Voorbij zijn en niet-zijn

Diep fronsend, heb ik de wortel eruit getrokken?

Een puike allegorie op een gevoelsmatige eeuwenoude neiging om gefocust te zijn op begripsvorming van wat het betekent om mens en om mens Lotte te zijn, om met dat zelfde gereedschap van noest cognitief begrip een poging te wagen de wortels van een emotioneel 'probleem' te wieden.

Terwijl ik met aandacht de cirkel in onze voortuin ontdoe van onkruid, wordt des te duidelijker dat lichtheid niet via de weg van begrip te herbeleven is.

Wie met alle liefde wiedt, spreekt gewoonweg niet van "onkruid".

Als ik denk dat ik een probleem via begripsvorming ontdaan heb, blijk ik slechts een oppervlakkig stuk denk -, doe - en voelwerk weggetrokken te hebben. Dan doemt hetzelfde patroon elders en even later, en dan niet zelden met meer groeikracht, wederom op.

De zon op mijn snoet, het laten van verdere vragen, zorgzaamheid in acties en meer niet, tijd voor bezinning, humor om de humor, het uitstellen van conclusies ten aanzien van levensvragen, het zijn met de soms pieken, veela golven emotie en het bestaan ervan niet herscheppen met betekenisgeving,

laat dat nu de lente-tred zijn.

Previous
Previous

Een orakelend verleden

Next
Next

Mysterie als feit