Zelfvergeving - diep luisteren

Hoe vergeving van wie zo intiem dichtbijkomt soms het allermoeilijkste is.

Hoewel initieel wat terughoudend, begon ik ook verlangend aan de dansbijeenkomst. Vanochtend was rouw als pijn voelbaar in mijn lijf en even overwoog ik om niet te gaan dansen - innerlijk verzet tegen de stroom van ‘onderliggend’ verdriet. Dat had ik niet direct door, iets in mij dacht wel “Mag ik daar straks wel uit elkaar vallen?’ Is de begeleiding oké?”

Tijdens de bijeenkomst, de eerste groepsbijeenkomst sinds een lange tijd, voelde ik mij wat ongemakkelijk bij de meditatiekussens en de zachte sfeer, als ware het bijna onheilspellend, wat weergaf (interpreteer ik achteraf) dat ik nogmaals in verbinding kwam met wat ik in mijn lijf voelde, maar weerstand opriep. Ik ontmoette open enthousiaste personen met wie ik resonantie ervoer en waarbij ik daarom ook direct verzet ervoer (ha!).

“Ik laat me niet nog een keer gaan, hoor!” - sprak de psychische verdediging. Met daaronder de groeiende (h)erkenning van grenzen.

De initiële oog-in-oog ontmoetingen waren teder. Ik voelde mij gezien en liet mezelf zien en deze combinatie voelde ontroerend.

Het dansen, altijd al mijn liefste bewegingsvorm, nam mij gaandeweg mee en het werd een innemende emotionele reis. De uitnodiging was om de stilte in jezelf via en ín dans op te zoeken. Een uitnodiging die mij initieel ook tegenstond, wellicht weer omdat iets in mij voorvoelde wat daar(binnenin mij) te horen was. Maar ik was er ook klaar voor om opnieuw open te staan voor begeleiding, meenemend dat het uiteindelijk over overgave ging. Zoals je ziet: een heen-en-weer tussen verlangen tot overgave en verzet tegen pijn.

Toen we werden uitgenodigd om de liefde te vieren met een dans als een gebed, voelde ik mij enerzijds als een vis in het water en anderzijds als een mens bang om te verdrinken. Op dat snijvlak begon ik te bewegen en met mijn adem, aandacht en intuïtieve bewegingen éen te worden met de muziek die in toenemend ritme en mate aanzwol, oproepend tot enthousiasme en extase. Mijn heupen leefden op, als vanzelf vloeide, schudde, hing, trilde, kolkte en hing ik. Mijn lichaam prees ‘iets groters, diepers en meer waarachtig’ zonder gevoelsmatig gevoel van afgescheidenheid. Heerlijk!

Het viel op dat ik, anders dan voorheen, mijn belichaming niet was ‘kwijtgeraakt’ tijdens de extase (wat ik vroeger herkende aan een soort desoriëntatie ná zo’n dans), wellicht omdat ik de dansreis subtiel startte en eindigde, afgestemd op de muziek en met zowel uitbundige als tedere bewegingen. De dans was rond (of: heel), zogezegd.

Na de les besloot ik geen thee te drinken met de andere deelnemers, aanvoelende dat veel woorden en veel sociale afstemming mij nu af zouden leiden van wat er was gaan leven in mijn lijf. Of liever: wat losgeschud was. Aan herinnering, aan emotie, aan innerlijk weten.

Eenmaal thuis merkte ik geraaktheid op met een neiging tot projectie en een verminderde toegang tot humor en spel. Ah! Dit herken ik. Venijnige pijn in mijn hartstreek werd directer en onmiskenbaar. Zoekend naar (emotionele) verlichting zette ik een youtube-clip op over spiritualiteit en vrouwelijke mystici. De spreekster deelde over veelal niet erkende, beschreven vormen van (o.a. ‘vrouwelijke') spiritualiteit die in het alledaagse leven plaatshebben. Ze gaf het voorbeeld van een vergevingservaring die ze opdeed te midden van het gezinsleven. Deze persoonlijke getuigenis voelde als een soort toestemming om volledig(er) mezelf te zijn en te laten zien. Hier viel iets te ontdekken!

De gevoelsmatige opluchting voelde als een opening naar de pijn in mijn hartstreek. Wederom hunkerde ik ineens naar muziek. Even dacht ik aan gospel, ik probeerde iets uit, maar voelde verstijving. Alsof het ingefluisterd werd, werd ik wederom geleid naar “Spiegel im spiegel” van Arvo Pärt.

Ik nestelde mezelf op de bank en liet de muziek mij meenemen naar wat er toch wel aandacht zou blijven vragen.

Plots begaf ik mij in een persoonlijke vergevingservaring, als ware de huiskamer een levensecht toneelspel vol menselijk tragedie.

Ik dacht aan een geliefde. Visualiserend was deze persoon fysiek nabij, op een halve meter afstand. Bewust keek ik deze persoon in mijn geestesoog aan vanuit vergeving. Hoewel dit aankijken minder visualiserend van aard was, het was meer een toenemend gevoel van (energetische) aanwezigheid en nabijheid.

En toen brak het verdriet door. Verdriet waarbij het heel merkbaar was dat het volledig (spiegelend) ging om vergeving van mezelf. Om het helemaal zijn met mij-zijn, met alle sensitiviteit en intensiteit (zoals tijdens het dansen) en complexe emotionele dynamiek die door mij heen stroomt als mede-menswezen.

In verbeelding maakte ik een ‘holding space’ voor de ander met mijn armen, nodigde ik de ander uit in deze ruimte te vertoeven en wederom raakte dit mij intens. Tranen, tranen, tranen. Kermen, kermen, kermen.

Toen ik in verbeelding ruimte maakte om de gevisualiseerde ander zacht en steunend vast te houden, werd de pijn bijna ondraaglijk en stond ik op het punt weer te verharden, maar ademhalingsoefeningen hielden mij aanwezig. Nog meer tranen die gevoelsmatig uit de krochten van mijn hart kwamen.

En warempel! Precies op dat moment werd er een kaartje bezocht (even stond het schaamrood op mijn kaken, zou de postbode mij zien?). Een prachtig kaartje van een dierbare met wie ik vaak sensitiviteit en intensiteit gedeeld heb en wie momenteel niet fysiek nabij is in mijn leven.

In dit hele ritueel was goed merkbaar dat vergeving intensief inhoudt dat ik ook mezelf vergeef en dat ‘zelfvergeving’ een doordringende vorm van zelfcompassie inhoudt.

Ik herinner mij dan ook dat een andere dierbare een paar maanden geleden vroeg hoe ik mijn hechting aan een geliefde kon verwerken en dat ik toen met dikke tranen zei dat “dát toch wel heel veel zelfcompassie vraagt”.

‘Little did I know’, hier was ik dan, met het verdriet, de openende hartstreek en de beleving hoeveel verdriet er loskomt als ik mezelf toelaat helemaal te zijn met (mijn) sensitiviteit. De beruchte (hehe) ‘omarming’ van jezelf. Daarmee werd het mogelijk te doorvoelen hoe ik de geliefde ander níet gezien had en er ook niet voor de ander heb kunnen zijn, omdat ik er ook niet voor mezelf kon zijn.

Dit gebeurde tussen andere, op dat moment huishoudelijke activiteiten door.*

Soms is vergeving van een dierbare zo ontzettend lastig. En is het nog makkelijker om boos te blijven (op mezelf of de ander) of volledig weg te trekken, juist omdat we met vergeving bij onze sensitiviteit en intensiteit - inclusief onze verinnerlijkte schaamte, afwijzing en afwezigheid - uitkomen.

Ineens is voelbaar hoe we onszelf pijn hebben gedaan - toen we een ander pijn deden.

Overgave ten top op een vierkante meter in de huiskamer.

Na deze stroom des levens in de vorm van verdriet ontwaakte ik uit het ritueel met een lichtvoelend lijf, een helder geweten en gevoelsmatig frisse relationele aanwezigheid.

Ruimte om het kaartje met aandacht te lezen en te bekijken.

*Hierbij wel de nuancering dat enige vertraging (voor mij) nodig is om dit soort processen vorm te geven en te doorleven en ik momenteel de mogelijkheid heb en neem om dit te doen. Dat is niet voor ieder gemakkelijk praktisch vorm te geven (hierbij speelt ook privilege) en is ook niet iets dat voor ieder op eenzelfde wijze verwerking biedt. In generieke zin denk ik dat we als mens (op grote schaal) hunkeren naar vormen om verdriet én extase te doorleven.

Foto: Andrej Lisakov

Next
Next

Sensitiviteit onder ogen zien