. Over het boek dat uit bomen bestaat, de bomen die de lucht zijn. Het ‘zelf’, als alles verbonden is, valt uit een in ontelbare delen en geen daarvan is te benoemen als het opperdeel, want ook dat deel bestaat weer uit vele delen. En bovendien gaan al die delen in elkaar op, zijn ze volledig met elkaar verweven.

We leven in een groot web vol betekenis en verbinding, onbegrijpelijk complex.

Ik leer over hoe mijn persoonlijke leed, lasten en lusten, verweven zijn met collectief leed en collectief doorwerkende machtsstructuren. Ook na de recente desintegratie, na het heftige, tijdelijke verlies van verhalen waarmee ik mijn wereld kleiner hield en met de verdieping van sommige sociale verbindingen, bestudeer ik weer complexiteit in en om me heen. Hopeloos falend, er is altijd meer, maar het helpt om dichterbij een kinderlijk innerlijk weten te komen.

Verbondenheid is het principe van leven. De gevoelens van vandaag stimuleren me om meer verhalen te vertellen die deze verbondenheid tonen. Dan gaat het niet om onontkoombaar goede of slechte eindes of een alles bepalende moraal. Het gaat wel ten diepste over onze zingeving. Het gaat om verhalen waaruit gevoel blijkt, het intieme ijkpunt van verbondenheid. Verhalen waaruit verder reikende verbinding en veelzeggende details blijken, de referentie voor scherper nadenken. Verhalen waarin we worden geprikkeld om onze context binnen contexten te plaatsen, ons handelen als directe impact aan te voelen en onze onzekerheid als een gegeven dat we met elkaar delen. Verhalen waaruit een levendige en conceptueel beweeglijke intelligentie blijkt, waarin woorden spreken tot warmte en een open, onderzoekende, differentiërende vorm van waarheidsbevinding. Verhalen die ons bemoedigen om onze eigen verhalen te vertellen, om deze toe te voegen aan een wereld en haar in diversiteit te spiegelen en te laten groeien. Deze verhalen probeer ik te vertellen.

En als ik geen verhaal meer kan vertellen, als dit niet meer kan omdat de context iets anders nodig heeft, dan hoop ik op dat moment draagkrachtig genoeg te zijn om zonder woorden precies dat te doen wat er nodig is. Afgestemd handelen.

Meer dan eerder besef ik me hoe precair ons bewustzijn – de contactgrens met al het andere leven - is. Dan ben ik dankbaar dat ik ook vandaag weer verhalen kan vertellen. Met de zon als kampvuur, met geliefden, lezers en andere levensgezellen nabij.

Een ineenstorting doorkomen vraagt aanwezigheid, zorg, liefde, overgave, betrokkenheid, scherpte in denken en handelen, realiteitszin, moed. Relaties. Hechting. De verbondenheid die het leven eigen is.

Weef, weef, weef. Weef een horizon.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Slierten haar

Leven ontvouwt zich ook op deze kleine schaal, laat dat weten vrij in me rond blijven gaan.

“Wil je me nog even kriebelen? Zo met je haar?”

Ik ga op mijn knieën naast haar bed zitten, buig me vertraagd naar haar toe, beweeg iets omhoog met mijn hoofd en hang mijn haren over haar voorhoofd, wangen, nek. Dan stem ik me af op de ‘lullabies’ die op de achtergrond klinken. Terwijl mijn ademhaling vertraagd, voel ik in de handeling een eenheid met de muziek.

Ontroering. Dit hier is een uitdrukking van haar vrijheid. Ze maakt haar soevereine verlangen kenbaar, haar eigen wijze om mens te zijn. Ik kan ‘nee’ of ‘ja’ doen en geniet evenredig van mijn mogelijkheid om haar eigen-lichaam-zijn hierin eerlijk te ontmoeten.

Dit is een teder beeld van menszijn dat ik niet kwijt wil raken.

In deze ontmoeting worden we samen weer geboren. Zoals telkens wanneer mijn aanwezigheid kansen voor haar schept om de wereld te ontdekken en haar vrijheid te oefenen. En dan hoop ik dat het telkens ‘op tijd’ komt, dat ze ontvangt wat ze nodig heeft om tijdig op haar ontwikkelpad nieuwe gradaties van vrijheid te ontdekken en herdenken. Nog voordat we besloten om te proberen een kind te krijgen, was dit de vraag. Kunnen we de structuren bieden die haar beweging in, onderzoek van en verbinding met de wereld faciliteren?

Ouderschap heeft me bewuster gemaakt van de wijzen waarop ik volledig ín de wereld verweven ben. Ik heb vaak verzet gevoeld. Dat waren dan momenten waarop ouderschap mij onlosmakelijk dieper in deze wereld wortelde, met toenemend besef van het geweld, lijden en de vergankelijkheid die in het leven bestaan. Soms dacht ik dat vrijheid te vinden was in de afwezigheid van zorgtaken.

Maar dat klopt niet. Samen voegen we iets toe aan de wereld. Het blijft onvoorspelbaar wat dat precies is. En het kent vormen die soms onwaarschijnlijk dagelijks, dan weer levensveranderend intens zijn. Geboortes.

Dit tedere beeld, mijn haren die over haar wangen strelen, graveer ik diep in mijn ideeën over wat het betekent om mens te zijn.

Het verbonden moment herinnert me eraan dat afgestemd zorg dragen voor elkaar toegang biedt tot vormen van tederheid die een ander wereldbeeld in ons scheppen. Tederheid die onze zintuigen niet op scherp, maar op subtiel stelt. We krijgen een indruk van de wijze waarop alles met elkaar verbonden is, met een hele hoge resolutie.

Met de afwezigheid van tederheid in ons leven, lopen we het risico vrijheid te begrijpen als een afwezigheid van tegenwerkingen. We kijken en voelen grof, ons wereldbeeld vergoelijkt het eindeloos graaien naar iets dat we ergens in onze ontwikkeltijd fundamenteel verlangden en diep gefrustreerd raakte.

Op de meest nabije contactgrens is empathie de schepper van soevereiniteit.

Mijn ogen naderen die van haar. Diep geconcentreerd ontvangt ze de kriebels, zie ik de wetmatig neervallende, slierten haar. Leven ontvouwt zich ook op deze schaal, laat dat weten vrij in me rond blijven gaan.


Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Zinzoekerij

We zijn continu onze wereld aan het voorspellen. Dat is de constructie die we maken, ingegeven door kennis die we al opgedaan hebben.

We zijn continu onze wereld aan het voorspellen. Dat is de constructie die we maken, ingegeven door kennis die we al opgedaan hebben. We doen het uiterst rap en efficiënt en het scheelt een enorm pak bewustzijn om niet elk moment alle prikkels tot één geheel te hoeven ordenen.

Soms lopen we vast en lukt dat voorspellen niet meer zo goed.

Zo kunnen we een levensgebeurtenis ervaren waarin we tijdelijk alle controle verliezen. Hoe we de wereld vóór die tijd onbewust in elkaar knutselden, en zelfs de bewuste verhalen die we elkaar hierover vertelden, is uit één gevallen.

Bij een dierbaar verlies komt veel van ons leven in het gedimde licht van het gepaard gaande verdriet te staan. Het verdriet stemt ons vaak wat analytischer, we denken dieper na over wat van waarde is. Bij een grote schrok of aanhoudende onveilige situaties zijn we misschien verstard geraakt. Ons wereldbeeld staat nu bol van onvoorspelbaarheid en juist het voorspellen van de onvoorspelbaarheid beneemt ons speelruimte. Of letterlijk: ademruimte.

Soms zoeken we zelf die ervaring van ontregeling op. We treden buiten de berucht en beroemde comfortzone en ervaren tijdelijk hoe het voelt als we niet meer (volledig) op automatismen en invullingen kunnen varen. We staan het toe dat de wereld en de impact daarvan op ons (licht) desintegratief is. Dit noemen we leren, of spelen. Het kan ook zijn dat we een piekervaring doorgaan. Een mystieke ervaring waarin we een mate van eenheid hebben gezien die ons nadien blijft fascineren en prikkelen om elke overtuiging die 'dualiseert' op te heffen.

Als we de tijd, ruimte en aandacht hebben om onze levenservaring te integreren, of het nu om speels opgedane ervaring of verwarrende levensgebeurtenissen gaat, dan gaat dit proces vaak ook samen met een cognitieve heroriëntatie. Dat is de 'leerkracht' van metacognitieve processen, die ons kunnen vergezellen in het opnieuw coherent betekenisgeven aan zintuiglijk piekende momentopnames. Dan zijn we aan het bouwen aan zingeving. We ontdekken patronen in patronen in onze verzameling, op het eerste oog ambigue levenservaring.

We zien bijvoorbeeld dat ons leven bij herhaling onvoorspelbaar is geweest, we herkennen dit wellicht tijdens ultraleerzame meditatieve momenten, en vormen met de tijd een nieuw levensbeeld. We zeggen dat het leven intrinsiek onvoorspelbaar is, dat er geen vaststaand 'zelf' te vinden is en dat we één stroom ervaring zijn waarin zich voortgaand gelaagde bewustzijnsprocessen ontvouwen.

Iemand anders ontdekt (schijnbaar) ándere patronen in patronen. Deze persoon herkent de vele conditioneringen die ons denken, doen en voelen met de tijd kenmerken. De persoon zegt dat we onderhevig zijn aan culturele verhalen en de sociale en historische context waarin we opgroeien. Misschien zijn mythes de taal waarin diens zingeving gedoopt wordt, misschien zwaaien psychologische theorieën de scepter in de heruitgevonden betekenisgeving. Weer een ander stelt dat we als mens zijn wat we dóen en welke impact we maken. Na zelf door allerlei levensprocessen te zijn bewogen, de wereld op vele plekken gezien te hebben, zich in vele tradities verdiept te hebben, sterk geoefend te hebben in het onderscheiden van goed van kwaad....mondt diens zingeving uit in een nadruk op morele ambitie. Of, sterker georiënteerd, in de keuze om het leven te geven voor het waar mogelijk verminderen van lijden. En dan is er nog een ander die de wereld wetenschappelijk verantwoord ordent in schalen van realiteit waarin met de name de kleinst waarneembare delen de basis vormen voor zeer voorzichtige uitspraken over het zogenaamd grotere geheel - een wereldbeeld vol verwondering voor 'hoe het allemaal werkt'.

Soms delen we de overkoepelende betekenisgevingsmodellen, vaak ook niet. Wanneer we iemand tegenkomen met wie we een significant deel van ons opbouwende model delen, kan ons hart harder gaan kloppen en een gevoel van eenheid gloeien. Alsof we nog iets beter passen ín de wereld.

En wanneer we iemand tegenkomen wiens constructies beduidend afwijken van de onze, dan is de uitdaging of we bereid zijn onze projecties tijdelijk los te laten. Durven we even in een leeg vat zingeving te tuimelen?

Met deze laatste vraag op zak is mijn dominante modellering van de wereld vaak gegaan over wie we als emotionele wezens zijn. Met onze emotionele beleving als het eerste ankerpunt waarvan we kunnen afleiden - herkennen - wat voor ons van belang is, hoe open we staan voor de ander en in de dat contact ontvouwende levensprocessen in onszelf, en welke vorm van zingeving nog geen ruimte krijgt in ons bestaan.

De nadruk op emotionele ontwikkeling als centraal voor ons wezen en welzijn is vele jaren bestendig gebleken. Toch desintegreerde ook deze constructie omdat ze niet toereikend bleek en dat vroeg opnieuw om een zingevingstocht waarin ik werd uitgedaagd om niet alleen projecties los te laten, maar ook te (h)erkennen wie en wat ik ben, wat mijn waarden zijn en waar ik naartoe beweeg in een wereld die groter, complexer en kwetsbaarder bleek dan ik voorheen had geïntegreerd.

Deze tocht werd gekatalyseerd door ouderschap (een diepe ervaring van verbinding en verantwoordelijkheid, een ervaring van uitstrekkende tijd, meer impactvolle wereldlijke verandering en afhankelijkheid tot zorg van anderen), raakte ingebed in intensieve trainingen over existentiële ontwikkeling, werd door bewustwording van existentiële dreigingen in de wereld gestuwd, kende een proces van verlies van vriendschap en opbouw van diepe connecties en kende zelfs één van de meest pittige, weliswaar kortstondige desintegraties die ik tot nu toe heb meegemaakt. Gelukkig waren en zijn er ook meer rustgevende varianten van heroriëntatie te herkennen.

Al jarenlang vergezellen boeken mij vaak op mijn pad van telkens heroriënterende, verdiepende zingeving. Zoals ik als kind kon genieten van het bouwen met gekleurde blokken, zo is het welhaast zinderend voor me om omringd te zijn met een grote diversiteit aan opgepende belevingswerelden en wereldbeelden. Ik ken periodes waarin ik boek na boek verslind, ondertussen intensief denkend, verbeeldend en voelend hoe de verschillende ideeën en perspectieven uit de boeken met elkaar verbonden kunnen worden tot een zingevend geheel dat anderen wellicht ook inspireert en ruimte tot sociale verbinding, kritisch doen en denken en creativiteit schept. De afgelopen maanden hebben de auteurs me weer flink geholpen om me een weg te banen door de zingevingstocht. Ik genoot en geniet van een grote mix aan werken over complexiteitsstudies, wijsheidstradities, politieke betogen, wetenschapsfilosofie en onder andere verdieping in de leefwereld van andere dieren.

Ondertussen ontstaat er een nieuw 'Gestalt' uit deze leestocht. De levenservaring van de afgelopen jaren vindt ontspanning in de langzaam weer coherent aanvoelende betekenisgeving. Ironisch genoeg een cognitief-emotioneel bouwwerk dat mede gefundeerd is op een (ook intensief ontregelende) ervaring van niemand-zijn, een uiterste van wat ik emotioneel ooit doorgegaan ben. Het is een proces waarin ik een fris soort vrijheid heb ontdekt, één die juist ingebed is in de onvoorwaardelijke liefde die ik in innige zorg van vrienden en familie heb mogen ervaren. Het betreft een vorm van vrijheid waarin ik niet los kom te staan van de wereld, maar er juist dieper in verweven blijk. Dat gegeven maakt van vrijheid meteen ook een vorm van verantwoordelijkheid. Het lezen van de afgelopen tijd helpt me om deze diepere verweving ook met woorden en denkbeelden weer te geven en te delen. Fantastisch om te weten dat het zo werkt en om de levensenergie te voelen borrelen om de gevonden perspectieven ook te verbinden met anderen. Ik doe niets liever én het wijst mij de weg, biedt mij een stimulerende context, om verantwoordelijkheid actiever te integreren in mijn keuzes en hetgeen ik toevoeg aan deze wereld.

Welke zingeving krijgt momenteel vorm bij jou?

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Van zelf - naar wereldbeeld

Hoe kan de openheid richting ervaring en betekenisgeving, een kenmerkend aspect van menselijke intelligentie, nóg opener staan voor diepe principes van leven?

Sommige begaafde personen hebben zich van jongs af aan regelmatig onbegrepen en onverbonden gevoeld. Wanneer hoogbegaafdheid als perspectief op wie ze zijn op hun volwassen pad komt, kan het zijn dat hier sterke verlangens naar begrip en verbinding mee beantwoord worden. Gretig worden boeken en bijeenkomsten verslonden, heilzaam is de ervaring dat er anderen zijn die hun diepste zorgen evengoed met existentiële humor, veelzeggende stiltes, cruciaal aanvoelende details of plots opvlammende betogen uiten. Oh, loop jij ook rond met zo’n intense binnenwereld? Gretigheid naar de verbinding met de ander gaat vaak hand-in-hand met het ontluikende verlangen om de openheid, beweeglijkheid en nieuwsgierigheid te leven die als kind zo spontaan kwamen.

Op één gestapelde ervaringen van sociale mismatches hebben zich nog weleens vertaald naar een sterke zelftwijfel. In de minderheid zijn is gaan voelen als minderwaardig zijn. De veelomvattende vraag naar identiteit is gepaard gegaan met de vraag of de persoon werkelijk ánders is. Misschien zelfs gek. Bestaansrecht voelt niet altijd even vanzelfsprekend. Het treffen van gelijkgestemdheid – of liever: ‘gelijkgolvendheid’ - kan een diepe honger naar contact en ergens altijd wel gevoelde, soms verstarde levensenergie stillen.

Deze beantwoording kan weer een nieuwe uitnodiging in zich huizen: om open(er) te staan voor de diversiteit binnenin jezelf (elk begaafd persoon is uniek) en om je heen (zoals het je open stellen voor neurodiversiteit in algemene zin). Vanuit een (hernieuwd) gevoel van zelfkennis en compassie voor je eigenheid, gevoed en onderhouden via een afgestemd, daarin soms ook confronterend of creatief disruptief sociaal contact, kan er een wereld aan diversiteit voor je opengaan. En sowieso, kan het de deuren openen naar een wijdere verkenning van de wereld nu dat je (onbewust) niet meer gefocust bent op een tekort aan zelfvertrouwen.

Begaafdheidsbewustwording heeft geholpen in het opnieuw leren vertellen van het eigen levensverhaal en het maken van keuzes waarin er rekening wordt gehouden met de eigen wijze van begrijpen, ervaren en relateren. Middels ‘belonging’ (intieme connectie ervaren) en integratie van je zelfkennis in hoe je leeft, werkt en relateert, kan de queeste rondom begaafdheid verworden tot een identiteitsverruimend proces van heroriënterende zingeving.

Want, wanneer onverbondenheid de boventoon of stille onderstroom van levenservaring wordt, ontgaan vaak ook de mogelijkheden om samen met anderen te bouwen aan vormen van samenleven, levenswijzen en wereldbeelden waarin de eigen complexiteit, intensiteit en gedrevenheid weerklank, soms desintegratie en dan weer integratie vinden. ‘Bovenop’ de intieme ervaring van sociale ontheemding ligt het gemis om de vele indrukken die de binnenwereld rijk is tot een betekenisvol geheel te integreren. Om dat te kunnen doen, is een verwelkomende context nodig voor je intensieve waarneming en de wijze waarop je betekenisvolle verbanden daarin projecteert. Als het niet (alleen) meer een dominante zelftwijfel is die het binnenleven kenmerkt, kan de levensenergie die vele begaafde personen kennen ingezet worden om andere culturele conditioneringen op te merken en soms om te wroeten. Om misschien zelfs tot toekomstbeelden en een vorm van zelfwording te komen die de persoon nooit eerder verwacht had. Waar zelfkennis eerder misschien over een focus op jou als individu met kwaliteiten en kwetsbaarheden in verbinding met andere individuen ging, is er nu een bewustwording van dieperliggende geïnternaliseerde wereldbeelden en samenlevingswijzen waarin het perspectief van begaafdheid verweven is geraakt. De kwestie van verbinding lag nog veel dieper verscholen in de begaafdheidsvragen dan we op basis van het bewuste verlangen naar begrip initieel, aan het begin van het zelfonderzoek, konden herkennen. De existentiële vragen die aan de oppervlakte komen, maken van begaafdheid bijna een metafoor voor wat er maatschappelijk niet klopt. Het ongezien-voelen van een begaafd persoon keert zich om: de persoon ziet nu met welke maatschappelijke blinde vlekken dit persoonlijke proces samenging.

Juist omdat de intensiteit, complexiteit en gedrevenheid (van begaafde personen) samengaan met andere (creatieve, inventieve, subversieve) indrukken van de samenleving en leefomgeving, is het vaak essentieel voor het stromen van de levensenergie dat er ruimte is voor het herkennen, herijken, uitdagen, uit één laten vallen en opnieuw kundig verweven van hoe zij de wereld begrijpen, erin bewegen en er betekenis aan ontlenen. Zodat de groeibehoeftes van exploratie, zingeving en liefde (Scott Barry Kaufman) beantwoord kunnen worden en de verworven identiteit vanuit het begaafdheidsperspectief verruimd kan worden tot een vorm van tussen-zijn: het ervaren en belichamen van een intensief relationele wereld waarin je verschil maakt door de wijze waarop je verbindt met heel je wezen en potentieel. Zo kan de openheid richting ervaring en betekenisgeving, een kenmerkend aspect van menselijke intelligentie, nóg opener staan voor diepe principes van leven. Geen gemakkelijk proces, niet zelden vol rouw en existentiële desoriëntatie, maar wel integer en integrerend.

Heb je zin om eens samen te bomen over jouw zingeving? In een setting waarin denken en voelen elkaar in openheid treffen en verrijken?

Misschien vind je de community dagen interessant.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Vormgevat gevoel

Met de tijd kunnen we ons bewustzijn via kennis, nieuwsgierigheid en oefeningen in aandacht en opmerkzaamheid verbreden en verdiepen.

“Feeling is never invisible; it takes shape and manifests as form everywhere in nature. Nature can, therefore, be viewed as feeling unfurled, a living reality in front of us and amidst us.”

Andreas Weber, The Biology of Wonder: Aliveness, Feeling and the Metamorphosis of Science

Met de tijd kunnen we ons bewustzijn via kennis, nieuwsgierigheid en oefeningen in aandacht en opmerkzaamheid verbreden en verdiepen. Waar ik eerder gefocust was op de vraag wat het betekent om mens te zijn (en daarin een thuisbasis vond in de humanistische ontwikkelingspyschologie), begeef ik me steeds vaker in het onderzoeksgebied van de principes van leven. Psychologie wordt aangevuld met biologie, en beide vakgebieden gloeien van nieuwe betekenis in het licht van elkaars perspectieven. Tel daar de studie van systemen en complexiteit bij op en we krijgen een betekenisscheppende dans waarin geconditioneerde wereldbeelden langzaam, soms snel, opbreken.

Dat proces ontvouwt zich terwijl we in een natuurrijkere omgeving zijn gaan wonen. De sereniteit, grotere biologische diversiteit en weidsheid van deze plek prikkelen me om een verandering van levenskoers en perspectief te realiseren (minder gehaast, meer verbindingsgericht) onderwijl ik bewust cognitieve bronnen verorber die mijn weten spitsen op de principes van andersoortige levensvormen.

Zo werd ik vanochtend wakker met het boek 'Een immense wereld' van Ed Yong waarin ik een fragment las over de wereldscheppende reukzin van olifanten, slangen en mieren. Dat en hoe zij hun wereld gewaarworden (en vormen) via geur is enorm fascinerend en roept een mate van verwondering in me op die ik doseren moet om er niet door geïntimideerd te raken.

Ik voel wat rouw. Van jongs af aan vertaalt een emotionele gevoeligheid zich geregeld naar remming van gedrag of sociale overcompensatie. De potentiële openheid en afstemming die emotionele gevoeligheid kan brengen zijn vaak verstrikt geraakt in de menselijke zoektocht naar herkenning, verbinding, status en zekerheid. Ik heb altijd geweten, vanuit datzelfde tastende en soms intense gevoel, dat ik in een biologische wereld vol levenszin beweeg. Wie in sterke mate in een gevoelswereld vertoeft en daar geregeld op reflecteert, wordt rap bewust van onzekerheid, dynamiek, raakbaarheid en verbondenheid. Met deze principes spiegelende ervaring op zak wordt het welhaast onvoorstelbaar dat andere wezens geen bewustzijn zouden kennen. Mijn niet-wetendheid van de specifieke gevoeligheden van andere wezens ervoer ik als een reden om ze tenminste allereerst te erkennen in plaats van ontkennen of afweren, noch voordat ik tot de verbeelding sprekende feitjes wist die me een indruk zouden kunnen geven van hoe het ervaringsgericht is om hén te zijn.

Het voelt verdrietig dat een grote mate van de mogelijke onderzoeksgretigheid naar de andere belevingswerelden is gedimd door de plek die sociale zorgen in mijn systeem innam. Alsof de zelfreferentiële preoccupatie met mijn plek in het menselijke netwerk mijn existentiële openheid en zintuigen voor de rest van de levende wereld afstompte (eigenlijk zoals ook een lange tijd bepaalde persoonlijke gevoeligheden in een schaduw stonden). Nu dat ik me opnieuw openstel voor alle andere, zo rijkelijk diverse - en ook overeenkomstige - principes van leven, voelt het alsof mijn zintuigen opnieuw wakker worden en mijn ervaring van dit bestaan herijkt wordt in een grotere wereld dan de menselijke.

Ik ben onderwijl mijn ontdekkingen toenemen weleens bang voor eindigheid, dat ik te weinig tijd hier op aarde en in deze levensvorm zal hebben om genoeg te leren dat zich werkelijk kan vertalen naar eerbiedige, op verbondenheid gebaseerde keuzes en acties. Het is aan mij, zeg ik met een licht drukkend gevoel, om deze golf bewustwording, die zo vaak aangekondigd wordt door een desintegratie, het verlies van een oud verhaal over wat het eerder heeft betekent om dit mens te zijn, te integreren. Om de toenemende complexiteit in mijn weten en waarnemen te vertalen naar een nieuwe, op den duur ook weer vereenvoudigende samenhang in doen en laten. Dit betreft een fase-overgang en misschien was het mede daarom dat ik even geleden zo intensief worstelde met de existentiële onbestemdheid die ik al langer ervoer. Juist door de crisis werd ik teruggeworpen in een basaal besef van kwetsbaarheid dat mijn menselijkheid direct verbond met meer dan menselijke principes van leven.

Terwijl ik dit schrijf, begint verdriet in me te bewegen, alsof het begint te krioelen in mijn keelgebied, slikbewegingen stimulerend, misschien een nieuw soort stemgeluid aan de mogelijke ontspanning van mijn keelspieren onttrekkend. Ik vertoef wat langer in deze sensaties, doe een poging ze ten volle tot bloei te laten komen in betekenisgeving. Dan merk ik op dat het best oké is om vanuit een verdiept besef van menselijkheid de grotere leefomgeving te verkennen en integreren in een ontwikkelend wereldbeeld. Het verdriet dat ik voel is nauw verbonden met een al als kind zo vertrouwd verlangen om te kennen en gekend te worden. Om te leven. Dat verlangen tot leven houdt niet op bij mijn opperhuid. Het verlangen leeft overal om mee heen in talrijke levensvormen. Verdriet signaleert wanneer dat verlangen niet (helemaal) geleefd kan worden, het is de andere kant van hetzelfde basisgevoel, van dezelfde basisbeweging van leven. Hoe meer ik in dit verlangen leun, hoe meer ik de wereld om me heen leer waarnemen vanuit een continue wederkerigheid en afhankelijkheid. Het maakt me ervan bewust waarom ik standaard wat verdriet voel als ik in contact sta met een ander dier. Het communiceert emotioneel hoe een verlangen om te kennen en gekend te worden, om in diepe verbondenheid te leven met het leven, op zoveel plekken in de culturen van de mensheid verlies lijdt. Het mag me uitnodigen tot bewustwording van de intrinsieke waarde van leven en hoe ik dit van binnenuit ervaar, ook als aangeleerde normen anders lijken te dicteren en de mens bóven de rest plaatsen. In dat licht is het prima om verlangen tot leven ook op andere levensvormen te projecteren. Het is in deze projectie dat ik onze verbondenheid - in de voortdurende beweging die leven is - gewaarword. Dáár begint de emotionele openheid om de belevingswereld van de andere levensvorm te bevragen, onderzoeken, erkennen en waar mogelijk mee te nemen in overwegingen hóe (samen) te leven.

Elke transformatie, die we om ons heen zo rijkelijk aanschouwen kunnen, is uitgerold en vormgevat gevoel.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Ontklemmen

Soms lachen we met op elkaar geklemde tanden. Achter de tanden schuilt een binnenwereld.

Soms lachen we met op elkaar geklemde tanden. Achter de tanden schuilt een binnenwereld. Het is een wereld bekleed met ingehouden emotie, soms merkbaar als psychisch verwarrende verknopingen. We hebben geleerd dat sommige vormen van emotionele expressie tot uitstoting leiden en houden het daarom binnen, waar het helaas ook de doorstroom van dieper gevoel weerhoudt. We lijken innerlijk verdeeld.

We hebben misschien een denkbeeld ontwikkeld. Over dat het niet oké is om zó boos of zó verdrietig te zijn. In het verleden ontdekten we met schrik dat de intensiteit van een bepaalde emotie werd beantwoord met stil – of wég wijzen. De ervaring van de emotie raakte verweven met een aangepast, verinnerlijkt oordeel, zelfafwijzing vormde de brug naar de wereld van de ander, een toevluchtsoord voor ontredderende eenzaamheid en verlating. Komen we dan op een punt in ons leven dat we graag vóller beleven, dat we graag gevoel laten spreken en intuïtie willen belichamen, dan stuiten we op die roestende denkbeelden. We delen onszelf misschien op in goed en kwaad, positief en negatief. We verwelkomen – zeggen we – het plezier en de verwaarloosde verlangens, maar wijzen verdriet of boosheid de deur. Misschien volgt er frustratie dat verlangens zich niet klinkklaar helder presenteren, geen eenvoudige beantwoording kennen: het is een voorbode van een dieperliggende oerkracht. Gaandeweg raken we vermoeid van een schijnbare strijd tussen ratio en emotie, een polarisatie die gebaseerd is op onrekbare overtuigingen over wat er wél en wat er níet mag zijn. Het hoofd, zo zeggen we misschien, werkt te hard en zetten we graag uít. Het hart steekt, de buik roert en de keel spant: gewoon ons gevoel voelen lijkt complex en uitdagend. Wanneer we psychisch weg bewegen van de fysieke gewaarwordingen, voelen we ons steeds sneller verdwaald. We weten dat we terug kunnen gaan naar die ene, volvoelende bron, die sensaties die we van binnenuit opmerken.

Misschien lachen we steeds vaker uitbundig. Schuddend, met de ogen dichtgeknepen, soms puffend. Het lukt niet meer om de tanden op elkaar te houden, de kaak aan te spannen. De buik raakt dieper geroerd, de keel rekt en strekt eerlijker en het hart opent tot het huilen er doorheen kan bewegen, kopzorgen ontledend. Tranen en tuiten vullen elkaar zalvend aan in een emotioneel dragende dialoog. Gevoel blijkt veelzijdig, continu van vorm veranderend, immer aanwezig, kleinschalig precies en gevoelsmatig groots en grof. We herontdekken iets van de emotionele creativiteit die we als kind kenden, toen we bijna magisch van drift naar stilte, verdriet naar tevredenheid, boosheid naar kalmte bewogen. Emotie en ratio kennen een intrigerende samenhang, verbondenheid klinkt overal in door, nu dat we met openheid richting ervaring luisteren. Bewegend op een emotioneel vrij spectrum, ontdekken we aandacht als innerlijk psychologisch begeleider in roerige en rustige tijden.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Openstaan voor ervaring

Eigenlijk is één van de mooiste kwaliteiten en vaardigheden om te oefenen om open te staan voor ervaring.

Er zijn situaties en processen in ons leven waarin we ervaren hebben hoe het is om ons over te geven aan de stroom gebeurtenissen en gevoelens. Misschien was dit dansend, met de persoon die wonderwel wist welke stap wanneer te zetten en jou behendig en met schijnbare moeiteloosheid meenam in een gevoelsmatige roes vol beweging en expressie. Misschien was het in dat ene gesprek met de goede vriend, die immer attent is richting de vraag achter de vraag, die gevoel niet van gedachten scheidt en oordelen pas ná diepgaand begrip overweegt. Misschien was het tijdens een creatief project waar we eindelijk aan begonnen zijn. Het project waarin we, wie weet na meerdere gefrustreerde pogingen, intuïtie na intuïtie opvolgden, nu meedeinend op de stromende en dan weer stotterende voortgang om vervolgens uit te komen bij een verrassend, lang verlangd gevoel van stevig aanvoelende competentie en levenslustig plezier.

Maar eigenlijk doen we het als kind altijd al. We zijn in overgave met de wereld, dat is ook de diepe kwetsbaarheid dat het leven ís. Het aanzien van een kind dat opgaat in spel, dat spontaan uiting geeft aan een NEE of een JA, dat bulderend lacht of vol fantasie de wereld beziet, dat ontroert. Alsof het tijdelijk en met veel levensenergie een overwinning op het bewustzijn van kwetsbaarheid is. Soms laat de overgave van het kind ons schrikken, misschien uit herinnering hoe het ooit voor onszelf was. Pijnlijk of juist niet.

Vaak hebben we gaandeweg geleerd om op momenten in te schikken, ons te remmen of ons wat gedwongen, ánders voor te doen dan we van binnen voelen te zijn. Als het leven, als een dierbaar ander mens, als een wereldgebeurtenis ons raakt, trekken we ons dan terug uit de opkomende stroom emoties. We schieten in ons geconditioneerde denken of doen, sluiten onze eigen of andermans ogen voor de diepere doorwerking van de gebeurtenis. En dan kan het lijken dat we niet weten hoe ópen en voller onszelf te zijn. We spreken misschien oordelen uit, over wat 'goed' of wat 'slecht' is. We ordenen de wereld om ons heen nog eens, maar voelen ergens een weeïg gevoel, een vervreemding of ontheemding van delen van ons geheel. En dan komen we er wellicht herhaaldelijk achter dat we met ons hele gevoelsleven, met ingehouden impulsen of onverwachte interesses, niet passen in het beperkende beeld dat we onszelf en vaak ook elkaar opleggen te zijn. De verhalen die we onszelf vertellen of de rituelen die we hebben aangeleerd, bieden geen of weinig ruimte voor de complexiteit van ons karakter en de uitdagingen in het leven. Soms gaan we dan op zoek naar nieuwe verhalen, lenen tijdelijk een identiteit uit andermans verhaal, bezien onszelf uit een nieuw perspectief en ervaren, soms kort en soms lang, een bevrijding van wie we dachten te moeten zijn. Soms gaan we op zoek naar nieuwe rituelen, experimenterend met de vraag welke behoefte er toch telkens gefrustreerd raakt, telkens weer fragmenten van de complexiteit die we zijn bij elkaar sprokkelend. Zo weven we langzaamaan kennis over menszijn uit toenemende levenservaring, verrijken we onze gewoontes om tegemoet te komen aan de intensiteit van een leven lang ontdekken, verbinden en verliezen.

Eigenlijk is één van de mooiste kwaliteiten en vaardigheden om te oefenen om open te staan voor ervaring. De beginnersgeest. Om met de begeleiding van de volwassene die we ook zijn, het kind in ons en elkaar te laten voortleven. Want vaak is de plek waar de gevoelens opleven die we liever vermijden, ook de lichamelijke bron van plezier, levensvreugde en dankbaarheid. Openstaan voor ervaring is iets dat telkens weer aandacht vraagt. We leren veel ideeën en denkbeelden over wat oké is als mens. Maar hoe is het werkelijk voor jou om jou te zijn? En kunnen we dit 'werkelijk' (weer) openstellen voor de continue stroom (en constructie) van ervaring? Zo scheppen we een nieuwe gevoelscultuur voor onszelf en elkaar. We kregen misschien van vroeger uit mee dat het niet oké is om uitbundig te lachen of zacht, maar zichtbaar te huilen. We leren nu dat wij dat ook zijn, dat we emotioneel meer omvatten dan we zijn gaan geloven. We leren een nieuw geloof waarin zelfvertrouwen equivalent is aan bewuste openheid richting ervaring, we scheppen een andere emotionele traditie en zijn noch alleen kind noch volwassene: we zijn een mix van leeftijden, levensfases, rollen en relaties. We zijn heel levendig.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Levende intelligentie

We kunnen veel over leven leren door andere levensvormen te bewonderen.

'Als onze conceptuele intelligentie de cognitieve 'piek van specialisatie' is die de mens van andere dieren onderscheidt, dan is het onze levende intelligentie die de rest van het bestaan bestrijkt en ons tot een gedeeld avontuur met al het leven uitnodigt.'

Jeremy Lent in Het Betekenisweb

Kunnen we een wereldbeeld leren waarin de principes van het leven centraal staan? In zijn boeiende werk roept Lent ons op om oog te hebben voor de miljarden jaren oude expressie van levende intelligentie in cellen, planten, dieren en mensdieren.

'De zelfgenoegzame obsessie van onze cultuur met onze unieke menselijke vermogens maakt ons blind voor de enorme hoeveelheid levende intelligentie die we met medeschepselen delen. Onze eigen onophoudelijke homeostase, de eindeloze stroom gevoelens die door ons lichaam giert, ons vermogen om in een oogwenk een bal te vangen die door de lucht onze kant op zeilt, de capaciteit om ons op de emoties van een dierbare af te stemmen - deze subtiele complexiteiten van ons bestaan zijn het resultaat van onze diep geëvolueerde levende intelligentie.'

Wanneer we ons opnieuw, soms aangedreven door de existentiële schrik die met een heftige levensgebeurtenis samengaat, afvragen wie we eigenlijk zijn, kunnen we daarin de uitnodiging voelen om nogmaals of voor het eerst te onderzoeken wat het betekent om te leven.

Om deze vraag te doorvoelen, te begrijpen en herijken, kunnen we verder en dieper kijken dan de vorm die ons het meest vertrouwd is: mens. We kunnen veel over leven leren door andere levensvormen te bewonderen. We ontdekken duizelingwekkend veel manieren waarop het leven voelt, ziet, ruikt, hoort, communiceert en leert. We durven te herkennen, met een droevig besef van de intense onwetendheid dat zoveel lijden veroorzaakt, dat andere levensvormen ook bewust zijn. Met deze kennis kunnen we onze zenuwuiteinden wakkerder schudden voor een volgende golf bewustwording. We kunnen onze blik naar binnen wenden en de levende intelligentie die daar stroomt aan onze aandacht openbaren. We leren dan opnieuw beminnen en op waarde(n) schatten wat we geconditioneerd zijn om te negeren, soms onderdrukken of bagatelliseren. Dan opent zich een spectrum van (groeiend) weten dat vol is van conceptuele verreikendheid en precisie én letterlijk bol staat van creatieve, adaptieve, relationele en holistische omvattendheid en veelzijdigheid.

Ik denk, als ik terugkijk op mijn schooltijd, dat ik met de jaren steeds weer en meer een afname van aandacht voor mijn levende intelligentie ervoer. Dat was dan merkbaar als verdriet, ontheemding, desinteresse en soms boosheid. Langzaam lees, leef en leer ik een weg terug naar het eenvoudige en alomvattende verlangen om te leven en leren van het leven. Dat is een desintegratie van dominante, cultureel geconditioneerde denkbeelden. In dat proces neem ik een nieuw soort onderzoeksgretigheid in mezelf waar, een verlangen om de vermogens van conceptuele intelligentie weer volop te verbinden met wat Lent levende intelligentie noemt. Met ijdele en geslaagde pogingen om toch taal te scheppen voor een weten dat niet primair in woorden denkt, doet en voelt. Een integratie waarin verbondenheid de basis van het herboren wereldbeeld wordt.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Verweving

Hoe we de psychische systematiek ook analyseren, vanuit het leven bekeken is er toch de kans op een nieuwe verbinding.

Soms lijkt het lijden dat in ons hart voortleeft beangstigend peilloos. De vermoedelijke grenzeloosheid is een weerspiegeling van het verlangen naar emotioneel eerlijke verbinding - iets in ons weet dat we wél overweldigd moeten worden door de openheid van een geïnteresseerde ander om te doorvoelen hoe het is om onszelf te zijn.

Juist wanneer we elkaar ontmoeten op een plek waar we zelf gevoelsmatig ophouden te bestaan, ontmoeten we onszelf vanuit een nieuw licht en toenemende ruimte. De existentie van de ander neemt tijdelijk de vorm van de onze aan en vice versa. Déze verbinding is dan een vorm van begrenzing die tegelijkertijd als ontvankelijkheid voelt: daar waar de ontmoeting met de ander, het samenkomen op de contactgrens, op de plek waar ik ophoud en jij begint, zowel een begin als eind is van ons bewustzijn van het emotionele ongemak.

Soms onderhouden we in onszelf het aangeleerde geloof dat het ergens vrijer is als we de contactgrens, die potentiële overweldiging, niet opzoeken. Als we vasthouden aan het idee dat we niet begrepen worden en het verdriet niet ontvangen zal worden op een wijze die erend is aan onze onvermijdelijke kwetsbaarheid, lijken we ergens ook een vorm van regie te behouden. Regie kan tijdelijk veel aantrekkelijker voelen dan dat poreuze verlangen naar verbinding. We kunnen dan de regels van onze binnenwereld dicteren, zo lijkt het, en bepalen wie daar binnentreedt of bovenal buiten blijft. Dat het op den duur eenzaam voelt is dan mogelijk een bevestiging van iets dat we toch al wisten. De herkenning van de eenzaamheid kan zelfs meer vertrouwd gaan voelen dan het bewustzijn van het eigenlijke, diepe verdriet. Het verhaal van eenzaamheid is wel pijnlijk, maar tenminste een verhaal dat binnen de geloofsovertuigingen van onze binnenwereld waar en authentiek blijft ook als het aan niemand verteld kan worden.

Onze binnenwereld kan een kluwen aan gedachten kennen die allen gaan over het weren van emotionele openheid. Veel van deze gedachten zijn zeer invoelbare overtuigingen die gegroeid en gestold zijn in wisselwerking met kleine en grote momenten van afwijzing, afwezigheid en afweer van dierbaren. Het moeilijke is dat we soms niet meer het contact met de oorsprong van die conditioneringen bemerken, onze binnenwereld is een sterke adaptatie daarop geworden en líjkt overtuigend ons 'zelf' te zijn. Een 'zelf' dat door het 'ik' dicht blijft, niet dichterbij komt. Misschien raakten we eens wanhopig of ervoeren we existentieel te desoriënterende uitzichtloosheid waarop een volgende psychische verdediging schuilde in het rotsvast gaan geloven in de eigen, aangeleerde afweer. De afweer kan een bij nader theoretiseren indrukwekkend systeem zijn waarin het vermogen om naar buiten toe te treden en verbinding te maken verwikkeld lijkt te zijn geraakt in het naar binnen bewegen en het consequent toepassen van afwerende regels. Iets minder abstract: als het diepere verdriet maar niet geraakt wordt en 'overstroomt'.

Hoe we de psychische systematiek ook analyseren, vanuit het leven bekeken is er toch de kans op een nieuwe verbinding. Een zachte, soms provocatieve, dan weer ongericht uitnodigende 'hallo, ik zie jou en laat mezelf zien', idealiter in de context van een bredere, steunende en prikkelende community waarin geborgenheid voor het kwetsbare en viering en expressie van het dynamische menszijn de basis vormen voor de rituelen, vertelde verhalen en organisatiestructuren. Zodat de rigide, naar binnen toe streng begrenzende psychische systematiek desintegreert. Zodat de kluwen aan zelfreferentiële gedachten 'loops' uit één valt in de ontmoeting, tijdens het ervaren, ontvangen en uiting geven aan een ander soortig (samen) menszijn, een wijze waarin de rauwheid van het bestaan niet bedwongen maar gedragen en onderzocht wordt. Zodat we de voortgaande dialoog tussen het 'ik' en het 'zelf' niet meer inzetten om ons van elkaars (en dus ook de eigen) raakbaarheid af te wenden, maar om precies die plekken in andermans dialoog te herkennen en aan te raken waarin er opening, verdieping, verwondering en zelfs gezamenlijke verweving van groots verlies mogelijk is.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Wonderlijk ontroerd

We mogen van kruin tot kleine teen weten dat het oké is om veel te voelen.

Als ik onze dochter naar bed breng en haar haren streel terwijl ik haar zacht aanschouw, met behulp van de stilte een lofzang op haar gevoelige wezen fluisterend, word ik steevast door een wonderlijk gebeuren ontroerd.

Op enig moment draait ze zich vastbesloten naar mij om, strekt haar armen voor zich en naar mij uit of tilt haar hoofd precies zo dat ze me direct aankijkt. Onze ademhaling synchroniseert en ze begint mijn haren ook uiterst aandachtig te strelen. Of ze trekt mijn gezicht stevig naar zich toe en geeft een geduldige zoen op mijn voorhoofd waarna ze guitig lacht. Soms volgt er nog een wikkende vraag, iets dat haar overdag geraakt heeft en nu nog om resolutie vraagt. Ik wil ópen antwoord geven, zoekend naar de perspectieven waarmee haar hart kan blijven denken.

‘Ik houd van jou’, volgt op een ritmisch volkomen kloppend moment, de tussenruimte waarin we zojuist even samen vertoefden beklinkend.

Het wonderlijke is de zachtheid en weerspiegeling waarmee de liefde doorstroomt. Als ik de tijd neem voor dit ritueel, we gezamenlijk rust en aandacht oefenen, is wat ik ontvang ik aan
tederheid immens innemend.

Ik hoop dat we met deze rituelen haar gevoeligheid leven inblazen. Zodat ze eventueel opgelopen ademschuld, omdat we overdag allemaal ervaring opdoen die ons schrap zet, kwijt kan schelden in sussende liefde. Dat we tussen alle bedrijvigheid door, ook al zijn we pijnlijk bewust van de kwetsbaarheid van levens en de existentiële onzekerheden van onze tijd, we regelmatig diep ontspannen in elkaars aanwezigheid. Zodat we de herinnering aan emotionele intimiteit levendig houden. Er zijn daarbij onontkoombare dagen waarop het wrikt en schuurt en waarop ik uit vermoeidheid stuit op mijn ongeduld en haar grens opzoekende impulsen. En ook dan oefenen we intimiteit, hoe het is om sámen een beleefgebied te bewonen.

Geregeld spreek ik volwassenen voor wie emotionele gevoeligheid een herinnerbaar, maar schijnbaar afgevlakt kenmerk hun wezen is. Met de intensiteit dat ze kunnen liefhebben, hebben ze ook geleerd hun expressie – en uiteindelijk ook ontvankelijkheid - te remmen. Met de intensiteit waarmee ze zich zorgen kunnen maken over existentiële thema’s, zijn ze ook geconditioneerd om deze levensvragen in te slikken. Angst voor afwijzing van intensiteit speelt vaak een rol. Dat zijn niet altijd grote of grove gebeurtenissen in hun leven geweest, vaak betrof het schijnbaar kleine, maar herhaaldelijke, emotionele mismatches met de verzorgende omgeving. Langzaam verinnerlijkt een dimmende ironie, soms ontheemd cynisme of afwachtende pose zich, gestoeld op de ondermijnende vraag of het wel oké is om zoveel te voelen.

We mogen van kruin tot kleine teen weten dat het oké is, dat het zelfs de start van de ontdekking van onze emotionele creativiteit is.

Dat vele voelen is een levendige bron aan potentieel levensverrijkende emotionele rituelen. We mogen het wat mij betreft een dagelijkse, aandachtige plek geven; dat is mijn missie. Zodat gevoeligheid geborgenheid vindt in dagelijkse porties intimiteit. Als ik elke dag oefen hoe het werkelijk voor me is om van onze dochter te houden, de verwondering, de onzekerheid en de ontroering herkennend, om mij bínnenin dieper aan deze bestudeerde indrukken over te geven met alle angsten die erbij komen kijken, draag ik bij aan de bedding voor haar emotionele expansie. Naarmate ze groeit, zal het complexe en intense open staan voor ervaring zich nog meer tonen in doortastende levensvragen en het uitdagen van mijn tijdelijke zekerheden. Bijna elke dag is de dood een gespreksonderwerp, elke keer weer een uitnodiging om het leven vol te laten spreken, plekken in mezelf roerend waar ik soms nog geen weet van had, of waar ik emotioneel verweesd van was. En op vele dagen dat ik bij haar kan zijn, delen we dat fascinerende moment vlak voor de slaap, vlak voor de overgave aan het onderbewustzijn. Een overgangsmoment, het ritueel waarmee we bij uitstek honoreren dat het helemaal oké is om rijkelijk te voelen.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Doorleefde levensstroom

Elke dag onze aandacht bundelen om in te zoemen op wat er aan gevoel in ons leeft, is vrijheid oefenen.

Sommige onafgemaakte emotionele processen blijven aan ons kleven. We doen ons ding, leven samen, werken, hobbyen en zien onze vrienden, maar in de onderstroom is er een emotionele lading ontheemd. Aan de oppervlakte dat we ons dagelijks leven noemen, is dit subtiel merkbaar als een energielek. Er sluimert bijvoorbeeld een gespannen somberte. We weten ons meer dan verwacht geraakt door een film, we hikken tegen de vraag of een vervroegd pensioen de verlangde ontspanning biedt of we blijven terugdenken aan die ene geliefde, ooit.

In de diepte van ons beleven gaat het om dichtgeslibde existentiële levensvaten. In de praktijk is er een niet doorleefd verdriet, soms zelfs wanhoop om diep menselijk leed. Angst voor overweldiging of voor een pijnlijke eenzaamheid die ons eerder getroffen heeft, houdt ons weg van het verdriet. Maar het leven verliest glans als de impact van existentiële veranderingen niet doorleefd wordt. We hebben in ons leven op veel verschillende manieren te maken met verlies. Hoe de dood zich letterlijk of metaforisch in ons leven toont, is een levensvraag waar we allemaal bewust of niet mee van doen hebben.

In de praktijk gaat het erom samen ruimte maken voor het herkennen en erkennen van de ervaring van mens zijn, in jouw unieke context. Dat is het open staan voor de specifieke emotionele toonaarden die we omwille van conditionering beleven en die ons in harmonie, of niet, doen voelen met hoe het leven zich ontvouwt.

Samen het proces afmaken dat ooit ingezet is maar op verzet stuitte, dat is de kern van wat erin warme en wijze menselijke ontmoeting kan gebeuren. Daar zijn talloze manieren voor. We hebben een goed gesprek, doen aan lyrische stembevrijding, leunen op de mentorende impact van een afgestemde vriend, spelen ons vrij op een buurtpodium of schreeuwen het leed van de geconstrueerde daken in een therapeutische groepssetting. Samen herlezen en soms herschrijven we het levensverhaal dat we als kind hebben geautomatiseerd. En soms doen we dat zachtjes huilend in ons eentje, de regie nemend in een emotioneel proces dat ons anders zou overkomen, ontgaan of benauwen.

Hoe we het ook doen, we kunnen er een gewoonte van maken ons af te vragen en te onderzoeken hoe het leven door ons heen beweegt. Heb ik de diepte van mijn voelen onthaald? Wat is de gevoelskwaliteit van wat er nu gebeurt? Hoe heeft wat er is gebeurd invloed op hoe ik de zin en richting in mijn leven aanvoel, beredeneer, communiceer en in acties leef?

Elke dag onze aandacht bundelen om in te zoemen op wat er aan gevoel in ons leeft, is vrijheid oefenen.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Druppeltjes gevoel

Alsof ik het bewustzijn weer in mijn lichaam nestelen wilde via diezelfde ontladende druppeltjes gevoel.

"After tragedies, one has to invent a new world, knit it or embroider, make it up. It's not gonna be given to you because you deserve it; it doesn't work that way. You have to imagine something that doesn't exist and dig a cave into the future and demand space. It's a territorial hope affair. At the time, that digging is utopian, but in the future, it will become your reality."

Björk

Ik liep van hot naar her, draaikonterig een weg door steeds minder dringende taken te banen. Vervolgens was ik mijn e-mail bij herhaling aan het verversen tot alle recente berichten volledig betekenis verloren. Mijn rechtervoet tikte aritmisch op-en-neer, ik zuchtte overtollige spanning. De zon stond hoog en toonde op opdringerige wijze de gedrapeerde spinnenwebben op het raam. Ik keek naar buiten, vermeed de huishoudelijke oproep, kneep met mijn ogen, verbeeldde meer weidsheid dan het groene perkje recht voor me en voelde mijn benen al rondjes draaien op het irritant begeleidende geluid van een aanlopende wiel. Buiten lonkte en weerde af. Het was daar vrij, het was daar vol. Ik had behoefte om te bewegen, iets met de onrust te doen. Ik had ineens een woestijn aan ruimte nodig. Ik stond weer op, maakte wat zinloos schoon en concludeerde dat ik er geen systeem in aanbracht. Pfff…wat is dit toch?

Maar, ik had geleerd. Dit was zo’n moment. Ik maakte er van alles van, een mens kan zich suf en somber zoeken naar verklaringen. Het is weer rond het middaguur. Heb ik honger? Nee. Ben ik tevreden met hoe ik tot nu toe gewerkt heb? Ja en nee, maar zo gewichtig lijkt dat nu niet. Het moet de felle zon zijn, het voelt te weinig geborgen terwijl ik ook naar de lichtheid ervan snakte. Wat ziet ik hier toch te dolen? Koffie, toch maar die drie mandarijnen, wat uitgelijnd gedoodle, het gaf richting noch verlichting. Ik bedacht dat ik even wat boodschappen kon gaan halen, pakte mijn fietssleutels, sloot de deur en stapte op mijn fiets af. Eenmaal daar vond ik het zonlicht overweldigend. Dat was opzwellende angst. Wat als ik straks weer, ergens in het niets ontziende openbaar, dezelfde intensiteit ervaar?

Instinctief liep ik terug het huis in, vlogen mijn schoenen naar een atypische plek in de woonkamer en zocht ik regelrecht mijn bed op. De kamer was heilzaam donker, alsof het al het licht in zich opgenomen had en ik daar zonder overprikkeling in kon zonnebaden tot mijn koud geworden extremiteiten weer voelbaar één waren met de rest van mijn unheimisch voelende lichaam. Mijn lichaam lag daar ineens opgekruld, mijn ademhaling ging nog net zo snel als zojuist. Focus Lot, focussss. Sinds de laatste keer dat mijn gemoed zo werd opgejaagd door emoties wist ik wat te doen. Full-force aandacht naar verwerking. Ik zoemde in op de beelden die door mijn bewustzijn tuimelden. Binnen korte tijd werd helder dat een nieuwe golf herinneringen een plek in mijn voelen, geweten en zingeving verlangden. In de beelden herinnerde ik me de toenemende snelle ontregeling van drie maanden geleden met indringende details. Alsof ik met terugwerkende kracht mijn bewustzijn uit mezelf voelde sijpelen – en daar getuige van kon zijn. Poeh, wat een zelfverlies.

Destijds waren mijn cognitieve vermogens dermate ontregeld dat ik bovenal níet stil kon staan bij wat er gebeurde, hoe het voelde en wat het betekende. Dat was de kern van de verwarring.

Nu waren de herinneringen heel dichtbij, belichaamde ik een minieme dosering van die toestand. Het was echter déél van mij. Ik kon bewust de vraag stellen wat dit met mij heeft gedaan, welke gevolgen dit heeft gehad en hoe het is om dit allemaal mee te maken, mee te hebben gemaakt. Ik kon nu het cognitief emotionele werk doen dat ik toen grotendeels niet kon en daarmee kon ik die angstaanjagende gaten in mijn herinnering, zelfgevoel en verbinding met dierbaren opvullen. Terwijl ik dit werk met gefocuste aandacht – wat een geluk als dat er kan zijn – toepaste, voelde ik hoe diep in mijn gelederen ik geschrokken ben. Geschrokken dat iedereen en alles ineens zo ver weg was, dat ik hen niet meer bereiken kon, dat ik met expanderende intensiteit verloor wat mij zo dierbaar is; het vermogen te communiceren, bij mijn geliefden te zijn, betekenis te délen, mij vrij en verbonden te weten, ergens te zijn, niet te tollen van een onbeschrijfelijke explosie aan impacthebbende prikkels.

Van tikkende tenen, een rusteloos buikgevoel, een drukkende ademhaling, die ongerichte bezigheid…streek ik opgekruld als een baby in de buik neer op een helend bed. Ik trok mijn deken nog eens over mij heen, richtte mijn aandacht bewust op de herinneringen. ‘Kom maar’ zei mijn in het matras zinkende ademhaling. Ik bevroeg wat het voor mij heeft betekend dit allemaal door te gaan en huilde zachtjes en trekkend, alsof ik het bewustzijn weer in mijn lichaam nestelen wilde via diezelfde ontladende druppeltjes gevoel.

Mijn telefoon ging. Ik nam niet op en die keuze opende een vragenwaaier over wat ik nog steeds hoog probeerde te houden tot ik besloot dat ook ik gewoon ruimte ben. Even later luisterde ik het toegezonden audiobericht af. Of ik, in alle openheid uitgenodigd, interesse had om contact te hebben met iemand die zich professioneel bezighoudt met de wijsheid van gekte. Ben ik daar al klaar voor?

was de vraag waarmee mijn zojuist doorleefde bewustwording verstilde.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Heroplevende aandacht

Verdriet is naast afscheid ook een vooraankondiging van vernieuwing.

Ik heb aandacht voor levensstijlveranderingen en dat is een intensief proces. Gewoontes glippen er zo tussendoor. Bij verschillende keuzes denk ik langer na. Waarom doe ik dit nu, welke behoefte vervult deze actie, wat als ik even wacht en onderzoek welke alternatieven aandienen?

Soms gaat het over veranderingen die een grotere impact hebben. Omdat de gewoontes verstrengeld zijn geraakt met mijn sociale leven, bijvoorbeeld. Als ik me verzet tegen de veranderingen, ontstaan er innerlijke conflicten. Dat is een moment om te bevragen waar ik me tegen verzet. En dan merk ik, als ik aandachtig ben, een gevoel van verlies op. Het afscheid van een vorig leven.

Eerder schreef ik al dat het belangrijk is tijd te nemen voor rouw. Doe ik dat niet, dan zijn de levensstijlveranderingen eigenlijk ook niet goed mogelijk want dan wordt mijn bewustzijn beneveld door gestold verdriet. In het bedwelmende verdriet voel ik niet fijnzinnig, denk ik niet helder en is mijn doen daarop uitgelijnd.

Echt diep uitzuchten terwijl loskomend verdriet mijn wangen warmt, dat gaat met een ongemakkelijk voelend diep existentieel besef samen. Ik word door de levenservaring van de afgelopen maanden uitgenodigd om vergankelijkheid te omarmen. Om vergankelijkheid onwaarschijnlijk teder in handen te houden zonder haar op welke wijze dan ook te manipuleren. Recent werd me weer zo duidelijk hoe radicaal fragiel het leven is.

Het huidige leerproces gaat over kwetsbaarheid erkennen en herkennen en meenemen in levenskeuzes. Nu dat ik mij meer dan eerder bewust ben van deze kwetsbaarheid (of – heden), oriënteer ik me anders door het leven. Continu ben ik me aan het afstemmen op deze nieuwe oriëntatie. Het vraagt opletten om niet in het verzet te gaan tegen de intrinsieke onzekerheid en daarbinnen oplevende emoties van de verandering. Het recept klinkt eenvoudig: het verdriet doorleven en vanuit die beweging opmerken welke keuzes nu beter passen. De uitvoering bestaat uit talloze schijnbaar minuscule momenten doorheen de dag. Momenten waarop ik verstil, het verdriet zachtzinnig door mijn lijf stroomt en wat we kwetsbaarheid noemen onaanwijsbaar dichtbij voelbaar is als verdiepte sensitiviteit en innerlijke ruimte. Ik heb niet de regie, maar ik kan wel leiderschap nemen door het proces open te volgen.

Wanneer ik vanuit deze ruimte zelfonderzoek doe, merk ik op dat “gewoontes veranderen” bemoeilijkt kan worden door “valse” conditioneringen, door niet kloppende overtuigingen. Het zijn conditioneringen die gaan over de vraag of ik waardig genoeg ben om van gehouden te worden. En zodra ik met veranderingen bezig ben, lijkt iets in mij geconditioneerd om de gevolgen voor mijn sociale leven door te rekenen en wel gebaseerd op een geloof dat ik ergens aan moet voldoen, om geliefd te zijn. Ik raak dan eigenlijk afgeleid. In plaats van afstemmen op authenticiteit, zoek ik korte termijn aanpassingen om een sociale veiligheidsbehoefte te vervullen. Ik zoek bevestiging en ben gehecht aan de vervulling.

Zodra levensstijlveranderingen worden bezwaard met dit soort preoccupaties is er een energielek. De initiële spontane beweging, waarbij ik eigenlijk wel helder aanvoel welke kant ik op wil bewegen, wordt onderdrukt, vervormd en ongebogen naar een innerlijke wirwar over beelden waar ik aan dien te voldoen om opgenomen te worden in een bredere gemeenschap. Hier ontstaan verhalen bol staand van innerlijke conflicten, hier ontstaan acties die zeer tijdelijk oplossingen van die oplopende, ‘valse’ spanning bieden. Hier ontstaat ook zelfvervreemding. Hier raakt mijn sensitiviteit benauwt door drukkende noden.

Het is prettig om een helder begrip te ontwikkelen van deze cognitieve en emotionele neigingen. Alsof ik, met een luisterend lichaam mijn geest onderzoekend, nog wat scherper krijg welke psychische structuren me eigenlijk benauwen en geen goed doen. Ik vertraag, zoem in en ontdek. Dat betekent vaak de vraag stellen wat me ergens naartoe doet bewegen, of juist van weg houdt. En vaak kom ik er dan na zelfonderzoek via meditatie of een goed gesprek achter dat het ofwel pijn of verdriet is, ofwel de angst voor verlies. Als ik dan níets doe, als ik dan niet doe wat ik gewend was te doen en noch ergens naartoe beweeg noch ergens van weg beweeg, is er ruimte voor verdriet. En verdriet is naast afscheid ook een vooraankondiging van vernieuwing. Soms valt er iets helemaal weg en komt er rust en zijn voor in de plaats, soms vind ik nieuwe vormen van zelfexpressie, soms doe ik eenvoudigweg en met heroplevende aandacht wat er gedaan moet worden.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Vallen en afgestemd opstaan

Opstaan en me dan niet meer groter of kleiner maken dan ik ben.

Niet zo lang geleden ben ik wat verloren. Ik weet dat ik iets verloren ben, maar ik ben nog zoekende naar de woorden om hier duiding aan te geven. Het heeft te maken met zelfbeelden. Plots maakte ik zo'n diepe mentale desintegratie mee, alle talige grond viel weg onder mijn voeten. De grond - zelfreflectie, agentschap en aanwezigheid - is ondertussen weer voelbaar en deelbaar. Maar die heftige ervaring heeft een enorme impact gehad op wie ik denk en voel te zijn. Alle verbeelding van wie ik was hield geen stand tijdens en op basis van mijn desintegratie. Mijn denken, doen en voelen waren zo aangedaan, dat ik er bij het terugkijken op dat proces zeker van ben dat "iemand-zijn" ook een futiel begrip is.

Ik heb veel geluk gehad. Ik had aanwezige, steunende, dragende en verbindende vrienden en familie. De heftigheid van mijn desintegratie is niet tot een trauma geworden omdat ik werd gesteund en ik dwars door de verwarring heen toch verbinding ervoer. Het is elke dag met dankbaarheid wennen aan het feit dat de hulp ronduit nodig was.

Nu veer ik weer op na de desoriëntatie. Eerst was er een nagalmende schrik, toen een lang uitrusten en daarbinnen het herschrijven van het verhaal van wat het betekent om mij te zijn, mét de gevoeligheden die tot de desintegratie leidde. Zo is de weg van hernieuwde veerkracht.

Uit een Correspondent artikel over veerkracht:

"Veerkracht is geen superheldenverhaal. We zijn volgens de psychologie en biologie in staat het aan te boren, te vinden, maar het is niet één knop.

‘Het is hard werken’ – was getekend: zo ongeveer iedereen die ik ooit interviewde over verlies.

Want verlies, ellende, verdriet, omdonderen: dat alles is misschien wel een voorwaarde voor veerkracht. We boren het pas aan als de noodzaak er is. De zoektocht naar wat jouw persoonlijke goede duwtjes kunnen zijn, is er een die vaak vanaf de bodem van de spreekwoordelijke put wordt gestart."

Deze week start ik weer met het actief zijn in mijn bedrijf en mijn werk als begeleider, trainer en schrijver. Ik ben wat onzeker geweest over wat ik nu kan en te doen heb en het is goed dat ik ruime hersteltijd heb genomen. De 'goede duwtjes' die in het artikel worden genoemd zijn essentieel. Voor mij is dit o.a. blijven schrijven, meditatie, met mildheid mijn grenzen erkennen en nog meer op lichamelijke signalen leven. In zekere zin is dit laatste makkelijker geworden vanwege het verlies. Ironisch genoeg sta ik dichter bij mezelf nadat ik heb ervaren hoe het is om een ik-referentie kwijt te zijn.

Ik voel een nieuwe variatie van veerkracht. Een vorm van veerkracht die in zekere zin aan alle verhalen voorafgaat, veerkracht die ik heb gevonden te midden van intense desoriëntatie. Dat is deels het vertrouwen in de mensen die dichtbij mij staan en de stevige zorg die ik heb mogen ontvangen. Het is ook de veerkracht van opstaan na de grote val. Ik doe het en het is pittig om achterom te kijken. Het is opstaan en me dan niet meer groter of kleiner maken dan ik ben. Het is opstaan.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Hikkende tranen

Bewustwording komt in golven.

Bewustwording komt veelal in golven en soms worden we erdoor opgeslokt. Full-blown beseffen dat we diep kwetsbaar zijn, roept paniek op.

Even geleden had ik een ervaring waarbij ik een enorme intensiteit van onzekerheid door me heen voelde stromen. Ik ervoer een expansie van de schaal van mijn ervaring, zag en voelde mezelf als het ware - zoals het ís - rondzweven in een uitdijend heelal. Maar dán, had ik de intense indruk, is onzekerheid dus werkelijk absoluut. In deze waarheid vertoeven riep een enorme behoefte om te aarden in mij op en ik voelde me in het matras getrokken. Tussendoor stroomde de bewustwording langs mijn hartstreek. Ik ervoer een helder besef dat ik hoogstwaarschijnlijk nooit het verouderde gezicht van onze dochter zal waarnemen. Haar verbeelde rimpels zagen er prachtig uit, ik stelde me voor dat ik haar vervagende gezicht aanraakte. Het greep mij enorm aan, ik hikte tranen.

Niemand weet het zeker, maar ik vermoed dat deze bewustwording er ook aan bijgedragen heeft dat ik een week later in een heftige desintegratie terechtkwam.

Vanaf jongs af aan lijkt er iets in mij te leven dat continu tot besef van kwetsbaarheid toegetrokken wordt. Daarbij is de gevoeligheid hiervoor en hoe ik hiermee om heb leren gaan beïnvloed door fijne, draagkrachtige en heel onprettige, benauwende conditioneringen. Met de piekende stroom aan bewustwording kwamen ook deze golven aan conditioneringen mee. Emotioneel verzet bracht toen omvattende verwarring. Gelukkig is er nu herstel en integratie.

Het is een terugkerende oefening om met gevoeligheid te leven. Doemdenken en piekeren liggen op de loer zoals enthousiasme en overgave ermee verbonden (kunnen) zijn. Existentiële alertheid is energetisch intensief. Dit leven doet ertoe, zou het zeggen als het een stem zou zijn geweest. En, voegt de stem jagerig toe, dit leven is eindig, nú. Onzekerheid is dichtbij. De culturele conditionering is om dit met denken op te lossen en alles in te zetten op geloof in voorspelbaarheid. Dat voorspellen vraagt echter veel energie.

Zelfzorg is leren om de gevoeligheid aan te nemen als belichaamde basis. Om er waarachtig (ai) en zachtzinnig (ah) mee te leren werken, kiezen en relateren. Dat ik hier continu mee bezig ben, aan het uitvogelen ben hoe hier wijs mee te leven, raakt de kern. Ik kan proberen er een theorie van te maken en een uitzicht te schetsen, maar de gevoeligheid belet dit in zekere zin. Er is géén uit-zicht zoals er ook eigenlijk geen in-zicht is. De gevoeligheid is overal aanwezig, uiterst intiem en onvoorstelbaar ver weg. Ik ben immer en altijd met deze gevoeligheid in de weer.

De gevoeligheid is een immense openheid, een alomvattende verbinding, die het meest innerlijke dat ik me voorstellen kan vervlecht met alles wat uiterst ver weg, zelfs onwaarschijnlijk lijkt. Ik probeer tóch het verbeelde, verouderde gezicht van onze dochter aan te raken...

Gaandeweg leer ik met een zekere zachtheid om te gaan met de gewichtigheid van de gevoeligheid. En klaarblijkelijk maken desintegraties hoe dan ook deel uit van dit leerproces.

Hoe toont gevoeligheid zich in jouw leven? Hoe ga je hiermee om? Wat doet jou goed?

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

De gang van een gong

Voorspellen is intensief.

Ik neem plaats op mijn meditatiekussen en wurm mezelf met ochtendstijfheid met mijn knieën onder mijn heup. Het is wel fijn om min of meer precies te weten welke houding op deze plek klopt. De mede-meditatoren zitten klaar of komen binnen en voor de aankomende twintig minuten is het plan helder. Toch?

"Reducing uncertainty requires energy. It’s a costly metabolic outlay for a brain, and if intense or persistent enough—as in times of political chaos, economic or personal hardship, pandemic or climate change—the metabolic burden can feel distressing or utterly exhausting. The suffering signifies that you’re doing something really hard: foreseeing the future in an ever changing, uncertain world."

Uit: The ‘Fight or Flight’ Idea Misses the Beauty of What the Brain Really Does

Er gaat gedurende de twintig minuten van alles door me heen, maar bovenal maak ik me druk over de wijze waarop ik de gong aansla. Te hard (zoals ik in het begin deed), te zacht, te snel, te langzaam,....

Ik probeer gedurende de zit bij herhaling te voorspellen hoe het precies zal gaan aan het einde van de meditatie. Zal de wekker hard piepen? Schrik ik ervan (spoiler: já)? Wat zullen de anderen DAN van me denken?

Het is een heel gedoe en uiteindelijk besluit ik mijn ogen toch te sluiten voor de zo benoemde buitenwereld. Dit maakt het net iets makkelijker om me minder met uiterlijkheden bezig te houden en me te concentreren op een minder complex object van aandacht: mijn ademhaling.

Hmmm, zucht mijn lichaam. Het grijpen naar zekerheden zakt allemaal wat (het is makkelijker om bij mijn buikademhaling te verblijven) en na, gok ik, een minuut of vijftien zakt mijn aandacht wat verder weg onder de aanwezigheidslijn (er valt weinig meer te voorspellen). Natuurlijk schrik ik dan van de wekker en probeer ik mijn spontane, ontladende lach in te houden. Ik wacht even met het aanslaan van de gong en, zul je zien, nu is het wel héél langzaam en zacht.

Ik kon van tevoren niet precies weten hoe deze sessie zou gaan. Er blijft iets van overgave, humor en beoefening over. Wie heeft er ooit precies de gang van een gong weten te voorspellen?

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Motivaties: in elkaar gehaakte handen

Motivaties zijn divers en immer dynamisch in balans.

De bundel Intens mens is met ons mee verhuisd naar de nieuwe leefomgeving. Her en der tref ik een zwevend exemplaar in de nog volle dozen. Soms sla ik haar open en lees even:

"Geluk is het tedere besef dat we een kind nooit met z'n tweeën opvoeden, maar met een gemeenschap aan mensen. In elkaar gehaakte handen die een kundig gebouwd nestje vormen, een sociaal zorgvuldig geweven netwerk waar het kind van knooppunt tot knooppunt op leunen mag. Stalen liefde die als een maliënkolder het kloppend hart beschermt, zo verovert het kind de buitenwereld onder bescherming, op een zeker moment wijs genoeg om andermans mentor te zijn."

Een tijd geleden las ik het boek Transcend van Scott Barry Kaufman. In het boek zoemt Kaufman in op zogeheten veiligheids - en groeibehoeftes gebaseerd op de motivatietheorieën van Maslow.

Veiligheidsbehoeftes zijn onder andere de nood aan fysiologische

integriteit (fysieke veiligheid, voedsel, slaap en rust,..), hechtingsbehoeftes (sociale continuïteit en voorspelbaarheid) en verbindingsbehoeftes (zowel met iemand met wie je op dezelfde golflengte zit als deel uitmaken van een groter sociaal en cultureel geheel).

Veiligheid raakt ook aan zelfvertrouwen en in het boek wordt in dit licht gesproken over jezelf competent weten én weten dat je hoe dan ook volledig van waarde bent. Zelfvertrouwen bouwt voort op (de steun die gehaald wordt uit de tijdelijke) vervulling van hechtings - & verbindingsbehoeftes.

Groeibehoeftes gaan o.a. over exploratie (zowel in een fysieke omgeving als in cognitieve 'landschappen') en het (opnieuw) betekenis geven aan ervaring (denk aan de kwaliteit "openness to experience"). Maar, denk ook aan liefde als motivatie: liefde die niet zozeer gericht is op familie of bekenden, maar uitwaait naar en verbonden is met relatief onbekende anderen inclusief andere soorten. Vervolgens kunnen we denken aan betekenisgeving en levensrichting. Hoe zet jij jouw competenties in om zinnig bij te dragen aan het grotere geheel?

En dan is er transcendentie. Momenten en processen waarbij de zoektocht naar het zelf oplost in een activiteit waarin de vele behoeftes en gerelateerde waarden samenvallen. Denk ook aan flow: opgaan in het pianospel, de muziek wórden.

Omdat ik momenteel na een intensieve crisis aan het herstellen ben, kijk ik met frisse ogen naar deze indeling. Ik kies voor enkele levensstijlveranderingen om de zelfkennis die ik de afgelopen maanden heb opgedaan ook te verwezenlijken. De crisis liet aspecten van mezelf zien die ik nu niet langer kan ontkennen of marginaliseren. Zachte en heldere aandacht voor deze aspecten, deze gevoeligheden, staan centraal. Met dankbaarheid doe ik dit aan de start van een nieuwe periode. We leven sinds een paar weken naast onze goede vrienden. Een belangrijk deel van de behoefte aan verbinding is daarmee gevoed en we kennen het geluk onze dochter te zien opgroeien in een levendige gemeenschap.

Ik houd na de recente desintegratie meer rekening met kwetsbaarheden van mezelf. Wat betreft de veiligheidsbehoeftes heb ik scherper op het oog dat ik een lichaam ben dat grenzen kent en noden heeft waar ik voor zorg. Zo kies ik meer regelmatig voor activiteiten die met ontspanning, rust en verwerking komen. Als ik merk eerder dan dierbaren moe te zijn van sociale interactie, dan accepteer ik dit en handel ik ernaar. Tegelijkertijd doen deze keuzes iets met de wijze waarop ik in verbinding kan staan en onderzoek ik daarom mogelijkheden om wèl deel van een gemeenschap te zijn én integer te zijn en blijven naar wie ik daarin ben en wat ik daarin nodig heb. Onze eerste gezamenlijke meditatiesessie in de nieuwe praktijkruimte vanochtend is een voorbeeld. Ik ervoer verbinding en een weldadige start van de dag. Zo is het niet alleen de crisis die tot nadenken doopt, het is ook de nieuwe leefsituatie die verbindingskansen borgt.

De verandering betekent ook dat ik sommige piekervaringen, momenten van transcendentie, anders invul en vormgeef dan ik gewend was te doen. Het voelt soms als teruggaan naar mijn ‘roots’ . Ik denk aan het (minder lang, maar wel) helemaal opgaan in dansen en daarbij leren mij niet te laten leiden door verbeelde oordelen van anderen opdat het dansen een piekervaring kan zijn. Ik vind het spannend dat ik ernaar neig om veel ruimte in te nemen tijdens zo’n dans. Kan ik aanwezig blijven bij het ongemak?

De impact van de veranderingen in levensstijl is dat ik minder geleid word door een hongerigheid naar meer van wat ik wil en minder van wat ik niet wil. Dit is immer makkelijker gezegd dan gedaan. Het niet zoeken naar vervulling wordt dankzij de crisis 'georganiseerd' omdat ik mezelf nu gemakkelijker sommige activiteiten ‘ontzeg’ – ik heb grenzen.

Het is net alsof de erkenning van grenzen een nieuwe oriëntatie met zich mee heeft gebracht. Ik zag mezelf staan en kon ineens vol compassie mijn eigen gevoeligheid herkennen. Dit laatste werd de afgelopen tijd enorm gestimuleerd door de steun van dierbaren.

Na de erkenning van grenzen en de acceptatie van nieuwe levenskeuzes volgt wat rouw. Anders-leven is ook terugblikken op hoe ik het eerder vormgaf en wat daarin van waarde is geweest. Hier is een exploratiebehoefte: opnieuw betekenis geven aan wat er is geweest, waar ik nu ben en waar ik naartoe beweeg.

Belangrijk is om de gelaagdheid van de motivaties te blijven erkennen, denk ik nu. Levenstijlsveranderingen zijn moeilijk vol te houden als sommige motivaties ontzien worden. Als ik alleen voor prikkelvermindering zou kiezen, dan zou ik rusteloos worden vanwege de exploratiebehoeftes. Hoe kan ik groeien mét goede zelfzorg?

Ik ben benieuwd of het herkenbare levensvragen voor je zijn.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Eenheid en desintegratie met Dabrowski’s werk

In deze blogreeks staat Lotte van Lith regelmatig stil bij thema’s die verbonden zijn met haar keynote bijdrage aan het Internationale Dąbrowski Congres 2024.

In deze blogreeks staat Lotte van Lith regelmatig stil bij thema’s die verbonden zijn met haar keynote bijdrage aan het Internationale Dąbrowski Congres 2024. In de keynote deelt Lotte een fictieve dialoog met Dąbrowski. De dialoog is verweven met haar emotionele en existentiële ontwikkeling. Hierin wordt ook kritiek op de theorie verweven, onder andere vanuit feministische hoek.

Dąbrowski leeft!

Dąbrowski leeft! Niet alleen omdat we dit jaar weer bijeenkomen tijdens het Internationale Dąbrowski congres. Ook poppen er op andere plekken verbindingen met de positieve desintegratie theorie op. Zie bijvoorbeeld deze video van Vertical Development waarin deskundige Kate Arms luisteraars meeneemt in Dąbrowski’s werk. Of, minstens even boeiend, een herinterpretatie van Dąbrowski’s werk door wetenschapper en monnik Stijn Smeets. De lezing heet provocerend en uitnodigend Dąbrowski: gefileerd en gereanimeerd en bevat een kritische blik op Dąbrowski’s werk vanuit een scherpe differentiatie tussen het wetenschappelijke, het ervarings –  en het praktijkperspectief. Smeets wil met deze dialoog voorbij polarisatie gaan in het begaafdheidsveld en, zo begrijp ik, de fundamentele blokken onder het veld bevragen en….verleggen?

TIJD VOOR EEN DIALOOG…

Tijd voor bezinning, allereerst.

Ik ken een móói en woelig proces met Dąbrowski. Veertien jaar geleden werd ik op slag verliefd toen iemand op een datingsite mij wees op de theorie van positieve desintegratie. De remming op mijn intuïtie brak los. Dit was een visie op emotionele en morele ontwikkeling die klikte met mijn ervaring. Dat mijn wereld – en zelfbeeld vaak uit één vielen, was mij wel duidelijk (poeh) en nu was er een theorie die dit proces spiegelde en op eigen wijze ook voorspelde. Structureerde althans.

Ik zag mijn beleving, reacties en zoektocht ook in de beschrijving van overprikkelbaarheden terugkomen. En ik herkende de innerlijke conflicten tussen, zogenaamd, binnen – en buitenwereld. Al van jongs af aan ervoer ik een soort innerlijk ‘stotteren’ , een existentiële en emotionele eenzaamheid en een diep verlangen om te stromen.

Innerlijke conflicten worden door Dąbrowski in een ontwikkelingsperspectief geplaatst. Hiermee werd een diepe leefhonger (term van Angelique van der Mast) in mij beantwoord. En, misschien nog belangrijker, geconceptualiseerd. Een leefhonger, een verbindingswens, die ik standaard in reactie op dominante mensbeelden, behandelmethodes in de reguliere geestelijke gezondheidszorg en, nou, het hele socialiserende levensproces als beklemmend ervoer.

De liefde op eerste lezing zorgde voor een diepe verstrengeling. Ik las alles wat los en vast zat over de theorie en de buitengewoon slimme persoon ‘achter’ deze theorie. Ik verorberde het bronmateriaal dat in het Engels beschikbaar was. Ook sprak ik elke twee weken met de persoon af die mij op de theorie wees. Standaard in hetzelfde café, op dezelfde plek. Elke dag sloot ik evenzo standaard af met lange leessessies in bed, zij aan zij met Dąbrowski en al wat na hem, in verbinding met zijn levenswerk, online te vinden was.

De tijd had een zekere magie. Fantasie en werkelijkheid vielen samen, eíndelijk was daar verbinding en verdieping in één onderwijl mijn leven samenging met de belofte op meer structuur in de chaos die hetzelfde leven vaak voor mij was.

Hier groeide een twee – en daarna eenmanszaak uit, talloze trainingen, bekendheid binnen het veld van begaafdheid, bijdragen aan publicaties over intensiteit en begaafdheid en mijn eerste bijdrage als spreker aan het Internationale Dąbrowski congres, in 2014. Het waren uiterst creatieve en productieve jaren.

TWIJFEL

Gaandeweg begon er echter een prominente twijfel in mij te sluipen. De relatie met Dąbrowski(’s werk) koelde wat af.

Wat zie ik níet in deze theorie? Wat wil ik er graag in zien? Wie doe ik tekort hiermee? Welke Westerse perspectieven in deze kijkwijze schieten tekort? Is het überhaupt nog een theorie die iets bij te dragen heeft, meer dan 50 jaar na haar geboorte? En…welke kwetsbaarheid van mezelf verdonkeremaan ik wellicht door mij blind te staren op dit ‘model’?

Ik voelde aan dat ik meer mocht leren, maar het was een intuïtie die ik nergens in kon wortelen. Dolen, dat deed ik.

Ook zette ik mij af tegen het idee jezelf überhaupt theoretisch te benaderen. Daarbij zag ik ook dat ik soms moeite had om theorie en praktijk helder te koppelen. Wat ik al zo vaak kende in mijn leven: wat voor mij simpel was, leek voor de ander complex en andersom.

Daarbij werd ik hongerig naar meer ervaringsgerichte oefeningen en ervoer ik een desintegratiekenmerkende ambivalentie. Ondertussen werden de namen Lotte van Lith en Dąbrowski in één adem genoemd door velen. Dit stimuleerde de druk om te groeien op dit gebied en kritischer te durven zijn. Alsof de derde factor geboren wilde worden.

Mijn ambivalentie voelde onwennig, maar ik kon niet anders dan toestaan dat ik het losliet. Openstaan voor een nieuw pad…Dit proces werd helemaal geïntensiveerd toen ik moeder werd tijdens de coronapandemie. De praktische omstandigheden wezen mij direct op dezelfde twijfels en grenzen die ik eerder al meende aan te voelen. In de praktijk stotterde ik nog steeds!

Levensenergie verloor ik in de transportatie van mijn ondernemingen naar de online wereld (omwille van de lockdowns). En als moeder zag ik hoe frequent ik afwezig leek te zijn, hoewel ik heel goed wist en voelde, dat onze dochter iets anders nodig had. Zelfontwikkeling stond altijd al centraal, dus ik besloot ook nu tot actie over te gaan.

Ik dook in trainingen over authentieke aanwezigheid, verdiepingen in vriendschap (een behoefte aan community en tribe) en bezocht regelmatig het klooster House of the Beloved. Het klooster is een plek waar ik een aantal aspecten die mij zo aantrokken in Dąbrowski’s theorie, waaronder de existentiële dimensie, belichaamd en tegelijkertijd bevraagd en impliciet bekritiseerd ervoer.

Hoewel ik het hele proces tekortdoe door er zo veralgemeniserend over te schrijven (meer hierover in later werk), laat het wel een ironisch gegeven zien. Een deel van de psychologische groeidynamiek die Dąbrowski beschrijft, deed zich voor in mijn relatie tot zijn werk en mijn verwerking hiervan.

GROEIDYNAMIEK

De beschreven ontwikkeling ging samen met een momentane maar niet minder intense eenheid met de theorie. In den beginne was er een vrijwarende integratie, tijdens de  eerste ontmoeting met Dąbrowski’s werk. Dit bewoog naar een proces van desintegratie. Dat was allereerst een diep intieme ervaring, ik voelde de eerste impuls om méér mezelf te zijn, meer authentiek te leven, maar dat kwam ook met veel vragen, onderzoek en ontwikkelspanning.

Dit proces bood me de mogelijkheid om te werken met zijn theorie en bracht me bekendheid door dat werk. Een verprofessionalisering en dus een socialisering. Ondertussen was er ook sprake van meergelaagdheid in mijn zijn en doen als ankerpunt van groei. Ik stond, zoals ik ben, open voor de ontwikkelingen, onderzocht veel perspectieven en disciplines en was als vanzelfsprekend tot een zekere mate positief onaangepast.

Er ontstond een krachtenveld, als het ware, om opnieuw primair te integreren wat betreft mijn communicatie over en begrip van de theorie. Het, zo dacht ik, eenvoudigweg herhalen van Dąbrowski’s werk zou een bepaald succes en acceptatie brengen. Maar iets in mij wilde dit niet en iets in mij kón dit ook niet….

De volgende desintegratie was eerst, wederom, eenlagig. De meerlagige desintegratie die ik wel al kende, was nog niet stevig genoeg in mij doorgegroeid naar een georganiseerde desintegratie. Iets kwetsbaars in mij werd intens geraakt tijdens moederschap, de innerlijke opborrelende twijfels over de theorie en de coronapandemie. Dus hoewel de dominant, emotioneel opererende laag wel ‘meerlagig’ was, werd ik toch getrokken naar een primaire integratie en eenlagige desintegratie.

Ga ik hiermee verder of niet? Wat wil men van mij versus wat wil ik? Wat wil ik?

Deze laatste vraag is altijd heel uitdagend voor mij geweest.

Met ongemakkelijke vragen over geld verdienen en het economische systeem waarbinnen dit afspeelde, aanvoelen dat ik een nieuwe ontwikkeling nodig had en verlegen zijn in mijn hulpvraag, kenmerkend voor beschadiging in vertrouwen en mijn constitutie, bleef ik worstelen.

Maatschappelijke kansen om te groeien met de theorie pakte ik niet helemaal aan. Denk aan promoveren, publiceren en spreken op evenementen.

Zelfrechtvaardiging zei dat ik dit deed om mijn vrijheid te behouden. Tegelijkertijd wist ik ook dat ik de pijn van alle mislukte samenwerking (verbintenissen) uit de weg  ging. Niet wéér, dacht ik…

Ik zocht vooral veiligheid, want angst speelde op.

Trauma-geconditioneerde reacties en, leerde ik later, dubbele bijzonderheid zonder begeleiding, spiegeling en zelfkennis creëerden een plafond. Dit kwam met een herhaling van de impact van niet-passende primaire integratie en een dientengevolge eenlagige desintegratie met daarbij de neiging tot het nemen van géén besluit en het hebben van géén focus te midden van existentiële onrust…

Dit werd een vierjaar lang durende worsteling.

Bij de volgende post ga ik verder in op dit proces. Wat ik hier zoal in tegenkwam en wat dit aan zelfkennis en desintegratie en integratie van Dąbrowski’s perspectieven heeft gebracht. Stay tuned!

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Open Eindig

Creatieve processen leven door ons heen.

Nèt na de boekenweek deel ik een bezinnend eerbetoon aan de bundel lyrische reflecties Intens Mens*. En de creatieve processen die grotendeels niet in mijn handen als schrijver liggen, maar wel door mij heen leven en een kenmerkende vorm aannemen. Het is heerlijk, door barrières van schaamte heen bewegend, om de bundel soms eens op te pakken en mij geraakt te voelen door een zin, een inzicht, een perspectief van toen, de tijdloosheid en contextualiteit van de reflecties. Gewoon, zoals de thema's in de bundel ook weerspiegelen, een open eindig lees - & leefproces. Zodat, als ik schrijf, ik niet grijp.

OPEN EINDIG

Aan chique woorden hangen we ons lief en leed op, houden we ons vast, bungelend boven een diepe afgrond – emotionele bewustwording die ons dreigend in de ogen staart.

Wie weet te koorddansen tussen de pompeuze woordwereld en de schimmige onderwereld van onbewustzijn voelt zich, al is het even, de speler van het spel dat we het leven noemen.

Laat je zo nu en dan meeslepen met, en spéél mee met de intensiteit die we in den beginne zijn. En rust dan even uit op het woord, op de vertaalslag, op de poging om van alle intensiteit één zin te ontleden.

Weet ook dat aan elke zin een einde komt, waar een begin standhoudt tot het kan losbarsten.

Lees het begin tussen de regels door, kus het met liefde wakker voor al wat op de contactgrens tussen verleden, heden en de toekomst ligt. Doop het om tot moed, al weet je dat ook elk begin uiteindelijk onvermijdelijk is.
Heropen en herdicht, leef je leven met poëtica, open en dicht je nader bij elkaar.

Voel aan de levensgemoederen welke wijsheid er in jouw binnenwereld rijpt,
Staaf haar intelligent en ontroer menig hart met raakbare kwetsbaarheid, ranke keuzes en dringende daden.

Laat zien, aan ieder zien,

Dat je een mens van vergankelijk vlees en stollend bloed bent, van diersoort en planteling, in genesis en bitterzoet verval, in tomeloze onwetendheid en glorieuze wetenschap, in tuimelende overgave en verzet.

En wees dan een tussenruimte, een onbepaalde zone waarin je continu wordt, waar we ons ik dopen, iemand die als vanzelfsprekend meereist met dit onderweg zijn. En daar, precies en immer onderweg, accepteer jij als nooit tevoren en telkens weer wie die ik dan is.

Eindig daar, met een open hart, rijp voor elk begin, kloppend aan een open deur.

Eindig, open.

*Nieuwsgierig naar de bundel? Klik op deze link.

Read More
Lotte van Lith Lotte van Lith

Verwilderde zin

In het woordje 'mij' zit een klein meisje. Ssssj.

In het woordje 'mij' zit een klein meisje. Ssssj. Ze is verdrietig en geschrokken. Ze is wild, kijk uit.

Ze is van water en stolt en sterkt langzaam tot vlees en bloed. De wereld is haar thuis, maar zo voelt het niet.

Haar neiging is om zich op te rollen en in zichzelf te draaien. Als een trilobite, allerzachts vanbinnen, pantserhard van buiten.

Het is een goede strategie geweest. Vele miljoenen jaren lang. Het bracht haar waar ze nu is.

Het moment waarop de strategie geen recht meer doet aan het volgende moment. Het moment waarop een nieuwe aanpassing nodig is aan een altijd veranderende omgeving.

Ze verliest het moment met elk woord en weet ook dat elk woord, elke duiding, tekortschiet. Hoe taalvaardig ook, de wereld – en met de wereld haar wezen - is altijd méér.

Ze wil zich zo groothouden dat het niet zichtbaar is hoe kwetsbaar ze is, maar juist dán is het zichtbaar. Ze gebruikt Hoofdletters, afleidende leestekens en witregels. Ze is en blijft wild.

Het is tijd voor haar om te rusten in het verdriet dat eigenlijk geen einde kent. Maar toch stopt, met elke traan zonder duiding haar weg naar buiten vindt, buiten de zee waar haar tranen ongemerkt in opgingen. Waar ze opdroogt. Opdrogen. Aan de kant van de zee, waar een nieuw leven haar wacht. Met een ruggengraat, frisse zintuiglijke waarneming en steeds meer toewerkend naar volledig zoogdier.

Een verrassende technologie. Een lichaam dat nu haar lot is.

Niet dat het echt om evolutie gaat. Het gaat om een verandering die zich niet laat dwingen in ideeën over ontwikkeling. Dat is bijna niet te verinnerlijken voor haar, want het lijkt zo zinloos, zo richtingloos.

Toch is het oké, het opgedroogde verlangen. Een broedplaats voor nieuwe vormen van zin, vast en zeker. Het is leven dat leven wilt. Onvoorstelbaar.

Ze weet dat het grote kolken van de zee, waarom ze nu gestrand is op de droogte, niet in haar te evolueren handen ligt.

Dat het de tijd en de ruimte zijn, die wijsheid borgen. En dat wijsheid altijd opdroogt tot stof.

Dat ze alleen haarzelf kan zijn, nooit anders gedaan heeft. Dat het een constructie is, maar ook een deconstructie. En altijd tegelijkertijd, hoe waanzinnig ook.

En dat het haar hier bracht, waar het wild is. Rauw, verdrietig. Energiek, levenslustig.

Hoeveel geluk kan een mens aan? Haar vriendin stelt de vraag en haar denken blijft onbewogen. Elke emotionele toon is vol en ledig aanwezig en nu is er geen onderscheid te maken, behalve het onderscheid dat ruimte en tijd natuurlijkerwijs zijn.

Ze is een ongeloofwaardige mix aan levensenergie, die toch echt zin spint.

Ze wil zich oprollen en naar binnen trekken als verdediging, maar ‘ze wild méér’.

Ze verwildert haar levenszin, laat rusten wat rust behoeft en vertrouwt op wat ze niet weten kan.

De stevigheid van de met de tijd toenemende stolling glipt haar toch door de vingers. Het is de vloeibaarheid van tranen die weerloosheid tot weerbaarheid transformeert.

De toekomst, zo nabij in het volgende moment nu.

Ze rolt zich open, met haar hart richting de zon en haar zojuist aangegroeide armen wijd open. Pijn trekt door haar belichte lichaam, ze kreunt en weent tot het stopt en droogt en er slechts de verlichting van álles overblijft.

Geen mensvorm meer te bekennen. Ontembaar teder. Zij aan zij met al het lijden, stil in het weten van haar nietigheid. Als zand glipt het grijpen door haar vingers.

Er is geen vervulling

Rest alleen vergeving

En dan een stroom aan zin

Stroom, stroom, stroom

Als tranen in een grote, kolkende zee. Het leven, fluistert het meisje tegen mij, neemt je in háár zin mee.

Read More