In alles doordringend aanwezig
Voorbij denken, voorbij willen, is er iets dat misschien het beste te beschrijven is als niets.
Vormvrij. Geen-ding. Onvergelijkbaar. Pre-ervaring.
Oorverdovende stilte. In essentie niet overweldigend, want hier valt "ik" en dus angst weg.
Als ronduit verlichte donkerte, al is kijken niet een dominante zintuig en is het zien eerder een onbenoembaar, ondetectbaar subtiel voelen.
In alles doordringend aanwezig, nergens specifiek aan te wijzen.
Dit zogenoemde "niets" is als een continue roeping in het hier en nu, een in alles verweven verlevendiging, vloeiende intelligentie die waar maakt wat er is.
Ik kan er alleen in deze goochelende abstracties en beelden over spreken. De enige conclusie kan zijn: ik weet van niets.
'Niets' is onvoorstelbaar liefdevol en bedding voor elk soort existentiële crisis.
Soms noem ik het eenheid. Steeds vaker zeg ik niets, spreekt het voor zich.