Aan de schaduwzijde
Voel ik mij ontspannen en voldoende uitgedaagd, dan herken ik mijn wijze van menszijn in woorden als sensitiviteit, creativiteit, flexibiliteit, open-mindedness, autonoom scheppend, vergevingsgezind. Idealiter uit dit zich als compassie, waardengedreven acties, verbindende wijze van relateren en tot authenticiteit oproepend, bijvoorbeeld via schrijfkunst.
De afgelopen anderhalf jaar komen de tegenovergestelde neigingen soms intens en onthutsend op.
Emotionaliteit tot aan onverschilligheid, een hang naar totaal loskomen van welke verantwoordelijkheid dan ook of een trek naar routine en rigide denken, op mezelf gerichtheid of intense afhankelijkheid, eisend-zijn of existentieel verslagen...
Niet bepaald mooi. Soms lijken alle kenmerken waar ik mij voorheen graag op beriep (vrij letterlijk) finaal opgedroogd. Dat is ook de leerschool.
De context en ontstaansgeschiedenis van al deze minder mooie uitingen kan ik analyseren. Een zekere mate van begrip voor de context is fijn, een zeker tegenwicht voor een hyper-zelfreflectieve neiging en afwijzingsgevoeligheid. Tegelijkertijd kan het analyseren mij ook weghouden van de onderliggende gevoelsstroom, die ik nodig heb om lijfsbewust te doen wat nieuwe kalmte, relationele vaardigheid en creativiteit spurt.
Na de intense desintegratie (psychose, ontlading en wakkerschudding) vorig jaar wist ik niet meer 'wie ik was'. Het is ontgoochelend om soms zover verwijderd te lijken van eerder vertrouwde krachten. Alle schaduwkanten in het licht. AI!
De ontgoocheling brengt ook een zekere nuchterheid en indalende bescheidenheid, die niet ineens helemaal aanwezig zijn, maar langzaam deelgenoot worden van mijn emotionele landschap. Dit komt met een bepaalde zorgvuldigheid en zorg: zorgvuldigheid in het aanschouwen van mijn neigingen en zorg voor welzijn. En ook deze realisatie komt in golven.
Elke keer als ik denk: ik ben er weer! volgt er weer een periode met neigingen die niet een schoonheidsprijs winnen, al lijken ze in frequentie en intensiteit af te nemen terwijl mijn ideeën over mezelf bijgeschaafd en genuanceerd worden. Deze op - en neer beweging gaat samen met een emotionele bewustwording die blijkbaar nog afgedekt was.
Overgave is in generieke zin de beste 'modus operandus'.
Soms piep en kraak ik echter. Het lot houdt een lachertje met mij, verzucht ik.
"Ha! Denk maar niet dat je weet wie je bent."
Eigenlijk voel ik dan intense rouw.
Het toont hoe op allerlei subtiele en grove manieren ons menszijn kan omvormen naar overlevingsgericht. Wat ik vele jaren intiem in mijn lichaam en verbeelding heb verdragen, wat overgevoeligheid creëerde (rouw als fysieke pijn) en lange tijd veelal ongezien bleef voor wat het was.
Hoe zodoende in weerwil met de pijn conditioneringen als afkeer, begeerte en onwetendheid opdoken en mijn 'mind' talloze trucs kent om deze te rechtvaardigen, erin te marineren en uiteindelijk alle levensenergie in mijn lichaam mee te souperen.
De enige werkelijke andere optie is niet zozeer een optie als wel een langzame verankering in vrede als ultieme referentie voor zijn.
Vrede die niet voorwaardelijk is. Vrede die geen pose, een zelf-rechtvaardigend verhaal of opgelegde norm is. Die weliswaar ín mijn lichaam geleefd wordt, maar daar niet van afhankelijk is. Die vraagt om lichaamsbewustzijn en disidentificatie met de geestes-roerselen, maar nooit door deze aspecten gekenmerkt of opgeëist kan worden. Die niet aan beelden of ideeën voldoet, wél in scherpte van geest (presentie) tot uitdrukking komt, die niet gepersonifieerd wordt, die vooraf aan vorm is en in velerlei vormen uitdrukking vindt.
Een welhaast absurde vrede. Wellicht een ideaal waar ik nooit aan zal voldoen, maar daarom mijn aandacht wel waard is. Die aandacht ís. Vrede die om de zoveel dagen beproefd lijkt te worden, omdat mijn belichaming ervan raakbaar is en mijn ideeën roestig.
Ik merk dat als ik binnen mijn mogelijkheden goed voor dit mensdier zorg en verbinding maak met anderen die dit ook doen, dat ik alleen vrede leef wanneer ik ten diepste niets van mijn voelende wezen reduceer tot een identiteit.
Open voor wat er onmiddellijk aanwezig is. Moedig ook, al is dat vooralsnog meer een intuïtie dan een volledig opgehelderde leefwijze.
'Vrede' is niet samen te vatten door zobenoemde ‘persoonlijkheidskenmerken’ als creativiteit of sensitiviteit, maar laat deze kwaliteiten in het proces wel vaak zien. Al laat ik graag vertraging bestaan in het oordeel of het over deze kwaliteiten gaat - wie ben ik om hier de ultieme wijsheid in pacht te denken te hebben?
We doen het samen.
Elke keer dat ik iets - onbewust - tussen mij en de ander plaats als ware we objectief van elkaar te scheiden, stroomt vrede niet en gaan ook de benoemde kwaliteiten of kenmerken verloren.
Ik denk aan de conflicten die wereldlijk oplaaien en hoe belangrijk juist die kwaliteiten zijn waar ik soms zo ver verwijderd van was, soms ben en misschien altijd al was, bekeken vanuit het diepere potentieel.
En zoals het werkt in de geest: hoe meer bescheidenheid gaat leven, hoe sterker er een overtuiging opkomt die in scherpte mijn aangeleerde 'pleasings' neiging vreemd is, maar wèl ten diepste overeenstemt met mijn waardenstelsel.
Ligt hier dan de volgende emotionele verdieping?
We gaan het zien, leven is niet iets om te forceren,
het ebt momenteel.
Foto: Mourad Saadi via Unsplash